Speelse poppunk met een kater. Dat is, kort samengevat, waar Coral Springs de bezoekers op trakteert. Studio 19 lijkt voor een uurtje omgetoverd in een (kale) huiskamer, waar wat vrienden gezellig rondhangen. De bandleden hebben de grootste lol met elkaar. Al hadden sommigen het de vorige avond misschien iets té gezellig gemaakt. Niet alles verloopt even soepeltjes, maar dat hoeft vandaag ook niet. Ondanks de luchtige sfeer wordt er tijdens de nummers serieus gebeukt. De sound varieert van pop tot hardrock, maar de punkinvloeden zijn constant te herkennen in het snelle ritme en energieke op-en-neer gespring. Wat Coral Springs vooral onderscheidt van andere bands in het punkgenre, is de frontvrouw. Het stemgeluid van zangeres Jo is een mooie aanvulling op de harde drums en beukende gitaren. Ze heeft een heldere stem die ze aanpast op de muziekstijl zonder dat het geforceerd overkomt. De band klinkt als een geheel en kent zelfs een paar instrumentale hoogtepuntjes. Een ervan is de solo van gitarist Timon, die de tweede keer gelukkig wel foutloos gaat. Wanneer ze hun best doen, zetten ze een prima optreden neer. (SI)
Verslag HPC Winterfest 2013; de oefenruimtes
Met Ma Forêt, I’m not mukowski, Dead Cat Stimpy en meer
Behalve twee zalen, beschikt het Haags Pop Centrum tegenwoordig over een kleine dertig oefenstudio’s. Daar kun je wel dus wel wat bands kwijt. Rennend van verdieping naar verdieping en van het ene naar het andere uiterste van het gebouw kon men onder andere optredens van Ma Forêt, I’m not mukowski, Coral Springs, Dead Cat Stimpy, The Peptones en Red Cherry tegenkomen.
Een van de meest bijzondere acts op het HPC Winterfest is one-man band Dead Cat Stimpy. Gewapend met gitaar en microfoon kruipt Tim Herrebrugh achter zijn bescheiden drumstel om wat rock ‘n’ roll te laten horen. Wie denkt dat er een saai uurtje zal volgen, staat nog een verrassing te wachten. Al vanaf de eerste tonen stort Dead Cat Stimpy zich vol overgave op zijn muziek. Met straksgespannen spieren ragt hij op zijn gitaar en brengt de meeste rauwe klanken ten gehore. Beetje bij beetje stuitert het drumstel naar voren. De vriendelijke, spontane jongen van zojuist is veranderd in een doorrookte Elvis met issues. Het publiek is hier zo van onder de indruk dat ze meebewegen op de muziek zonder het door te hebben. Ondanks de ruige uitvoering is het een melodieus repertoire met eigen werk en oude rockabilly covers. Het is een bijzondere mix waar de bezoekers enthousiast op reageren. En hoewel een one-man band zou kunnen gaan vervelen door de beperkte afwisseling, weet Dead Cat Stimpy het publiek goed te entertainen. Een energieke show die zeker de moeite waard is. (SI)
De sound van Lukewarm Ocean is lastig onder een noemer te plaatsen. De jongens maken rockmuziek met invloeden uit allerlei genres, van psychedelische rock tot funk. En dit is zowel hun kracht als hun zwakte. Het toevoegen van ongebruikelijke elementen aan wat verder standaard rockmuziek is, is een gangbare manier om een unieke sound te creëren. Lukewarm Ocean maakt vooral gebruik van psychedelische effecten en gesproken tekst, maar het pakt niet altijd goed uit. Soms levert het een meerwaarde op, in andere gevallen breekt het de eenheid van een nummer af. Het klinkt alsof de jongens nog op zoek zijn naar een eigen geluid. Opvallend bandlid is gitarist Dylan. Waar de anderen plezier beleven aan het spelen voor publiek, is Dylan vooral serieus met de muziek bezig. Hij lijkt zich niet helemaal op zijn gemak te voelen. Jammer, want hij is juist een van de pluspunten aan deze band. Naast de belangrijkste gitaarpartijen verzorgt hij de elektronische effecten en zingt zelfs een nummer. In deze jongen zit talent, maar Lukewarm Ocean als geheel heeft meer ervaring en meer ontwikkeling nodig. Op dit moment komt het nog niet helemaal uit de verf. (SI)
