Geen gejank bij laatste avond LVC

Afscheid nemen van een "heerlijk duister, gruizig hol"

Tess van der Zwet | Foto’s: Nike Liscaljet ,

Géén foto's van huilende mensen, kregen we van te voren te horen. Ook de avond zelf werd gestart met een waarschuwing: jankende mensen worden eruit geflikkerd. Want mauwen, daar doen we niet aan in het LVC. Alsof iemand daar de kans toe had met een poster waarop onder andere Peter Pan Speedrock, Def P & The Beatbusters, Birth Of Joy en Fat Angel prijkten. Geen enkele traan, tenzij je een elleboog in je oog kreeg in de pit.

Je weet dat je in Leiden bent als je een stel studenten in kippenpakken en ooglapjes op voorbij ziet banjeren. We lopen op de Breestraat. Godzijdank gaan ze een paar adressen eerder een deur binnen. Wij moeten op nummer 66 zijn. Voor de laatste keer. Morgen is het LVC aan de Breestraat niet meer. Volgend jaar rond deze tijd zal het nieuwe muziekcentrum De Nobel aan de Marktsteeg worden klaargemaakt voor opening. Vanavond gaan we echter nog één keer stijlvol de boel afbreken.

Er heerst sfeer in het LVC. Langzaam stroomt het pand vol; het bier vloeit vorstelijk en stemmen overstemmen elkaar in de steeds blauwer wordende rookruimte. Als een minuut of vijftien na negen Birth of Joy deze laatste avond aftrapt, begeeft een groot gedeelte van het aanwezige volk zich als de sodemieter richting het podium. De avond komt voorzichtig van de grond, maar in de laatste acte van de set van deze contemporaine psychedelische bluesrockmachine wordt de toon gezet. Er wordt gedanst, gestampt, geklapt, geschreeuwd om meer. We hebben geen idee hoe deze avond zal verlopen en toch kunnen we een voorzichtige inschatting maken: het LVC gaat kapot. Straks nog Fat Angel, Def P & The Beatbusters en Peter Pan Speedrock. Morgen koppijn. Allemaal. Beter kan het niet vanavond.
 
We focussen ons daarom niet op een review van de avond. Liever praten we met mensen. Luisteren we naar verhalen. Hier is het gebeurd in Leiden in de afgelopen 44 jaar.
 
Inola (garderobemedewerkster):
“Een anekdote over het LVC? Die heb ik genoeg, net als iedereen hier. Daarom ben ik bezig met een boek, waarin medewerkers hun herinneringen delen. Mensen van de garderobe, de kassa, de bar: iedereen heeft wel een goed verhaal te vertellen. Een van de meest vreemde quotes die ik ooit gehoord heb? Iemand zei ooit ‘Ik wil verdrinken in je haar’. Een vreemde variant op de ogen, als je het mij vraagt.”
 
Bjorn en Bas (bezoekers, ex-stagiairs, ondernemers): 
“Het hoofdkwartier wordt nu neergehaald, maar dat betekent niet dat we in Leiden niet door kunnen gaan met toffe initiatieven. Het LVC is een heerlijk zooitje. We hebben hier keihard gefeest en zelfs stage gelopen. Het voelt als een speeltuin die je als kind had, vol kamers waar je het bestaan niet eens van wist. Zelfs vandaag ontdekten we een deur, waarvan we niet wisten wat zich erachter verschuilde.” (Dan tegen elkaar: "Wist jij dat er hierboven ook echt een zieke zolder is?"). “Het is jammer dat we hier weg moeten, maar het biedt juist ook weer veel creatieve mogelijkheden wanneer we in het diepe gegooid worden. Vanuit dat idee is ook 'PICKNICK' ontstaan: een reizend concept op het gebied van eten, drinken, muziek en creativiteit, dat dezelfde gemoedelijkheid en relaxedheid moet uitstralen als het LVC altijd heeft gedaan. We zijn vereerd dat we op deze laatste avond hier mogen staan.”
 
Blanco (bezoeker, niet zijn echte naam):
“Ik heb geen goed verhaal of citaat. Als ik bij het LVC ben geweest, word ik de volgende ochtend altijd blanco wakker.”
 
Hennie en Elkie (bezoekers en dj's):
“Aan ons was het de taak als concert-dj's om de mensen binnen te houden na een concert. Dat was nogal een opgave. De bands moesten na het afbouwen namelijk met hun flightcases dwars door de zaal, wat de mensen niet echt aanmoedigde om te blijven hangen. Uiteindelijk stonden we dan nog te draaien voor een paar overgebleven vrijwilligers. Soms ging het feestje juist veel te lang door. We kregen dan een seintje van Thea, die ons dan al met een microfoon in de hand stond op te wachten. Van ons werd namelijk verwacht dat we de avond afkondigden. Soms gingen we wat langer door, maar dan zagen we Thea al ongeduldig in onze ooghoeken met die microfoon in haar hand en wisten we hoe laat het was...”
 
Juul (manusje van alles, moeder van de LVC-crew):
“Ik werk hier al tien jaar. Ooit begon ik als stagiaire, nu ben ik zo'n beetje de moeder van de kliek hier.” Terwijl Juul honderduit praat, scheurt ze de kaartjes af van binnenkomende bezoekers. Vragen of ze de print mogen houden, beantwoord ze met: ‘Gewoon opnieuw printen’. “Het personeel hier noemt me ook mama. Het is te gek om te zien hoe ze hier verlegen binnenkomen en gaandeweg brutaler worden.” Als we naar een van haar meest memorabele momenten vragen: “Toen de deathmetalband Cannibal Corpse speelde, was ik portier bij het podium. Het was een grote bende in de zaal en ik was doorweekt van het mannenzweet dat op me neer regende.”
 
Marc en P (bezoeker, geluidsman):
“Een quote die het LVC doeltreffend omschrijft? ‘Leuke band, jammer dat het geluid zo kut is’. Niet dat het erg was: het LVC was vroeger een heerlijk duister, gruizig hol. Het was het enige dat je had in de omgeving! Op onze fiets raceten we van Voorschoten naar Leiden. Nou, dan beleefde je nog eens wat. Onze ouders sliepen, hadden geen benul van wat er zich hier allemaal afspeelde. Maar beter ook misschien. Hoeveel speeksel hier wel niet is uitgewisseld... De programmering, de mensen, de sfeer... LVC rocks!”
 

De avond duurt nog lang. Thea staat dit keer niet met de mic in de schaduwen van de coulissen. Maar klaar is het wel. Het is mooi geweest. LVC. Geen Breestraat meer. Vanaf najaar 2014 breekt een nieuw muziektijdperk aan in de Marktsteeg. De Nobel. Het proeft nog lang niet echt zo lekker als die drie simpele letters. LVC. Misschien in combinatie met bier. Gewenning. Daar gaan we komend jaar dan maar aan werken.