Westerpop organisator René Steijger had het nog zo beloofd. Geen singer-songwriters op Westerpop! En toch is er stiekem eentje tussendoor geglipt. Rotterdammer Jan Minnaard won in 2012 de Grote Prijs van Zuid-Holland in de categorie Singer-songwriter. Kennelijk heeft Steijger dat detail over het hoofd gezien, want Wolf in Loveland, de band rondom Minnaard, staat vandaag toch op het podium van het Stage Europe Network. Na een ietwat merkwaardige aankondiging (“Dino's zijn lief en spelen met lego is leuk”) trapt de folkrockband haar set af. Met maar liefst zeven man op het kleine podium is het wat krap en lijkt het soms rommelig, maar dat mag de pret niet drukken. Want pret heeft de band zeker. Aangemoedigd door de andere Stage Europe Network collega's zet Wolf in Loveland de toon die is gezet door hitbands als The Lumineers en Mumford & Sons voort. Lieve liedjes die niet altijd even zuiver worden gezongen, met veel gitaar en zoete, soms wat naïeve teksten. Nummers als 'Tattoos' en 'County fair' gaan er bij het publiek in als zoete koek. Wolf in Loveland zet vandaag een geslaagd optreden neer, dat jammer genoeg nogal abrupt wordt afgekapt. Op het moment dat de band haar laatste nummer in wil zetten, wordt het podium leeg geveegd omdat de volgende band klaarstaat op de Main Stage. (MP)
Verslag Westerpop 2013 - de zaterdagavond
La Kinky Beat stuitert en dampt, en Westerpop wiebelt mee
Na het avondprogramma van de zaterdag en het bijbehorende vuurwerk na afloop zit Westerpop 2013 er weer op. We mogen terug kijken op een zeer geslaagde 24e editie van het festival en hopen dat de lijn van een singer-songwritervrij festival volgend jaar wordt doorgezet. Met acts als Skinny Lister, Royal Republic, Kjurr en La Kinky Beat stond er een fijn en gevarieerd muzikaal aanbod op het programma.
Ook het Britse vijftal Skinny Lister lift vrolijk mee op het succes van folkpopbands als het eerder genoemde The Lumineers en Mumford & Sons. Pluspuntje is de dikke knipoog naar The Pogues, zodat het geheel wat minder serieus oogt en lekker ongedwongen klinkt. Meelallen aan de toog is het devies bij Ierse polkafolk zoals Skinny Lister die maakt, maar op een veld in Delft om kwart voor zeven in de vooravond moet de band toch iets meer moeite doen om de juiste sfeer op het veld te krijgen. Zangeres Lorna Thomas kent het geheim en al snel doet, onder het motto ‘sharing is caring’, een grote kruik met drank de ronde over het veld. Eén van de mannen zet ondertussen sea shanty ‘John Kanaka’ in, waarna Skinny Lister niet meer stuk kan. De afwisseling in de nummers houdt de set boeiend en bij de wat meer ingetogen songs als ‘Colours’ laat de band horen meer in huis te hebben dan alleen maar ongecompliceerde pret. Voeg daar strandballen, een staande bas met opschrift (‘This machine kills dubstep’) en het plagerige spel tussen Lorna, de wind en haar jurkje aan toe, en Westerpop heeft een hoogtepuntje te pakken. (FV)
Kjurr (volgens Google translate: zetmeel) is vandaag de tweede band uit IJsland en doet het aanzienlijk beter dan Vök. Het trio gaat pas sinds eind 2012 als band door het leven, maar heeft toch al behoorlijk indrukwekkend materiaal om een half uur op het Stage Europe Network podium mee te vullen. De gestylede kapsels en effectieve rockposes verraden de nodige podiumervaring bij de bandleden. Zanger Klemens Hannigan speelt op effectieve wijze met zijn publiek, terwijl bassist Einar Hrafn Stefánsson zijn best doet te herinneren wat hij in de afgelopen week aan Nederlandse woordjes heeft onthouden. Allemaal leuk en aardig, maar de aandacht gaat toch vooral uit naar de blonde drumster die, dan weer staand, dan weer zittend, de meest complexe ritmes uit haar kit weet te slaan. De muziek van Kjurr kenmerkt zich door complexe structuren die toch prima te verhapstukken zijn. Nergens wordt het nodeloos ingewikkeld of te hard. Het afsluitende nummer is wat dat betreft een mooie samenvatting: je waant je in een desolaat IJslands landschap, ruw, rauw en kaal, maar tegelijkertijd boeiend en sfeervol. (FV)
