Songbird Sessions vindt veilig nest in Paard van Troje

Brave singer-songwriters zorgen voor charmante avond, maar verrassen niet

Mick Claessens | Foto’s: Nienke Verhoef ,

Na een aantal succesvolle edities van het festival Songbird in Rotterdam besloot de organisatie haar vleugels uit te slaan en onder de noemer ‘Songbird Sessions’ een gang langs de Nederlandse poppodia te maken. Met een vaste programmering van vier ex-Songbird artiesten en drie lokale singer-songwriters worden dit jaar vijf verschillende steden aangedaan. Op donderdag 23 april waren de liedsmeden te zien in het Paardcafé en de kleine zaal van Paard van Troje.

De avond begint in de kleine zaal, waar singer-songwriter Roo Panes dertig minuten krijgt om een vijftigtal bezoekers te vermaken. Vermaken is echter niet het juiste woord. De jonge Brit beroert liever en neemt de luisteraar mee op een trip die je dwars door het Engelse platteland voert. Dat gevoel krijg je door zijn warme, ietwat donkere, stem en de slepende nummers die hij speelt op zijn twaalfsnarige gitaar. Met zalvende, op de oude folktraditie geschoeide, luistersongs begint het festival muzikaal gezien dus redelijk traditioneel vanavond.

Vanuit de kleine zaal maken we de gang naar het Paardcafé waar singer-songwriter Alex Alden het podium heeft opgeëist. De lieflijk ogende Alden is klein van stuk en straalt terwijl ze op het podium staat. Door haar soulvolle voordracht en de aanvullende akoestische gitaararrangementen lijkt ze muzikaal wel een beetje op Eva Cassidy. In vergelijking met Cassidy zijn Aldens nummers echter minder intens en een stuk lichtvoetiger van toon. Alden kleurt voorzichtig binnen de lijntjes en het is spijtig dat ze, ondanks haar mooie, natuurlijke stemgeluid, vocaal niet écht uit durft te halen.

Waar de vorige twee artiesten vooral ingetogen werk lieten horen mag bij Andreas Moe voor het eerst bewogen worden. Moe is een van de bekendste namen op het festivalaffiche. Hij was immers de stem van de Avicii -hit ‘Fade Into Darkness’ en verveelde gratis Spotify-gebruikers maar wat graag met zijn catchy single ‘Ocean’. Voor het schrijven van aanstekelijke melodieën ben je bij Moe dan ook aan het juiste adres. De veelzijdige Zweed beschikt over een dynamisch stemgeluid (met een mooie falset) en gebruikt de bass drum om zijn songs wat meer ‘body’ te geven. Qua songwriting is het echter voorspelbaarheid troef, waarbij de zoetsappigheid overigens nog net binnen de perken blijft

Dan weer van de kleine zaal naar café, oftewel: van de gitaar naar de toetsen. In het Paardcafé krijgt Alumna - Diede Oosterveen - twintig minuten de kans om haar zielenroerselen te delen. Dat doet ze goed. De melancholische nummers hebben een bedwelmende werking en doen in de verte denken aan de rustigere pianosongs van Radiohead (denk aan het prachtige ‘Videotape’). Hoewel ze vooraf nog niet helemaal besloten heeft in welke volgorde ze de nummers wilt spelen benut Alumna haar twintig minuten ten volle. Het Paardcafé is muisstil. Mooi.

Alumna lijkt vooraf de perfecte opmaat te zijn voor Rae Morris; dat is toch ook een ‘pianomeisje’? Morris heeft echter haar band meegenomen en klinkt daardoor een stuk voller. Muzikaal zijn beide ook niet te vergelijken overigens. In tegenstelling tot Alumna maakt Morris meeslepende elektronische popliedjes die zo op de soundtrack van een willekeurig deel van The Hunger Games zouden passen. De vocale performance van de jonge Britse is sterk en op het podium straalt ze als een enthousiaste Disney-ster in haar eerste tv-optreden. Het zwaartepunt van de set zit in het midden van de show, als de rustige pianoballad ‘Don’t go’ overgaat in ‘Morné fortune’ en het aanstekelijke ‘Love again’. Onverwacht leuk.

In tegenstelling tot de andere lokale artiesten krijgt Son Mieux iets langer om zich te presenteren. De band rondom Soul Sister Dance Revolution-lid Camiel Meiresonne bestaat naar eigen zeggen nu zo’n twee weken. Die laconieke uistpraak wordt ontvangen met een voorzichtig gelach waarop Meiresonne vol zelfspot reageert: “Ken je lachen! Maar we zijn super goed!” Het begin is goed. De band brengt verrassend puntige folkpopsongs waar voor zwijmelen geen plaats lijkt te zijn. Dat komt vooral door de venijnige zang en bijbehorende gezichtsexpressie van Meiresonne. Met het verstrijken van de set wordt het echter steeds rumoeriger in het Paardcafé en dat is spijtig.

Dan maar weer naar de kleine zaal, waar de bebaarde Brit Jon Allen gerust de hoofdact van de avond genoemd mag worden. Net als Roo Panes eerder, put ook Allen gretig uit de folktraditie. Allen schuift in zijn songs echter meer richting de traditionele folkrock en vindt zijn inspiratie hoorbaar bij artiesten als the Beatles en Rod Stewart. De zanger heeft voor de gelegenheid een toetsenist meegebracht, die zijn mooie folknummers op perfecte wijze inkleurt. Mede daardoor kan Allen vakkundig laveren tussen kleine gitaarliedjes als ‘Night and day’ en swingendere songs als 'Dead man's suit', dat als hoogtepunt aangemerkt mag worden. Het gaat Allen makkelijk af, maar routinematig is het nergens.
 
Met ‘Last orders’ solo op gitaar ("I’ll love you till the music dies") sluit Allen de avond op passende wijze af. Hij besluit een avond die een keur aan singer-songwriters liet horen, elk met hun eigen inslag of achtergrond. Dat het allemaal wat braafjes was kan niet ontkend worden. Buiten de gebaande paden werd niet getreden vanavond. Voor de bezoeker zonder die verwachting, vormde die braafheid echter juist de charme vanavond.