Fexet, Drunktank en Cooper tonen breedte punkrockspectrum

Goede sets voor weinig publiek in Paard van Troje

Koen Kleiberg ,

Op donderdag 12 juni stonden drie Haagse punkrockbands van drie verschillende generaties in de kleine zaal van Paard van Troje. Hoewel er niet veel publiek was, maakten Fexet, Drunktank en Cooper er alsnog een gezellige avond van, waarbij ook maar weer eens duidelijk werd hoe breed het punkrockspectrum eigenlijk is.

Wanneer Fexet als jongste van de drie bands het spits mag afbijten, is het nog angstvallig leeg in de zaal. Heeft het te maken met de start van het WK voetbal? Met de releaseparty van F, even verderop in de SuperMarkt? Of gewoon met het zomerse weer buiten? Er staat hoe dan ook slechts zo’n veertig man publiek, vooral vrienden en familie, en dat is jammer, want Fexet speelt een goede set. Oude nummers van de twee EP’s worden afgewisseld met nieuw materiaal van het debuutalbum ‘The Airport Guys’, dat eind september uit moet komen. Een van Fexets sterke punten is de krachtige samenzang tussen zanger/gitaristen Rogier en Sam, die dan weer afwisselend, dan weer aanvullend werkt. Deze samenzang werkt uitstekend in het hoogtepunt van de set, ‘Marius’, een (voor punkrockbegrippen) rustig nummer dat de band opdraagt aan een overleden vriend. De nieuwe nummers borduren voort op de richting die het viertal met de EP ‘State Of Mind’ heeft ingeslagen, maar lijken ook wat sneller en melodieuzer dan het oude werk. Al met al maakt de band vanavond een goede indruk. Laat dat album maar komen.

Hoe breed en divers punkrock kan zijn, wordt duidelijk wanneer Drunktank zijn set begint. In een moordend tempo speelt het viertal zijn melodieuze skatepunk, die mede door de riffjes van de twee gitaristen soms zelfs grenst aan metal. Waar Fexet twee zangers heeft, doet Drunktank er nog een schepje bovenop; naast de twee gitaristen zingen ook de drummer en bassist volop mee, waarbij constant wordt afgewisseld in leadzang. Ook de voor skatepunk typische singalongs ontbreken niet, en nadat het publiek eerst een beetje de kat uit de boom heeft gekeken, wordt er later aardig meege-‘woohoo’t. Drunktank moet echter oppassen dat het niet te veel nummers met exact het zelfde ritme achter elkaar in de set plaatst, want op het eind lijkt de aandacht van het publiek wat te verslappen. Gelukkig is daar ‘Last one standing’, zonder twijfel Drunktanks sterkste nummer, waarmee de band alsnog zijn set op een goede manier weet af te sluiten.

Als afsluiter Cooper het podium betreedt, is de zaal gelukkig iets voller dan aan het begin van de avond. Het grootste deel van het publiek is duidelijk voor deze band gekomen. Cooper bestaat inmiddels al meer dan twintig jaar en kan dan ook uit een flink repertoire putten. De nadruk ligt vanavond echter op het meest recente, titelloze album dat eind vorig jaar verscheen. Wat hier direct opvalt is wederom het contrast met de twee voorgaande bands. Waar Coopers oude materiaal nog vooral punkrockgeoriënteerd is, heeft dit bij de nieuwe nummers plaatsgemaakt voor powerpop met een punkrockrandje. Het drietal heeft er zin in en gitarist René grapt en grolt regelmatig met het publiek. Helaas staat de zangmicrofoon van drummer Bertus veel te zacht afgesteld, waardoor de samenzang bij Cooper niet zo goed uit de verf komt als bij Fexet en Drunktank. Het lijkt de toeschouwers echter niet te deren, want hier en daar wordt er uit volle borst meege-zongen. De korte duur van de liedjes van het trio blijkt een groot voordeel, want na een set van drie kwartier en een toegift heeft het publiek zich geen moment hoeven te vervelen. Zo wordt het ondanks het lage aantal bezoekers dankzij drie goede optredens toch nog een gezellige avond.