Openhartige Diana Jones entertaint Theater in de Steeg

Buurthuis geniet van kundig Schots-Amerikaans samenspel

Mathijs Nicolai | Foto's: Jan Piet Hartman ,

Op een intens koude 6de februari liep het knusse Theater in de Steeg vol voor een optreden van de Amerikaanse folk artieste Diana Jones. Jones wist, geschaduwd door haar Schotse metgezel Daniel Meade, met ogenschijnlijk groot gemak het gewillige publiek met haar traditionele, verhalende folkliederen in te palmen.

Het is voor de leek vanavond even zoeken, in een smoezelig steegje waar je normaliter de los- en laadplaatsen van het plaatselijke midden- en klein bedrijf zou verwachten is het bescheiden theater gevestigd dat vanavond decor is van het muzikale samenkomen van Diana Jones en Daniel Meade. Eenmaal gearriveerd merkt men al vlug op dat het dringen is in de foyer voor de ingang van het zaaltje. Terwijl een enkeling zich nog te goed doet aan een flesje gerstenat en de gratis verstrekte borrelnootjes staat het merendeel van het publiek enigszins gespannen te wachten tot de deuren om kwart over acht dan eindelijk van het slot gaan. Het is exemplarisch voor het fanatisme van de bescheiden schare fans waar akoestische folk, blues en country artiesten in Nederland nog altijd op kunnen rekenen. 

Als de vijftigers, zestigers en een aantal verdwaalde twintigers de circa tachtig beschikbare stoelen even laten hebben weten te verdelen betreedt Daniel Meade gewillig de bühne. De vanuit het Schotse Glasgow opererende troubadour vergezelt Diana Jones op haar 9 data tellende tour door Nederland en België en krijgt vlak voor Jones zich laat zien de gelegenheid om het een en ander van zijn eigen werk te presenteren. Meade bracht dit jaar al een prima plaat (‘Keep right away’) op de markt waarop een bonte mix van folk, country en opzwepende bluegrass te horen valt. Logischerwijs is de Schot genoodzaakt om in zijn eentje de zaak een stuk minimalistischer aan te pakken en dat doet hij door een drietal kalere nummers te spelen, waaronder het eigenaardige, vaardig gespeelde oudje ‘As good as can be’ en het prachtige, Dylanesque ‘Sometimes a fool’s the last to know’ van zijn laatste worp. Na een kwartier is het officieuze voorprogramma voorbij wanneer Meade de hoofdattractie van vanavond op het podium roept. Ondanks dat de setting niet geheel recht doet aan het werk van Meade heeft de beste man zeer zeker zijn visitekaartje af weten te geven, het is te hopen dat Meade binnen afzienbare tijd met band in het Haagse valt te bewonderen. 

Zonder een noemenswaardige pauze trapt Jones haar set af en stelt Meade zich voor het restant van de avond nederig op in de schaduw van de veterane uit de Verenigde Staten. In het eerste deel van de set speelt een geconcentreerde Diana Jones een aantal liederen van haar laatste plaat ‘Museum of Appalachia recordings’ uit 2013. Zonder daarbij al te veel het publiek te bespelen brengt het Schots-Amerikaanse duo onder meer het door Meade subliem ingekleurde ‘Drunkard’s daughter’ en ‘Tennessee’, een schitterende ode aan de Amerikaanse staat wiens landschap grotendeels wordt bepaald door de Jones zo geliefde Appalachen. Het afzijdige begin, dat ongetwijfeld voortvloeit uit het feit dat de twee vanavond voor het eerst het podium delen, komt ten einde wanneer de Amerikaanse zich realiseert dat het met de chemie vanavond wel goed zit.  

Langzaamaan introduceert Jones haar liederen wat uitgebreider en wordt de interactie met het publiek nadrukkelijker gezocht – zo leren we bijvoorbeeld dat ruim de helft van de aanwezigen de Amerikaanse al eens eerder aan het werk heeft gezien. Niet veel later deelt Jones haar publiek mede dat haar dieptreurige liederen over het gebroken hart wel degelijk van elkaar zijn te onderscheiden, zo valt ‘Drug for this’ over het algemeen in goede aarde bij haar mannelijke fans en blijkt ‘If I had a gun’ veel vrouwelijke aanhangers te hebben. Of ze ook daadwerkelijk van mening is dat mannen met hartezeer naar de verdovende middelen grijpen terwijl vrouwen moordlustig worden, laten we nog maar even in het midden. Naast de wat luchtigere babbels is er ook ruimte voor wat serieuzere zaken, bijvoorbeeld wanneer ze toelicht hoe haar woede over het destructieve gedrag van de Amerikaanse kolenindustrie in haar geliefde Appalachen heeft geleid tot de ode ‘Appalachia’. Het meest persoonlijk wordt ze wanneer ze aangeeft hoeveel moeite het heeft gekost om na het tragisch overlijden van een van haar beste vriendinnen hier een nummer over te kunnen schrijven maar hoe het uiteindelijk toch is gelukt.  

Doordat Diana Jones zich vanavond zo openstelt en op tactvolle wijze her en der wat nummers van toelichting voorziet, blijven de dankbare toehoorders gewillig eten uit de hand van de Amerikaanse. Tegen half elf komt er dan na een toegift een eind aan een avondvullend programma dat zonder meer voldoening heeft gegeven. Links en rechts duiken mensen de koude, Haagse nacht in of maken nog een informele babbel met Diana Jones of Daniel Meade in de foyer van het theater.