Het succesverhaal van Low Roar staat nog in de kinderschoenen. Veel aandacht van de pers kreeg het dromerige eerste album namelijk niet - vooral niet in Nederland - en ook een Amerikaanse tour zat er tot voor kort nog niet in. “Veel mensen komen nu pas achter de eerste plaat. Voorheen deed ik dan ook niet aan promoten maar nu heb ik een heel management en een platenlabel waardoor ik sneller opgemerkt word.” De 32-jarige Karazija heeft het nu zo ver geschopt dat hij met zijn twee bandleden een maand lang Amerika mag doorreizen als voorprogramma van een van de meest belovende bands van het jaar, Ásgeir.
Maak kennis met Low Roar
Low Roar, is het nou een soloproject of een driekoppige band? Het begon in ieder geval allemaal met Karazija op eigen houtje. Op zijn zestiende pakte hij voor het eerst een gitaar op, op zijn twintigste startte hij een band genaamd Audrye Sessions en op zijn achtentwintigste viel de band uit elkaar. “Het werkte niet meer, we hadden te veel meningsverschillen dus hebben we het stop moeten zetten en ben ik naar IJsland verhuisd.” Van het zonnige Californië verhuizen naar het ijskoude IJsland waar het zelfs in de zomer niet warm te noemen is. Wat ging er om in zijn hoofd? “Niet veel. Ik was er al een paar keer geweest en ben er verliefd op geworden. Na twee jaar het land meerdere malen te hebben bezocht heb ik de keuze gemaakt er naartoe te verhuizen. Ik dacht niet aan het grote verschil. Ik wilde verandering en dit was perfect. Het was een nieuw begin, een hergeboorte.”
Zonder na te denken een nieuw leven opbouwen, het is een grote stap die je moet durven te wagen. Heel simpel was het dan ook niet. Vooral het vinden van een baan ging niet vanzelf. “Alles wat ik hiervoor deed in Californië was verdwenen. Maar ik heb nu mijn plek gevonden.” Eén ding was voor Karazija wel zeker: “muziek zal voor mij nooit eindigen”. En zo was Low Roar geboren, in de keuken van Karazija in IJsland.
De muziek
Low Roar is misschien wel het best te omschrijven als een duistere Thom Yorke. Vooral bij de eerste plaat zou je denken dat het geschreven en gezongen is door de zanger van Radiohead. Pas bij het tweede album - uitgekomen halverwege dit jaar - komt het donkere en mysterieuzere naar voren. “Het eerste album heb ik in mijn eentje opgenomen, voor 95 procent in de keuken, de andere vijf procent in mijn slaapkamer. Daarom is het dan ook heel simpel. Voor het tweede album kon ik meer gedaan krijgen via mijn management dus daar heb ik ook gebruik van gemaakt. Ik ben een studio in gegaan met wat vrienden en daar is die nieuw plaat het eindproduct van.”