Plein Open goes Bazart goes Paard

Goes lekker

Tekst: Lilianne Laan & Joeri Gordijn | Foto's: Jan Rijk, Ramond Jaggessar, Peter Balkema ,

Op zaterdag 25 juli zou de 20e editie van Plein Open, deze keer in samenwerking met stichting Bazart, er één worden met -zoals vroegâh- ruime aandacht voor Haagse undergroundmuziek. Met een Antiloungepodium, een levertergend speciaalbierenmenu van Kompaan en natuurlijk lekker mensen kijken onder het genot van een zelf meegesmokkelde halve liter bier naar keuze. Maar het lot beschikte anders. Een reconstructie. En verslag van de acts, uiteraard.

Noordwesterstorm, takken op de weg, haar door de war en geen buitenfestival. Toch kon door knap staaltje samenwerking on-the-spot, het Paard van Troje haar deuren openen (tijdens de zomerstop!) en ondanks ‘De Storm van 2015’ Plein Open goes Bazart doorgaan.

Overleggen en doorrekenen
Rob Vondracek, directeur van het HPC en van stichting Bazart werd donderdagochtend wakker met het weerbericht van Radio 1 en hoorde dat het zaterdag onstuimig zou worden. “Ik heb meteen gebeld met onze beveiliging, die met de weer-pro’s van vliegveld Zestienhoven zijn gaan checken. Daaruit bleek dat het er inderdaad niet best uitzag.” Vondracek dacht meteen aan het Paard als alternatief, belde met Majel Blonden en daarna zijn beide partijen intern gaan overleggen en doorrekenen. “Eind van de middag is de knoop doorgehakt.”

Majel Blonden, directrice van het Paard: “Mijn eerste reactie was: als het lukt, dan doen we het. De zomerstop is een noodzaak uit financieel oogpunt, maar het Paard vindt het helemaal niet leuk om dicht te zijn. Ik wist dat het veel voeten in aarde zou hebben, maar Plein Open goes Bazart was voor ons ook gewoon een kans om weer even open te kunnen. Dat idee leefde bij het hele team, en het is aan hun enthousiasme te danken dat het op zo korte termijn gelukt is om het Paard klaar voor actie te hebben.” Moest het Paard hier financiële offers voor brengen? “Het moest financieel natuurlijk wel haalbaar zijn, we kunnen geen verlies draaien. Maar het HPC kon tegen kostprijs terecht. De kosten zijn gedekt, maar het is geen commerciële verhuur voor ons.”

Palmbomen

Wie deze zaterdagmiddag rondkijkt in het Paard kan beamen dat het HPC, Bazart en Paard bijzonder weloverwogen te werk zijn gegaan. Een compleet festival verhuizen op zo’n korte termijn, is een prestatie an sich. En het is inderdaad rechtgeaard noodweer als in de middag de eerste bezoekers dankbaar droog en ponchovrij rondkuieren in de warme buik van het Paard. Het Bazartpodium is nu ondergebracht in de Grote Zaal, waar bierbanken de zaal wat kleiner maken en het podium is aangekleed met twee palmbomen (die tot ieders verbazing en teleurstelling het festival overleven). In de Kleine Zaal staat het Antilounge podium en beneden in de foyer mag Junk Food zijn broodjes verkopen. Het voelt een beetje als State-X New Forms maar dan in de zomer.

Een storm van effectpedalen
De Grote Zaal is nog bijna helemaal leeg als Skellot zijn ingewikkelde maar retestrakke metal de zaal in doet bulderen. Op het Spui zou het waarschijnlijk nog niet veel drukker zijn geweest. Zanger en bassist Timothy Dunn (tevens bassist bij The Great Communicators) blijkt over een grunt te beschikken die je nekharen doen breken. De dag is begonnen, de kop is eraf, Plein Open goes Bazart goes Paard gaat door.

Na Skellot wordt een indrukwekkend uurtje ‘stoere frontvrouwen’ ingezet. Droppings komt het podium op in poncho’s en geeft een half uur vol aanstekelijk ritmische noise weg. Xenia Gottenkieny huppelt bijna vrolijk door de liedjes heen, terwijl achter haar het optreden langzaam ontaardt in één grote storm vol loops en effectpedalen. Na Droppings is het aan Nisse Bodil om een visitekaartjes af te geven. Het grote podium doet wonderen voor haar geluid. Zichtbaar genietend schotelt Bodil het publiek een bak vol gitaarriffs en venijnige uithalen voor. Plein Open goes Bazart geeft op deze manier drie redelijk onbekende (underground) bandjes het podium dat ze verdienen, en doet daarmee dus precies wat is beloofd.

