Erik vindt het niet gek dat het zo lang duurde voordat ze de juiste formatie als band hadden gevonden. “Het is belangrijk dat iedereen dezelfde richting op wil, dezelfde input wil leveren en het met elkaar kan vinden. Het is onmogelijk om dan te verwachten dat het samenstellen van de band vanaf dag één goed gaat. Het is logisch dat het even duurt.” Nu zijn de bandleden erg blij met de formatie die ze uiteindelijk hebben gevormd. Ook Chayenne voelt zich thuis tussen de mannen. “Ja het is super relaxt met iedereen en ik kan het met iedereen vinden. We zijn ook al samen naar Sziget geweest, daar klikte het ook al.” Chayenne is helaas niet te horen op het nummer ‘Heartbeat’, waar The Light Parade toch bekendheid mee heeft geworven, maar ze zijn wel de studio al in gedoken om nieuw materiaal op te nemen. Hoe het maken van nummers met zo'n band dan gaat, vertelt Erik. “Meestal heb ik wel een klein zinnetje in mijn hoofd, zo begint dat dan. Dan maak ik daar met Bouke of Ronald een klein liedje van. Een of twee oefensessies later, laten we het aan de hele band horen en werken we dat uit.”
The Light Parade laat zich niet tegenhouden
“Soms moet je gewoon even afstand nemen en kijken naar wat je hebt bereikt”
Het begon allemaal in 2011 toen Erik, zanger van The Light Parade, besloot dat hij serieus een band wilde opzetten. “Dus heb ik een advertentie geplaatst op internet, en zo kwam ik Ronald tegen, de toetsenist. Zo vond ik ook een drummer, gitarist en bassiste.” De gitarist bleek niet geschikt te zijn en werd vervangen door Bouke, die tot de dag van vandaag nog in de band zit. Een nieuwe drummer was veel lastiger te vinden. “We hebben uiteindelijk wel negen drummers gehad. En omdat de vrouwelijke bassiste er op een gegeven moment ook mee stopte, wilden we weer een vrouw in de band.” En zo vonden ze Chayenne.
The Light Parade schreef zich in 2011 in voor de Grote Prijs van Nederland, maar ze werden helaas niet geselecteerd voor de kwartfinale. De vraag of ze zich opnieuw in zouden schrijven voor de Grote Prijs, vindt Erik moeilijk te beantwoorden. “Ik heb een haat liefde verhouding met bandwedstrijden, want muziek is lastig om in een wedstrijd te gieten. Tegelijkertijd kunnen bandwedstrijden in het begin heel goed zijn. De Popronde willen we dan nog wel doen, en misschien schrijven we ons ooit nog wel in voor de Grote Prijs, omdat je daar heel veel promotie en naamsbekendheid uit haalt, maar meer niet.” Bouke vult aan: “Je kunt in principe een hele tour volplannen met wedstrijdjes, maar dan speel je voor vrijwilligers. We hebben een keer gespeeld voor metalheads. Je kunt niet verwachten dat zij een goed oordeel hebben over onze muziekstijl.” “Bij de Popronde of Grote Prijs luisteren er wel mensen naar die hun sporen verdiend hebben, ook al vind ik het wedstrijdelement wel moeilijk.” vult Erik nog aan.
De heren gaan sowieso meedoen aan de Popronde. “In Nederland zijn honderdduizend bands, dus je moet een manier vinden om je als band te onderscheiden. Je moet een voet tussen de deur krijgen en blijven dringen. En die voet krijg je daar door mee te doen aan wedstrijden of in voorprogramma's te staan. We willen ook graag meer voorprogramma's doen van toffe bands, bijvoorbeeld van The National.” In deze tijd is het wel steeds moeilijker die voet tussen de deur te krijgen, vooral door de vele poppodia die nu sluiten. “Er zijn gewoon steeds minder plekken waar je kunt spelen, podia programmeren niet op kwaliteit maar op wat ze eraan verdienen.” Bouke: “Je hebt in deze tijd al best makkelijk een bandje, en ook al is het een kutband, als zij honderd vrienden meenemen die honderd biertjes drinken, kiezen de podia daarvoor.”
Maar wisselende bandleden of lege zalen hebben de heren nooit echt gedemotiveerd. Erik: “We stonden wel op het punt te stoppen, toen we nog maar met z'n drieën waren, maar nu in deze setting zien we toch dat het zichzelf uitbetaalt. Bijvoorbeeld toen 3voor12 ons Hollands Nieuwe maakte en toen we in het voorprogramma van Peter Hook (Joy Division, red.) stonden. Dat was heel tof.” Bouke is het hiermee eens. “Soms moet je gewoon even afstand nemen en kijken naar wat je hebt bereikt.” En tot nu toe zijn dat al twee EP's. Voor deze vorm is bewust gekozen. “We dachten er wel aan een album uit te brengen, maar we dachten dat we beter EP's konden uitbrengen omdat je jezelf dan de ruimte geeft om te ontwikkelen. Als wij een album uit zouden brengen, kost dat heel veel tijd en geld, terwijl er niet zoveel mensen op zitten te wachten.” Bouke vult aan: “We willen mensen altijd teasen. En hoe vaak luister je nog hele albums?” Erik: “Als we alle nummers vanaf het begin op een album hadden gezet, dan had ik sommige nummers achteraf toch niet zo leuk gevonden. Dus dan beter wat minder nummers uitbrengen, maar betere, en vaker.”