Het is een koude maandagavond. Buiten ligt een dik pak sneeuw. Bij binnenkomst zien we dat de zaal, ondanks deze omstandigheden, toch bijna half gevuld is. Drie muzikanten betreden het podium. Het is Sons of Buddha. Naar eigen zeggen zijn ze, waar zij vandaan komen (Frankrijk), groter dan Elvis. Dat moeten ze maar eens bewijzen dan. Gitarist Forest Buddha en bassist Pat Buddha hebben in ieder geval dezelfde imposante bakkebaarden. Het is al snel duidelijk dat dit de enige overeenkomst is met Elvis. Of het moet zijn dat de punkrock die ze brengen dendert als de door Elvis bezongen ‘Mystery train’. Twintig minuten lang spat de energie, maar vooral ook het speelplezier, eraf. Dan is het al weer pauze.
Kepi Ghoulie en Sons of Buddha, oppepper op ‘Blue Monday’
Donkere wolken verdwijnen als sneeuw voor de zon
Volgens zeggen was afgelopen maandag 21 januari, Blue Monday, de dag die veel mensen beleven als de meest deprimerende dag van het jaar. Mocht dit ook het geval geweest zijn voor de bezoekers van Bazart deze avond, dan heeft de optredende act, Kepi Ghoulie en Sons of Buddha, ongetwijfeld gezorgd voor een duw in de goede richting om de wereld weer aan te kunnen.
Het podium bestaat uit losse elementen. Door het vele springen op het podium, schuiven de delen constant uit elkaar en heeft de tourmanager er een taak bij door steeds het podium te moeten fatsoeneren. De band helpt hem daarbij. Kepi meldt dat zij de enige punkband zijn die het podium repareert, in plaats van sloopt. De show wordt afgesloten met ‘I bleed rock ‘n’ roll’, de titelsong van het laatste album Een passende uitsmijter die bestaat uit een intense geluidsmuur met monotone zang zoals die van Lou Reed in zijn toptijd. De maandagavond is voorbij en na deze energizer kunnen we de rest van de week met gemak aan.