Een festival openen is niet altijd de makkelijkste taak voor een band. Als dat dan ook in de stromende regen is, valt het al helemaal niet mee. Sugar Boy and The Sinners staat voor een lastige taak op de Plaats. Bij aanvang van het optreden is er slechts een handvol mensen aanwezig die ook nog eens op flinke afstand van het podium onder parasols en afdakjes verscholen staan. Het viertal laat zich echter niet zo makkelijk uit het veld slaan en duikt vol enthousiasme het optreden in. Een strakke mix van rock ’n roll en blues is wat we voorgeschoteld krijgen, met nummers over bijvoorbeeld vreemdgaande vrouwen en slechte gewoontes. Boy Vielvoije, Ronnie Guerin, Vinnie Guerin en Frankie Duindam wonnen tezamen al de Dutch Blues Challenge en werden derde in de European Blues Challenge. Frontman Vielvoije won bovendien ook nog een Dutch Blues Award als Beste Harpist. Een mooie erelijstje voor deze nog jonge band en getuige dit optreden ook volledig terecht. De band speelt strak en gedreven met een authentieke sound zonder gedateerd te klinken. Een uitstekend ietwat nat begin van het festival. (RvdH)
Verslag Life I Live Festival: Plaats
Met Sugar Boy and The Sinners, MY BABY, Michael Prins, Layla Zoe en The Baboons
Het Life I Live Festival beleefde dit jaar haar vierde editie, en dit jaar vond het festival plaats tijdens de eerste 'KoningsNach'. Tussen de Hofvijver en de Gevangenpoort ligt de Plaats, tijdens het Life I Live Festival dé plek voor de liefhebbers van blues, roots en rock 'n' roll in allerlei vormen.
‘Lets start a voodoo jam’, roept gitarist Daniel Johnston als hij zijn slide op zijn (zelfgebouwde?) snaarinstrument zet en de set van MY BABY aftrapt. Voodoogoden aanroepen zou geen probleem moeten zijn op de Plaats, waar tientallen nekken werden doorkliefd en Witten gelyncht. Toch komt het publiek wat in de regen staat te kijken naar het drietal –nog- niet in vervoering. MY BABY maakt swamp blues, en doet denken aan muziek die Seasick Steve maakt. Jagende, duistere, ritmische blues. Twee rauwe gitaren, veel slide en sjokkende drums. Cato van Dijck, broer Joost en de kiwi Daniel Johnston zijn profmuzikanten. Muzikanten die voorheen met Souldiers net zo goed soulmuziek konden vertolken als ze nu de blues spelen. De stem van Cato van Dijck is fenomenaal, geen noot wordt gemist en geen uithaal overgeslagen. En daar zit hem het ‘probleem’; MY BABY is iets te perfect om zo uit het moeras getrokken te zijn. Na de voodoo jam blijft het jagende donkere liedjes stromen, maar het blijft wat afstandelijk. Tot de single 'Take it as a warning'. Het lied heeft een haast Talking Heads-achtige junglebeat en het publiek komt eindelijk een beetje in extase. Van Dijck kondigt vanaf dan liedjes aan in het Nederlands in plaats van het Engels, er wordt gelachen en de afstandelijkheid is er af. MY BABY sluit de set dan ook ijzersterk af. (JG)
De Haarlemse singer-songwriter Michael Prins mag zich de beste singer-songwriter van Nederland noemen sinds hij het tweede seizoen van het gelijknamige tv-programma won. Met het nummer ‘Close to you’ scoorde hij een aardige hit en ook debuutalbum ‘Rivertown Fairytales’ deed het goed in de charts. Tijdens zijn optreden vanavond zit het Prins echter allemaal wat minder goed mee. Vooral het geluid speelt hem vanavond parten. Het gitaargeluid is hard en schel, microfoons zingen rond en tijdens bijvoorbeeld het spelen van ‘Close to you’ zit er veel te veel galm op de zang. De muziek komt in deze setting, samen met Marien op cello, dan ook nauwelijks tot zijn recht. En misschien is het ook wel niet de muziek voor op een groot buitenpodium en kun je een optreden van Prins beter in een intiemere setting bezoeken. Michael Prins heeft een prachtige stem, speelt uitstekend gitaar en heeft genoeg boeiende nummers op zijn repertoire, maar het publiek houdt de aandacht er nauwelijks bij. Prins verdient absoluut meer. (RvdH)
Het plein stroomt rond kwart voor elf vol zodra Layla Zoe het podium betreedt. In eerste instantie denken sommige toeschouwers dat Anouk op het podium staat vanwege haar lage stemgeluid, maar al gauw is duidelijk dat het hier om een andere rock chick gaat. De eerste paar nummers blijft het publiek nogal rustig. Er wordt voorzichtig meebewogen, maar echt een dansfeestje is het niet. De zangeres trekt zich daar echter niets van aan, want die is vanaf het eerste moment aan het headbangen met haar lange rode haren. ‘I’ll be singing my blues until I die’ zingt ze vol overtuigingskracht. Ze geniet zichtbaar van het moment en lijkt af en toe wel in extase te raken. Uiteindelijk komt het publiek ook een beetje los en wordt er zelfs gedanst en gesprongen. Layla Zoe heeft een ruige en krachtige stem, maar ondanks het goede stemgeluid lijken alle nummers op elkaar. Hierdoor wordt het optreden nogal eentonig, maar gelukkig wordt aan het einde ineens een andere weg ingeslagen met ‘It’s a man’s world’ van James Brown. Dit laat meteen zien dat de band zeker over enorm muzikaal talent beschikt, alles lijkt te kloppen. Layla Zoe maakt er een hele eigen versie van, waardoor nu wel duidelijker wordt waarom ze als blues zangeres gezien wordt. Het publiek heeft zichtbaar genoten van het optreden en het gevoel is wederzijds zegt Layla Zoe bij haar afscheid. (FC)
Als technisch gezien Koningsnach pas echt begint, spelen The Baboons op het koude Plaats. Spieren zijn koud, jassen nog vochtig van de regen en buiken zitten vol met bier of wijn. Mensen zoeken elkaar op om beschutting tegen de wind te vinden. Of het nu jouw ding is of niet, wanneer de mannen uit het Belgische Turnhout gaan spelen, zweept het allen op. Heupen schudden, mensen lachen en iedereen waant zich even in vijftiger jaren. Frontman Arthur lijkt moeiteloos een een authentieke feel aan zijn zang te geven. De mannen genieten van de muziek en het maken er van en lijken vooral heel blij te zijn dat ze mogen doen wat ze doen. The Baboons doen iets heel knaps, iets gedateerds, hoe swingend ook, totaal eigentijds laten klinken en er een waar feest van te maken. (RS)