Rats On Rafts start op brave burgers etenstijd – normaliter een dramatisch tijdstip om te spelen, maar het optreden veroorzaakt een doorbraak. Ze spelen het Paard namelijk vol, en dat blijft zo voor de rest van de avond. De Rotterdamse rauwdouwers hebben met hun laatste plaat een monument van formaat afgeleverd en al zijn ze op het podium niet echt van de publieksinteractie, wát een fijne show. Heerlijke gitaartjes en geluidseffecten, meesterlijke spanningsopbouw en breaks, drummer in galop. Dat gaat nie rot. Opmerkelijk: Rats On Rafts is de eerste band vandaag waarbij de palmbomen op het podium niet misstaan.

Middagprogramma voor nachtdieren
Antilounge is het terrein van de nachtdieren. Kazil, Nour Fawzi, The Raw Bros en Ghost Kwini, allemaal in de middag geprogrammeerd, moeten het daarom vooral van de eer hebben en niet van de volle zalen. Sommige beatbouwers brengen zelf wat entourage mee, maar de middag in de kleine zaal is kort gezegd ‘loungen voor de happy few’. Er is voor de aandachtige luisteraar overigens genoeg avontuur te halen: Kazil doet vandaag zijn allereerste show en dat voelt nog ietwat onwennig aan, Nour Fawzi knutselt knappe kunstwerkjes van breakbeats en natuurgeluiden, The Raw Bros mixen hiphopsamples met oude drumbeats maar verspringen net te vaak van genre wat dansen moeilijk maakt. Ghost Kwini maakt gebruik van spookachtige samples. Het blijkt maar weer dat de Haagse elektronische ‘scene’ misschien wel de enige echte underground van de stad is, en er nog vele parels gesampled en geproduceerd worden op laptopjes in zolderkamertjes.

Kinderen-voor-Kinderenscreamo
De show van Rats On Rafts blijkt de aftrap voor een lang blok punkgerelateerde mayhem die het hoogtepunt van de dag gaat zijn. De driedelige tandem Mary Fields-Iconoclast-Blues Junkies máákt namelijk deze editie. Utrechtse mofo's Mary Fields geven hierbij het goede voorbeeld met een gloeiend hete show: gesmijt met gitaren, een trio goeie grunters en een baggerschip aan power op het podium. Het zou “Mathcore/Noisecore/Progrock/Jazz” moeten zijn wat ze doen, maar we horen vooral veel hardcore en weinig jazz. Tussen de nummers door komen ze met gortdroge mededelingen van het kaliber “Wij zijn Di-rect”. Dan: een onverwachte break en de hel breekt weer los. Vooral de laatste twee nummers vallen op met hun mooie dynamiek, wat een toffe boeking van Bazart. Een spektakelband uit Utrecht die lijkt te zeggen: John Coffey, move over met je saaie kinderen-voor-kinderenscreamo.

Iconoclast wordt aangekondigd als ‘cultmoment’. “De oprichters van The Molesters staan hier!” En inderdaad, de leden van Hofstad’s meest befaamde punkband, verdergegaan als Iconoclast, staan hier een exemplaar van hun debuutalbum uit te reiken aan niemand minder dan Joop Roelofs van Q65. Die maakt er een mooi showtje van, sjort een Iconoclast-shirt over zijn oude bast en zwaait vervaarlijk met zijn wandelstok. Dan horen we een zware basloop en is het los met een lekker punknummer. Dat lekker en punk blijft tot het eind en gezien de roep om meer vanuit de zaal kunnen we stellen dat het nieuwe album bij deze officieel is goedgekeurd. Ook met The Blues Junkies is het hakken en zagen. Vanaf de eerste minuut het gas erop met als niet te stoppen motor drummer Karel die op het eind nog even lekker los mag op een kanon van een drumsolo. “Helemaal zelf verzonnen!” Aldus Sander Bus.

Schor gebeld
Tussen de punk en electro spreken we Gideon Roozendaal en Wesley Bohemen, respectievelijk projectcoördinator en productie van het HPC. Zij hadden op donderdagmiddag opeens een heel ander project in handen dan in de zes maanden daarvoor. Wesley: “Alle draaiboeken aanpassen en afstemmen op de draaiboeken van het Paard was een enorme klus. Wat daarbij hielp was dat we dankzij State-X al ervaring hadden met zulke samenwerking.” Het duo heeft zich schor gebeld: “alle vrijwilligers voor het Spui afbellen, de bands informeren, de beveiliging... gelukkig reageerde vrijwel iedereen begripvol, zulk noodweer is overmacht. De band waren vooral blij dat het gewoon door kon gaan.”

