Een vergelijkbaar lot treft de Vlaamse dichteres Delphine Lecompte, die voorafgaand aan Lau een kwartier vult met haar ‘zwarte gedicht-sprookjes’. Zonder valse bescheidenheid schrijft zij het allengs vollopen van de spiegeltent wel degelijk toe aan de man na haar. Grote meester Lau, in de woorden van Verdonschot: “die donkergetinte nachtvogel, op zoek naar de juiste verhouding tussen al die zielen in zijn borst: de kunstenaarszoon uit Bergen, de Amsterdammer, de vrijdenker, de doemdenker, calvinist, socialist. Te veel eenling voor een collectief, te veel bandlid voor een solocarrière. Te veel poëet voor de feesttent, te feesttent voor de poëzieavond.”
Daar zit Lau (63) in een fauteuil in de feesttent aan het Haagse Lange Voorhout, met zijn tragisch vrolijke hoofd - glimmend als zijn zwarte lakschoenen - het karakteristieke gruizige stemgeluid en een fles rode wijn binnen handbereik. Zijn geliefde Marijke, met wie hij de dag erna hun dertigjarig samenzijn zal vieren, is vanzelfsprekend ook in de tent. Lau krijgt bijna drie kwartier de vrije hand van Verdonschot, misschien vanuit diens voorkennis dat sturen weinig zin heeft. Het gesprek gaat van start met de lange verbintenis met Marijke, meandert via rock ’n rollverhalen uit een rijke geschiedenis naar schrijven en muziek. Om mooi rond weer te eindigen bij het feest dat voor de deur staat, samen met Marijke, natuurlijk The Scene en een verrassingsband.
In ‘Juliette’ - al omschreven als een zedenschets van de onzedige jaren zeventig - wordt buitensporig veel gezopen, is de interviewer opgevallen. “Doen journalisten dat niet ook?” merkt Lau snedig op. Verdonschot, zonder met zijn ogen te knipperen: “Vorige generaties ja.” Lau schrijft het uitbundig gebruiken toe aan het thema van zijn boek: het verband tussen creativiteit en zelfdestructie, een niet geheel onbekende materie voor de auteur zelf. En hij verhaalt smakelijk van een gastoptreden als gitarist met The Wild Romance, waarbij hij onderweg naar het optreden samen met Herman Brood op de achterbank twee voor-gemixte literflessen wodka soldaat maakte. In de auto onderweg van slijter naar optreden, wel te verstaan. Een traject van 600 meter. Het dienstverband bij The Wild Romance werd niet voortgezet. Lau wilde niet. Uit angst het Brood-tempo van spuiten en drinken over te zullen nemen en Brood en zijn band wilden niet omdat Lau alleen maar jointjes rookte. ’t Was hard drugs of niets…