Roosbeef bewijst de Nederlandse taal op Crossing Border

Nederlandse poëzie in een muzikaal jasje: opzwepend (en overtuigend?)

Schrijver: Britte Doensen | Fotograaf: Nienke Verhoef ,

Op Crossing Border zul je weinig Nederlandse acts tegenkomen op de line-up. Roosbeef is dan ook een van de weinige acts die zich wagen aan het Nederlandstalig zingen, dus voelt ze wat dat betreft misschien wel wat druk.

HET CONCERT

Roosbeef, Crossing Border, The Raven, zaterdag 15 november

DE ACT

Roosbeef laat als eerste ‘officieel’ van zich horen in 2005, waar naamgever Roos Rebergen de Grote Prijs van Nederland wint in de de categorie singer/songwriter. De kennismaking tussen Roos en Nederland brengt de band in een ontwikkeling die nu nog steeds gaande is en er, bovendien, vrij hard aan toe gaat. Samen met drummer Tim van Oosten, Tom Pintens op bas en Tijs Delbeke (toetsen, gitaar, zang) –inmiddels is de groep half Nederlands, half Vlaams– wist Roos reeds drie albums en een paar ep’tjes op haar naam te zetten en hield ze er een heleboel samenwerkingsverbanden op na met verschillende Nederlandse en Vlaamse artiesten. Vanavond staat Roos echter ‘gewoon’ met haar oude vertrouwde band op het podium op Crossing Border.

HET NUMMER

‘KALF’: een nummer dat het einde van een jeugd bezingt. Het leven van Roos schommelt tussen het kalme, Nederlandse platteland en de ietwat drukkere Belgische stad sinds ze twee jaar geleden naar Antwerpen is verhuisd. Aan de zangstem van de artieste is de Belgische invloed inderdaad goed te horen. Een goede vraag om hier te stellen is echter of het wel handig is om het harde Nederlands en zachtere Belgische accent af te wisselen; het lijkt de verstaanbaarheid van de teksten namelijk niet te bevorderen en laat wat individuen met onbegrepen gezichten achter.

HET MOMENT

Als Roos aan de piano gaat zitten en er verder geen instrumenten worden bespeeld, zet ze ‘Raak mij aan’ in. In tegenstelling tot de rest van het optreden, waar namelijk een goede afwisseling tussen Roos’ enigszins schattige zangstem en harder gitaar- en drumwerk te horen is, is het nu maar een beetje stil. De tekst van het nummer gaat over de zoektocht naar kwetsbaarheid en door deze setting wordt dat extra benadrukt. Het nummer is bijzonder opgebouwd; er worden meer instrumenten ingezet naargelang het nummer vordert, zonder het kippenvelgevoel weg te nemen.

OOK OPMERKELIJK

De band zoekt in tekst en klank behoorlijk het alternatieve op. Veel opzwepende, diepe en lange muzikale uithalen met gitaar en drum op de achtergrond en Roos’ hoge stem, met ietwat vreemd accent op de voorgrond. Je zou het geheel kunnen opvatten als bijzonder, maar even goed als een beetje melancholisch en –op sommige momenten althans– een beetje zeikerig.

HET PUBLIEK

Het publiek staat er vervolgens een beetje verfomfaaid bij. Duidelijk is dat er echte fans in de zaal aanwezig zijn; fanatieke meezingers met een paar lichte bewegingen met hoofd en heupen. De rest van de mensen, vooral achteraan in de zaal, weet niet echt zeker wat ze hiermee aanmoeten. Misschien komt het door de bescheiden mate van onverstaanbaarheid, of misschien is het niet echt hun ‘ding’, die rare Nederlandse muziek.

HET OORDEEL

Kwalitatief steekt het optreden goed in elkaar; er wordt een goede balans gevonden tussen breekbaarheid in bijvoorbeeld de teksten en de zangstem van Roos, en harder gitaar- en drumwerk. Dat is leuk en fijn om naar de luisteren. Kritiek kan echter gevonden worden in de verstaanbaarheid van de teksten en de ietwat zeurderige manier waarmee deze gebracht worden.

DE FOTO