Het voorprogramma is deze zondagavond Yip Deceiver, een tweemansband uit Georgia. Terwijl het publiek de zaal langzaam binnendruppelt, spelen de heren een flinke dosis stuiterige synthpop, ondersteund door een drummer. De muziek is lekker vrolijk en er is een mooie balans gevonden tussen traditioneel instrumentenspel en synthesizers. Helaas vallen de kopstemmen, door beide mannen gretig gebruikt, zo nu en dan best wel weg. Pas na een stoer “We were just warming up” begint de band wat steviger te spelen en lijkt de muziek wat minder op de soundtrack van een retro videogame. Toch oogt het allemaal een beetje ongemakkelijk: de een doet wat geautomatiseerde danspasjes terwijl hij semi-verveeld met zijn microfoonstandaard speelt, de ander stuitert willekeurig op en neer tijdens het spelen. Na een haastig “Goodnight” beginnen de mannen geroutineerd hun spullen op te ruimen. Geen memorabel optreden, maar muzikaal prima in orde.
Electric Six en de strijd tegen de stille dood
Zoveelste poging tot comeback is een lekker feestje
De naam Electric Six kom je helaas al jaren niet meer tegen in de hitlijsten. Toch heeft de zeskoppige band reeds elf albums op zijn naam staan, waarvan de laatste nog geen twee maanden geleden uitkwam. Zijn de hoogtijdagen dan toch verstreken voor de mannen uit Detroit? Een ding is zeker: ze zijn in ieder geval niet van plan een stille dood te sterven. Het nieuwste album is dan ook ironisch genoeg ‘Bitch, don’t let me die!’ getiteld. De band speelt Nederlandse zalen nog steeds plat, zij het wat kleinere zalen dan voorheen. De Gebroeders de Nobel is deze zondagavond niet uitverkocht, maar veel trouwe fans ‘van toen’ hebben toch hun weg naar Leiden gevonden, op zoek naar een lekker feestje.
Als Electric Six het podium betreedt, staat de zaal al lekker vol. Na wat gortdroge grapjes van zanger Dick Valentine over het grote aantal albums van de band, wordt ‘Synthesizer’ aangekondigd. Een goede zet, want het nummer van het debuutalbum blijkt een oude bekende voor het publiek. Hierna worden de iets recentere ‘Karate Lips’ en ‘It’s Horseshit!’ gespeeld. Valentine laat wat van zijn dansmoves zien en weet het publiek nog steeds moeiteloos te bespelen met zijn charmes en oneliners. De rest van de band is iets meer ingetogen, maar dit past juist goed bij de droge humor en jasje-dasjeverschijning waar Electric Six bekend om staat.
De discografie van Electric Six is een smeltkroes van verschillende genres en bezettingen. De band combineert synthpop-, rock- en disco-invloeden met ironische teksten en deze diversiteit aan muziek blijkt goed van pas te komen in een live show: de setlist is namelijk erg afwisselend en interessant. Opvallend is wel dat Valentine exact dezelfde trucjes en oneliners gebruikt als tijdens de vorige tour, toen de band in het Paard stond. Hij vertrouwt het publiek toe dat ‘Roulette!’ alleen maar wordt gespeeld omdat het van de platenmaatschappij moest en hij kondigt een nummer aan als een gratis cadeautje van de band. Het publiek heeft het niet door of maakt het allemaal niet zoveel uit: vanavond wordt er gedanst.
Publieksfavorieten blijven toch wel ‘Gay Bar’ en afsluiter ‘Dance Commander’, nummers die niet meer weg te denken zijn uit een Electric Six-concert. Er wordt met bier gegooid en twee keer vormt er een kleine pit op de dansvloer. Dick Valentine kijkt ontroerd toe. “We heard someone say Electric Six isn’t cool anymore,” grapt hij nog halverwege de show. Het publiek is het hier duidelijk niet mee eens. Waarom al die nieuwe albums nooit tot een echte comeback hebben geleid is ons ook een raadsel. Misschien dat een nieuwe controversiële videoclip wonderen kan doen.