Verslag Parkpop 2014: Staedion Stage

Met Gers Pardoel, 10cc, Eefje de Visser en meer

Cok Jouvenaar, Martin de Kruijter en Robin Stroop | Foto's: Ramond Jaggessar, Kees van der Niet en Jan Rijk ,

Het hoofdpodium Staedion staat deze editie van Parkpop weer bomvol muzikale parels met twee gevestigde namen en opkomend talent. Van hiphop cutie Gers Pardoel, elektronische indie Parijse trio We Were Evergreen, zoetig zingend gitaarmeisje Eefje de Visser, bluesy en beladen Jonny Lang tot de fameuze oudgedienden 10cc.

Echte zondagochtendmuziek voor de fijnproevers. Dat maakt het trio met de illustere naam We Were Evergreen. Een mengsel van verstilde electronica, engelenzang, percussie, samples en hier en daar een gitaartje wordt op een geheel eigen wijze aan het publiek vooraan bij de Stadion Stage opgediend. Erg veel publiek is er echter nog niet op dit tijdstip. Het Parkpopprogramma ontbreekt dit jaar aan klinkende namen en een openingsact heeft het sinds jaar en dag toch al zwaar. Desondanks staat We Were Evergreen zijn mannetje. Uiteraard heeft het materiaal van debuutalbum ‘Toward’ de hoofdrol. Volgens zanger en ukelelespeler Michael Loit nog niet gedistribueerd in Nederland, maar in thuisland Frankrijk is de plaat wel te verkrijgen. Het vinyl is vandaag echter wel rustig aan te schaffen in de merchandise-stand links van het podium. Gaandeweg gooit het trio meer vuur in het repertoire en is het nét of er een complete band op het podium staat. Toch is het folky element met synthesizers het handelsmerk van de Fransen. Het klinkt lullig, maar lief is toch wel het woord voor dit trio. We Were Evergreen is gewoon een lief bandje en een perfecte opener voor de vroege zondag. (CJ)

“Is dit die band met die lekkere wijven?” zei een bejaarde grijze goatee vlakbij het podium. Misschien. Maar Eefje de Visser en haar muzikale ensemble zijn wel wat meer dan dat. Kleine en intieme liedjes met dromerige teksten. Dat is wat je doorgaans leest over Eefje de Visser. Live op het podium is het echter een geheel andere beleving. Dit is namelijk geen stereotype ‘meisje met een gitaar’. Dit is een meisje met zes man/vrouw begeleiding met gitaren, drums, piano en zelfs electronica. Een volwaardige band dus, en zo klinkt het ook. Eefje en haar in matching outfits geklede kompanen maken namelijk van elk klein nummer een groots nummer. Live probeert ze om “de energie in de liedjes te vinden” en er een dansbare belevenis van te maken, iets waar ze duidelijk in slaagt. Het publiek is in groten getale aanwezig en zingt met enthousiasme vrijwel alle teksten mee. Eefje's opa en oma woonden in Moerwijk, vandaar dat het Zuiderpark vertrouwde grond is. Met succes optreden op het hoofdpodium van Parkpop is dan ook een prachtige logische stap in de zegetocht van Eefje de Visser. (MK)

Dat Gers Pardoel nogal een ding is, is wel snel duidelijk aan de bizarre hoeveelheid mensen die zich rondom Staedion tot aan de verste vreethokken schaart. Dringende meisjes met roze blosjes op de wangen en kriebels in de onderbuik, zo ook overduidelijk hun soppende moeders, en stuiterende kinderen groot en klein wachten met gespannen enthousiasme de opkomst van de ‘vet coole’ Gers aka Gerwin af. En al snel staat iedereen mee te ‘rappen’ op de hersenschors klevende lyrics en te hossen op de beats van de hiphopheld. Uiteraard volgt er snel een anekdote van de eerste keer in Den Haag, die we al vaak van andere artiesten voorbij hoorde komen op Parkpop, over hoe Gers als vijfjarig broekie in ons stadje aan zijn oma vertelt dat hij altijd zichzelf wil blijven. Een mooi bruggetje naar zijn track ‘Zijn’, met teksten als “zolang je maar, jezelf was, jezelf bent, jezelf blijft”. Dan mag een zekere krullebol A.B. wel de knuffelbeer van de hiphop zijn, niets en niemand is meer knuffelbaar dan top entertainer Gers, en zeg nou zelf, wie wil er nou niet achterop zijn bagagedrager?! (RS)

Met zijn rauwe, doorleefde stem, raggende gitaarritmes en breed uitwaaiende gitaarsolo’s is Jonny Lang de personificatie van het begrip blues rock. De goede man is ‘pas’ 33 jaar oud en ziet er uit alsof hij uit een foute boyband is ontsnapt, maar klinkt als iemand die een zwaar leven achter de rug heeft. En dat is ook zo. Beroemd worden (in de VS) op je zestiende, het winnen van een grammy en vijf albums in de top 50 van de Billboard 200, dat doet ook wel wat met een mens. Wat het met Jonny deed is hem naar een drugs- en alcoholverslaving leiden. Sinds 2000 is hij echter weer volledig clean en met de hulp van bovennatuurlijke krachten kreunt, steunt, schreeuwt en soleert hij ook op het grote podium van Parkpop weer de pannen van het dak. De aanwezige bezoekers – te weinig voor wat in meetbare getallen feitelijk de grootste act op het festival is – bestaat uit muzikale fijnproevers. Mensen die het kunnen waarderen wanneer een uithaal door merg en been gaat, want dat gaat het geregeld. Jonny en zijn band genieten zelf dan ook met volle teugen van wat een oerdegelijk optreden is. (MK) 

In de categorie Goud van Oud staat dit jaar 10cc op het podium met de taak om Parkpop 2014 af te sluiten. De jaren van grote hits was die van de superbands uit de jaren zeventig. 10cc paste in het rijtje van Eagles, Supertramp, Fleetwood Mac en ga zo maar door. De term popmiljonair stamt uit die tijd. Van het oorspronkelijke kwartet maakt alleen Graham Gouldman nog deel uit van de bezetting. Tijdens het voorlaatste bezoek van 10cc aan Den Haag in 1993 - het door Veronica georganiseerde strandconcert - nam Eric Stewart nog het voortouw. Maar Gouldman is nu de man waar het allemaal omdraait. Zijn baswerk en imposante Rickenbackerbass zijn er niet minder om. Maar wat wil je ook als je al een mensenleven op het podium staat. Toch is het geen echte livemuziek wat de vier oude heren en wat jongere gitarist/toetsenist het publiek op parkpop cadeau doet. Strak gepolijste pop zonder dat het ook maar organisch overkomt. Werk van de klassieke albums ‘The Original Soundtrack’ en ‘How Dare You!’ zoals ‘Life is a minestrone’, ‘I’m Mandy fly me’ en ‘Art for Art’s sake’ maar ook ‘So long’ en megahits als ‘The things we do for love’, ‘The Wall Street shuffle’ en ‘I’m not in love’ komen voorbij en worden met een zucht der herkenning meegezongen door het oudere publiek. Zeker de close harmony samenzang in ‘The things we do for love’ is van een té perfecte proportie. Gouldman en co moeten het echt hebben van de muziek en de hits. Als er dan afgesloten wordt met ‘Dreadlock holiday’ is het net of we naar een band hebben gekeken die zijn eigen werk heeft gecoverd. (CJ)