Welkom thuis bij Ellen. Let maar niet op de rommel, dat valt best mee. En dat ze nog in pyjama rondloopt, ach, dat zit nou eenmaal comfortabel. Een huiskamer met een lekkere chaise longue, een piano en een showtrap. En natuurlijk haar tamme ekster Arie. Zittend op de rand van het podium leest ze hem voor uit haar dagboek, over hoe ze hem als klein verstoten vogeltje vond en mee naar huis nam.
Het geeft ons een kijkje in het privéleven van de excentrieke rasartieste en dat is ook precies de opzet van het programma: muziek omlijst met een vleugje cabaret. Dat is best een uitdaging; liedjes met elkaar verbinden door persoonlijke verhalen, zonder dat het te ingestudeerd klinkt, maar dat doet ze verrassend goed. Moeiteloos knoopt ze alles aan elkaar zonder ook maar één keer naar haar tekst te zoeken. Terwijl Arie na zijn introductie weer achter de coulissen verdwijnt, komt hij nog een aantal keer ter sprake en worden zijn soortgenoten bezongen in een liedje met vogelgefluit. Een verhaal over haar turnverleden in het dorpje Roden verbindt ze met het prachtige liedje 'Darling Drenthe' en een acrobatisch intermezzo op de evenwichtsbalk. Ook het thema 'Thuis bij Ellen' komt in liedvorm terug: "In mijn huis kunnen we ook vliegen, want dit is net een circustent, je kunt de zwaartekracht bedriegen" - wat ze aan kabels opgetakeld ook daadwerkelijk in de praktijk brengt.
De enige momenten die wat geforceerd aandoen, zijn de stukken waarbij de context onduidelijk is en die daardoor minder persoonlijk zijn. Een voorgedragen gedicht over een psychiatrische instelling, die niet door een toelichting wordt ingeleid en uitmondt in een wilde, opzettelijk lompe drumsolo. Of een bloedserieus lied over asielzoekers, waarvan de herkomst en keuze wat ontgaat. Dat vergeet je echter snel, want de zangeres is alweer aan het volgende nummer begonnen. Ze moet 'Verder, verder'. Uit een samplebox haalt ze de beat, instrueert het publiek tot meezingen en komt als popdiva de showtrap af. De zaal begint uit zichzelf mee te klappen en het enthousiasme gaat als een golf door de schouwburg. Oh-oh-ooooohohooh, wat een goed nummer is dit.
De afwisseling is duizelingwekkend. Alleen al haar podiumoutfit, dat uit meerdere lagen bestaat en van kimono verandert in een pyjama, turnpakje en jurkje, maar ook het decor waarop live het silhouettenspel van een acrobate te zien is, en een belichtingsplan dat uiteenlopende sferen schildert. Muzikaal is het ook geen moment saai. Haar Nederlands- en Duitstalige repertoire voeren vanavond de boventoon, met een enkel Frans chanson. 'Het regende zon', 'Ich liebe wie du lügst', 'Pi-pa-polderland', 'Tanz mich', 'Cello', 'La bicyclette', 'Gutenacht Freunde'... wie houdt de tel nog bij? Pianoballads, popnummers, lichte jazz en kleinkunst - soms zonder adempauze aan elkaar geplakt, dan weer gelardeerd met mijmeringen. Ellens ontboezemingen zijn niet allemaal even nieuw, opmerkelijk of grappig, maar ze hoeft zich ook niet te meten met doorgewinterde cabaretières. Want als variétévakvrouw is ze op haar best en dat wordt na een uur en drie kwartier met een staande ovatie beloond.