Method Man en Redman laten Paard bouncen

Hiphoplegendes geven wervelende show vol klassiekers

Niels van den Bergh | Foto's: Ramond Jaggessar ,

Nadat grootheden als KRS-One, Donald D en Big Daddy Kane de afgelopen jaren naar Den Haags bekendste poptempel zijn gehaald, heeft de organisatie van The Ultimate ’88 Hip Hop Reunion ditmaal een heus superduo weten te strikken. Afkomstig uit illustere rapgroepen als Wu-Tang Clan en Def Squad, zijn Method Man en Redman zeker niet de minste te noemen. De heren zijn inmiddels onafscheidelijk sinds hun gezamenlijke album `Blackout’ eind vorige eeuw zeer goed werd ontvangen. Tien jaar later volgde `Blackout 2’ en momenteel wordt de laatste hand gelegd aan deel drie. Tussen alle opnames door toeren Mef en Red ter promotie door Europa en ook de Hofstad wordt even aangedaan voor een optreden vol met hiphopklassiekers.

Terwijl de geluidsman samen met de crew van de rappers nog druk in de weer is om alles af te stellen, wordt het publiek alvast door een toegesnelde mc opgehitst. Veel nut blijkt dit echter niet te hebben want alle ogen zijn inmiddels gericht op de coulissen waar de twee rappers zich ophouden. Vervolgens laten Method Man en Redman bij het betreden van het podium direct zien hoe je duizend man in beweging krijgt. Gekleed in rode bodywarmers en bijpassende caps worden op zeer energieke wijze de nummers `Errbody scream’ en LL Cool Js `4,3,2,1’ gebracht.

Het eerste deel van de set gaat echter in zo’n sneltreinvaart voorbij dat het lijkt alsof het duo er geen lange avond van wil maken. Van elk nummer worden niet meer dan twee tot drie minuten gepeeld. Beide heren droppen elk één van hun raps en het volgende nummer wordt alweer ingezet door de dj’s Allah Mathematics en Dice. Zodra Method Man vraagt om meer energie en wiet, gaan de eerste joints direct vanuit het publiek richting het podium. Daarnaast krijgen beide legendarische rappers overigens ook meerdere voorwerpen toegeworpen. Caps, shirts en zelfs een bril worden even uitgewisseld, waardoor de show vanavond een zeer gemoedelijke vibe krijgt.
 
Naast de gezamenlijke nummers krijgt elke rapper genoeg ruimte om solo materiaal ten gehore te brengen. Zo brengt Redman `Let’s get dirty’ (bekender in de uitvoering met Christina Aguilera) en laat Method Man de klassiekers `Bring the pain’ en `Fall out’ door de zaal dreunen. Tegen het einde van de set krijgen de meegebrachte dj’s als rustmoment beiden uitgebreid de tijd om hun scratch skills te showen. Hierbij baart vooral Mathematics opzien als hij tijdens zijn werkzaamheden beide schoenen uitdoet en vanachter de draaitafels naar Method Man gooit. Met de singles `How high (part 2)’ en `Y.O.U’ wordt vervolgens duidelijk dat het zwaartepunt van de avond voornamelijk aan het einde van de show ligt.
 
Als uitzondering op de reguliere setlist tijdens deze Europese tour vraagt Method Man: “Who wants more of that Wu-Tang shit?” Als extraatje worden enkele Wu-Tang Clan tracks gebracht, tot groot genoegen van de meerderheid van het publiek. Als ode aan de in 2004 overleden Ol’ Dirty Bastard wordt diens `Shimmy shimmy ya’ gespeeld. Op verzoek van beide rappers ontstaat direct een aardige moshpit voor het podium, maar tijdens de afsluiter van het optreden gaat de gehele zaal pas echt helemaal los. Het geluid wordt nog iets harder gezet en met `Da Rockwilder’ komt deze old skool hiphopavond tot een knallend einde.
 
Omdat de rappers waarschijnlijk nog de nodige energie over hebben en maar geen genoeg van de aandacht kunnen krijgen, duiken beiden om de beurt in het publiek. Method Man krijgt het voor elkaar om rechtop te staan terwijl tien man hem omhoog houden, maar Redman steelt uiteindelijk de show met een achterwaartse duik vanaf de geluidsinstallatie. Wat volgt is een sterk staaltje promotie en signeerwerk, waardoor het optreden enigszins als een nachtkaars uit gaat. Desalniettemin hebben de heren een onuitwisbare indruk achtergelaten en aangetoond dat de sound van twintig jaar geleden nog steeds zeer aanspreekt.