Douwe Bob in zijn element in intieme setting

“Alles wat ik doe, is al eerder gedaan maar dan véél beter. En ergens in 1880 ofzo.”

Esther Pordon | Foto's: Kees van der Niet ,

120 man past er in het Rietveld Theater te Delft, dat zondag 15 februari uitverkocht was voor een intiem concert van singer-songwriter Douwe Bob. Het enthousiast meezingende en lachende publiek kreeg nieuw, oud en gecoverd werk voorgeschoteld, afgewisseld met een flink portie humor.

In het kleine zaaltje van het Rietveld Theater staan op een tweetal versleten tapijten een piano, barkruk, bistrotafel met daarop twee kaarsjes, drie glazen en een gevuld waterkaraf, twee gitaarkoffers met op één daarvan een gitaar en twee menshoge planten. De houten bankjes op de tribune vullen zich met gezinnen inclusief jonge kinderen, verliefde stellen en groepjes jonge meiden; een opvallend uiteenlopende mix. “Tadaaaaa!”, Douwe Bob betreedt de vloer en zet na wat kort gebabbel ‘Standing here helpless’ in. Een klein, gevoelig nummer wat destijds zijn auditienummer was voor het eerste seizoen van de Beste Singer-Songwriter van Nederland, en vandaag de juiste toon zet voor een set die haast aandoet als een huiskamerconcert.

Het is koud in de zaal, wat ook Douwe niet is ontgaan: “Ik heb koude klauwen joh!”. Het eerste lachsalvo breekt - ironisch genoeg - het ijs. Tijdens de eerste ‘akte’ - we zijn immers in het theater - speelt de 22-jarige singer-songwriter onder andere ‘oude’ nummers, een cover van John Hartford en wat nieuw werk; een fijn voorproefje van het op 15 mei te lanceren nieuwe album. Posthuma’s verhalende teksten en melodieën gedijen goed onder de sobere setting. Vooral het weemoedige ‘Black on my palette’, komt met zijn treffende metaforen flink binnen. Toch haalde het nummer de nieuwe plaat niet, tot grote teleurstelling van de zaal. Gelukkig verzacht Douwe even later het leed enigszins, door te beloven na de pauze ijsjes mee te nemen voor de kinderen in het publiek. Dat het koud was, is iedereen inmiddels al lang vergeten.

Nadat iedereen na de pauze is uit geritseld met de papiertjes van de beloofde ijsjes, zet de muzikant uit Amsterdam het eerste en enige nummer achter de piano in. Akte twee swingt wat meer en ook in de dialogen met de zaal - die veelvuldig reageert, onderbreekt en vraagt - blijkt Douwe Bob een entertainer. Blijkbaar is het momenteel 12 graden in Marrakech, is Marco Borsato in het echt net zoals op tv, heeft Douwe een hekel aan John Mayer, weet hij niet hoever Delft bij Den Haag vandaan ligt, schuilt er stiekem een koordirigent in hem en verzorgt het publiek maar al te graag de driestemmige achtergrondzang van ‘You don’t have to stay’.
 
Verzoekjes uit het publiek - zolang het maar niet John Mayer is - sluiten het theaterconcert in Delft af. Slechts gewapend met een gitaar, zittend op een barkruk naast een bistrotafel met twee kamerplanten op de achtergrond en nauwelijks afstand tot zijn toeschouwers, blijkt Douwe Bob helemaal in zijn element. Hoewel hij bij het inzetten van een eeuwenoud Iers folklied twijfelt of wat hij doet wel relevantie heeft, rest ons slechts te hopen dat hij dit soort kleinschalige optredens ook in de toekomst blijft doen. En dat hij het prachtige ‘Black on my palette’ ooit nog op plaat zal uitbrengen.