Toen de programmering voor Westerpop bekend werd gemaakt en Chef'Special daartussen stond, was de flauwe grap al snel gemaakt. Is dat niet de band die je boekt wanneer Splendid niet kan? De Scheveningers waren dit seizoen niet van de festivalpodia af te slaan, terwijl het rond de Chef'Special vrij stil was de afgelopen tijd. Allebei maken ze zomerse muziek met een vleugje ska en reggae, maar daar houdt de vergelijking toch echt wel op. Daar waar Splendid het allemaal vrij relaxed en laidback houdt, gooit Chef'Special zeker live wat meer gitaarwerk, elektronica en dubstep in de mix. Zo ook vandaag. Onder leiding van Joshua Nolet presenteert de band vandaag oud en nieuw werk. Dat nieuwe werk is ook direct de reden waarom het zo stil wat rondom de Haarlemmers. Ze zaten in New York om daar te werken aan hun nieuwe album. Zowel het oude werk als 'Biggest monkee' en 'Birds' als de nieuwe nummers worden enthousiast ontvangen. Er wordt gedanst, gezongen en de confetti en serpentines zijn ook hier weer present. Chef'Special maakt er als vanouds weer een zomers feestje van. (MP)
Rond de klok van acht mag het Duitse kwintet Moving Houses haar kunstje vertonen op het Stage Europe Network podium. De heren maken indiepop, maar dan in brede zin. In elk nummer kunnen de mannen van vrolijke indiepop, naar keiharde rock en dubstep gaan, wat heel verrassend en verwarrend tegelijk is. Die verwarring is duidelijk af te lezen van de gezichten van het festivalpubliek. Zo speelt de band ‘Follow’, een nummer waarin de verschillende stijlen zich abrupt afwisselen. De muziek is schel en meerdere Westerpoppers zien we met regelmaat naar hun oren grijpen. De band is op zich niet eens zo slecht, maar de zanger met vreselijk slechte Engelse uitspraak met groot ‘Allo Allo-gehalte’ en valse zang laat het slechter lijken dan het is. Ook de infantiele teksten in de trant van “ik hou van jou en blijf je trouw”, halen het muzikale geheel naar beneden. Toch weten de mannen het publiek tot klapkoortjes over te halen. Ondanks dat het Westerpop-publiek niet erg onder de indruk is, heeft de bassist er in ieder geval veel plezier in en staat met een constante grijns op zijn gezicht. De frontman vraagt het publiek na afloop nog even langs te komen: “We hebben een verrassing in een zak zitten, wil je weten wat het is, dan moet je zo even langs komen”. We weten niet of iemand uit het publiek dit heeft aangedurfd. Het vijftal brengt volgende maand een EP uit. Het is te hopen dat de zang flink bijgeschaafd wordt. (AvE)
“Scandinavië is een continent om in de gaten te houden!”, roept Rene Steijger enthousiast vanaf het hoofdpodium, terwijl hij Royal Republic aankondigt. De Zweedse band timmert sinds 2007 aan de weg en verblijdde de wereld tot nu toe met twee albums vol catchy poprock. In het logo van Westerpop herkennen we zanger Adam Grahn - een rockster volgens het boekje, strak gekleed, uitdagende poses en een brutaliteit die het goed doet bij de veelal vrouwelijke fans van de band. De muziek van de heren laat weinig aan de verbeelding over: potsierlijke rock ‘n’ roll clichés waarbij je constant het idee hebt het allemaal al eens eerder gehoord te hebben. Het maakt het in ieder geval licht verteerbaar en door de grote mate aan zelfspot komt de band er nog mee weg ook. De onderbroekenlol (“I can see your underwear from up here”) had achterwege gelaten mogen worden en sommige grappen zijn wel heel erg flauw, maar publieksfavorieten als ‘Molotov’, ‘Tommy-Gun’ en afsluiter ‘Everybody wants to be an astronaut’ gaan erin als koek. En dat is wat je van een bijna-hoofdact op een festival verwacht. (FV)
Aan La Kinky Beat valt de eer te beurt deze editie van Westerpop af te sluiten. Een mix van reggae, ska, drum ‘n’ bass en wat exotische genres doet het altijd goed op festivals en daarmee is dit viertal uit Barcelona een geslaagde afsluiter. Al ken je geen enkel nummer, het is feest vanaf de eerste tonen. Dat het kwalitatief ook nog eens goed in elkaar zit, mag verwacht worden van een band die binnen handbereik van Manu Chao is ontstaan en gegroeid. Tijdens een intieme sessie voor 3voor12 Den Haag eerder op de avond komen de beats nog allemaal uit een laptop, ‘s avonds bewijst de band de meerwaarde van een live drummer, al blijft er een prominente rol weggelegd voor de computer. Zangeres Miry Matahary is onweerstaanbaar als frontvrouw en met haar Spaans-Engels-Jamaicaanse tongval komt ze net zo makkelijk weg met een geweldige cover van Barrington Levy’s ‘Here I come’ als de nummers waarbij de nadruk ligt op drum ‘n’ bass. Toch zijn het de reggae- en skatracks die het meeste indruk maken en de band haar identiteit geven. De drum ‘n’ bassnummers, zoals afsluiter ‘Citizen’, van de set zijn inwisselbaar met welke laptopact in het genre dan ook. (FV)