Met het drietal Ma Forêt is het fijn wegdromen. Zangeres Dinaira Scheffers mag in een uur laten zien wat zij kan, begeleid door piano (vooruit, keyboard) en akoestische gitaar. Er heeft zich een aardige kring toeschouwers gevormd en Ma Forêt zal voor velen van hen een hoogtepunt van rust en schoonheid in het programma zijn. Dinaira kan namelijk werkelijk prachtig zingen. Haar nummers gaan over persoonlijke ervaringen en komen met de sobere begeleiding door toetsen en getokkel op de gitaar heel direct over. Een nadeel daarvan is dat ieder struikelmomentje te horen is, maar dat gebeurt slechts een enkele keer. Dinaira's conservatoriumgeschoolde soulstem is een weldaad voor het gehoor en als het repertoire na krap een uur afgespeeld is, blijft het publiek graag nog even hangen - Ma Forêt besluit gewoon het eerste nummer nog een keer ten gehore te brengen. Hun muziek zou misschien te breekbaar zijn voor een rumoerig café of poppodium, maar in de muisstille studio is het genieten geblazen. Stel je voor als dat keyboard een vleugel geweest was… (LL)
Met twintig minuten vertraging begint de drie koppige Bromley eindelijk met spelen. Studio 3 is te klein voor een groot publiek, maar dat geeft niet want de band trekt niet meer dan vijftien man. Ergens is dat wel zonde want het klinkt verre van slecht. Zanger Diederik Bok is niet altijd even zuiver qua stem maar de lekkere softe rock ’n roll kan dat redelijk goed verbergen. Jammer is alleen wel dat het drumstel en de borden achter de band beplakt zijn met stickers van The Peptones waardoor het lijkt of zij aan het spelen zijn. Maar terwijl het buiten sneeuwt klinkt Bromley als de zomer die door de kou heen wil breken. Er is hier geen frisse wind maar een warm, huiselijk gevoel in een klein hokje dat verlicht wordt door oma’s oude lampen. De popsongs worden afgewisseld met ruigere nummers die het dak letterlijk doen trillen. (TB)
Singer-songwriter Jochem Meijer, alias I’m not mukowski, vormt een aardig contrast met de meeste acts op het HPC Winterfest. Bezoekers die wederom een Haagse rockband verwachten, komen binnen om de studio weer snel te verlaten. Dit is muziek waar je even bij moet zitten. Het zijn rustige nummers over alledaagse irritaties die iedereen herkent. En dat schept gek genoeg een vertouwde sfeer. Hoewel hij zonder setlist speelt, zit er een duidelijke opbouw in het optreden van vanavond. Jochem begint als solo-act met zijn gitaar op schoot. Hoewel hij in eerste plaats gitarist is, heeft hij een prettig stemgeluid. Zijn Engelse uitspraak zou soms wat beter kunnen, maar het stoort niet. Na het tweede nummer schuift de eerste gastmuzikant aan, een zangeres die de stem van Jochem mooi aanvult. Het hoogtepunt komt echter met de excentrieke Joost. Hij neemt de bas en xylofoon voor zijn rekening. Deze instrumenten geven het materiaal een extra dimensie en zorgen voor meer variatie binnen de set. I’m not mukowski is meer dan zomaar een singer-songwriter. Hij zet een afwisselend optreden neer waar het publiek in groeit en daarbij steeds verrast wordt. Het einde komt dan ook veel te vroeg. (SI)
In 2011 zag de vijfkoppige formatie Mutt Dog County het licht. De band staat garant voor een uur onvervalste hardrock, geïnspireerd door grootheden als Van Halen en Guns N’ Roses. Aan energie is vanavond geen gebrek. Gitarist Nino en zanger Steve benutten elke centimeter van de krappe studio om er een vette show van te maken. Vooral Steve lijkt aan een elastiek te zitten. Zoals een goede frontman betaamt, verdwijnt hij soms naar de achtergrond om andere bandleden de ruimte geven. Het leukste moment is tijdens ‘Sucker for temptation’, wanneer Nino en bassist Lucy synchroon spelen à la ZZ Top. De ritmische drums, dreunende bas en indrukwekkende gitaarsolo’s vallen in de smaak. De studio staat vol hardrockfanaten en weinig bezoekers gaan voor het einde weg. Toch heeft het optreden van Mutt Dog County één minpuntje. De zangpartijen worden regelmatig overstemd door de loeiharde instrumenten. Steve staat als een idioot te schreeuwen, maar is soms amper te horen. Hierdoor kan zijn stem geforceerd en te schreeuwerig overkomen. Verder geeft de band wat ze beloven: een uurtje lekkere, oerdegelijke rockmuziek. (SI)