Het Paard en HPC lijken er goed uitgekomen te zijn, maar voor sommige partners van het festival gooide het slechte weer wel erg veel roet in het eten. Gideon: “Kompaan had 1500 liter bier gebrouwen voor Plein Open. Reken maar dat het HPC gaat meedenken hoe dit nu op een andere manier aan de man gebracht kan worden.”

Who run the underground? Girls!
Op het Antiloungepodium in de Kleine Zaal dendert de elektronische metro (de underground, snap je) voort. Piouxsie klinkt als Tears and Marble maar dan wel als al hun tapes waren overreden door een vrachtwagen, de twee meisjes maken dromerige vervormde elektronica die nog lang door dreunt. Als na Piouxsie ook nog de betoverende Sumi het podium betreedt, laat Antilounge zien dat er een hoop vrouwelijke talent rondloopt in de stad. Na Sumi stroomt plots de zaal vol, de stellage voor de dj wordt opgeruimd en er komen instrumenten het podium op. Het is tijd voor Alkaloid. De Kleine Zaal barst uit zijn voegen als langzaam aan de live gespeelde clubsounds van de band over het publiek vloeien. Langzaam aan, want de gitaar doet het eerste nummer niets. Als de gitarist (samen met een handje vol stagehands) zijn apparaat weer aan de praat krijgt juicht het publiek uitbundig en is het feestje volmaakt. Alkaloid had niet misstaan in de Grote Zaal.

Het is aan Bimbo Electrico om het Antilounge podium af te sluiten. De zaal is propvol (net als de rest van het Paard) en de onverklaarbare mix van dance, wave, punk en electro doen de zaal dansen. Zoe Bowie als hyperactieve dansdirigente en Martijn Verlinden als opgefokte beatdominee. Als een trotse vader staat Verlinden (dé man achter Antilounge) achter zijn liveset, in het publiek ziet hij waarschijnlijk ‘zijn’ acts staan en kijkt hij trots terug op een geslaagde dag vol elektronische beloftes.

Winkelpubliek
“Het is gewoon heel kicken dat het toch door kan gaan”, zegt Antilounge-labelbaas Martijn Verlinden. “Wat wel jammer is, is dat je nu niet winkelpubliek niet meepakt. Het Spui staat altijd vol met huismoeders die met hun boodschappentassen tussen de benen naar de gekste acts staan te kijken. Met dit podium hier in het Paard blijven we een beetje op vertrouwd terrein. Het blijft underground zo.” Op de vraag of hij een zegje had in de beslissingen van afgelopen week: “Het was Rob zijn beslissing, ik was eerst een beetje huiverig. Maar ik denk dat het vooral een soort bescherming van mijn eigen acts is. Ik ben nu heel blij dat we hier staan.”

Surfen en spacen
Surfmuziek, daar moet je van houden. The Dawn Patrol maakt een mix van jaren 50’/60’ surfmuziek en iets meer op reverb gedreven nieuw werk. Een groot deel van de zaal kan dat erg goed waarderen, maar deels loopt het ook leeg. Mensen gaan een broodje halen of even buiten kijken hoe het met de storm is. Wel is The Dawn Patrol een vrolijk uitstapje naar al het donkere boze werk van de rest van de dag. Dan de act waar veel mensen naar uitkijken: Monomyth.

Het licht gaat uit, de band komt op, je ogen sluiten en daar ga je. In een oude pick-up truck dender je over een zanderig weggetje door de Mojavewoestijn om uiteindelijk bij Area 51 uit te komen, daar neem je dan het eerste ruimteschip richting Venus. Een spacende trip dus. Wel moet daar de kanttekening bij worden gemaakt dat pick-up truck net APK gekeurd is en het ruimtevaartuig van Russische makelij, oerdegelijk dus. Monomyth voelt soms iets te braaf, er kan weinig mis gaan en vooral niets uit de hand lopen. Misschien was hier toch het Spui en die lichtshow nodig geweest voor dat klein beetje extra.

Plein Open goes Bazart goes Paard is een succes: deze krachtmeting met de natuur is gewonnen door Hollandse samenwerking, Deltawerken-style. Wel valt te zeggen dat de omstandigheden zo speciaal waren dat er geen antwoord is op de vraag: Is er in Den Haag behoefte naar zo’n groot opgezet ‘underground’ festival? Of hebben de acts juist meer profijt van een kleinere, vollere zaal met een meer exclusieve vibe van ‘ik was erbij’? Volgend jaar ligt het Spui weer overhoop, dus het Paard, de Bazart en het HPC zijn – gelukkig – nog lang niet van elkaar af.