Een legende leeft voort met The Bootleg Beatles

Over bloempotkapsels, kekke pakjes en gele onderzeeërs

Tekst: Elise Neijland | Fotografie: Peter Balkema ,

Dat ’s werelds meest invloedrijke popgroep The Beatles al sinds 1970 niet meer actief is, daar merk je eigenlijk vrij weinig van. Ruim vier decennia later is de band nog steeds onverminderd populair en dat is niet alleen te zien aan de platen, die nog steeds als warme broodjes over de (al dan niet fysieke) toonbank gaan, maar ook aan de talloze coverbands die er bestaan. Eén van de beste tribute bands, The Bootleg Beatles, stond op 13 oktober 2015 op de bühne van het (overigens niet-uitverkochte) Haagse Paard van Troje. De Londense formatie werd in 1980 opgericht en heeft sindsdien al ruim 4000 keer opgetreden. Is Den Haag klaar voor een flinke portie Beatlemania?

Klokslag acht uur betreden Paul (Steve White), John (Adam Hastings), George (Stephen Hill) en Ringo (Hugo Degenhardt), vier keurige knaapjes met bloempotkapsel en net pak, het podium. Een bijzondere gewaarwording, want dit is niet zomaar de zoveelste Beatles-imitatie: ze zíjn het gewoon! In no time waant het publiek zich terug in de sixties, een decennium dat het gros van de bezoekers bewust heeft meegemaakt. De gemiddelde leeftijd ligt hoger dan bij veel andere concerten, maar dat is natuurlijk geen verrassing (al hebben ook genoeg jongeren hun weg naar het Paard weten te vinden). De grote zaal is vanavond ‘semi-seated’, waardoor het meer doet denken aan een schouwburg dan aan een poppodium.

De band trapt af met ‘I saw her standing there’, gevolgd door ‘Love me do’. De zaal is nog vrij tam en aanschouwt het tafereel op zijn gemakje vanuit de klapstoel. John heet het publiek welkom met een Nederlands “goedenavond” en laat weten dat ze wel wat meer geschreeuw gewend zijn, uiteraard met een knipoog naar de uitzinnige fans destijds.

Op een groot scherm achter de band wordt continu beeldmateriaal uit de jaren ’60 getoond, zo ook tijdens de korte breaks als de band even van het podium verdwijnt. Na de eerste break komt de groep terug met o.a. ‘I want to hold your hand’. Paul geeft aan dat er gedanst mag worden en hier en daar wordt er voorzichtig geheupwiegd. ‘Yesterday’ wordt door George aangekondigd als single van hun nieuwe plaat, die binnenkort voor twee gulden te verkrijgen is. De mannen laten gedurende de avond regelmatig zien over de nodige humor te beschikken. Zo heeft John het later ook over een nieuw nummer: “You never know if it’s going to do well. Maybe one day a tribute band is going to rip it off.”

 

Er volgt een pauze van ruim twintig minuten – erg lang en ongebruikelijk tijdens een concert. Echter, als je het als een theatershow ziet, waar het eigenlijk op neerkomt, is het misschien toch niet zo gek.

Na de lange break zijn we weer wat verder in de tijd en staat één van de belangrijkste platen centraal: ‘Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band’. Inmiddels mét snor en gehuld in de felgekleurde pakken die ook op de platenhoes te zien zijn, brengt The Bootleg Beatles meerdere nummers van dit album ten gehore en ondertussen zijn er op het scherm allerlei psychedelische beelden te zien. De beurt is aan Ringo met ‘Yellow submarine’ en dit wordt goed opgepikt door het publiek, dat uit volle borst meezingt. Hierna wil John dat iedereen elkaar vastpakt (“feel how sweaty a stranger is”); het is tijd voor ‘All you need is love’ en er wordt volop geknuffeld in de zaal.

Aan het eind van de laatste set, waarin het gedaan is met de nette pakjes en elke Beatle een eigen stijl heeft ontwikkeld, zegt John dat het tijd is om naar bed te gaan. Paul vraagt een applaus voor het orkest en de crew en ze eindigen met ‘Hey Jude’, waarbij het publiek uit de stoelen omhoog komt en – zoals het hoort – luidkeels meezingt, -klapt en -zwaait. Twee toegiften later zit het er dan echt op.

The Bootleg Beatles is precies wat je ervan hoopt. Muzikanten in hart en nieren, die een steengoede show weten neer te zetten. Op alle details is gelet en de stemmen zijn nauwelijks van echt te onderscheiden. Van echte Beatlemania was geen sprake vanavond, maar dat is een halve eeuw na dato natuurlijk ook niet zo gek. Jammer dat ‘Let it be’ niet voorbijkwam, maar dit gemis werd na afloop nog even goedgemaakt door een bezoeker, die het nummer spontaan begon te spelen op de piano in de hal (begeleid door een aantal meezingende omstanders). Hierna kon met een voldaan gevoel de kou getrotseerd worden om huiswaarts te keren.