State-X New Forms 2013; de zaterdag

Laptops en pareltjes

Frank Veldkamp en Tessa Bentvelsen | Foto's: Ramond Jaggessar, Jan Rijk, Moos Wolfs en Stephan Kaffa ,

Ook op de tweede dag van de tiende editie van State-X New Forms 2013 gebeuren er weer bijzondere dingen in Paard van Troje. Helaas trekken die niet het publiek die ze verdienen en de grote zaal blijkt voor alle daar geprogrammeerde artiesten vele maten te groot.

‘R.I.P. The Child of Lov’, staat er boven de digitale poster die achter het podium in de foyer hangt. Oorspronkelijk was het idee dat The Child of Lov (Martijn Teerlinck) als curator een deel van de programmering van de zaterdagavond zou samenstellen. Tijdens de voorbereidingen werd duidelijk dat dit niet volgens plan ging lukken, waarop de organisatie een alternatief programma heeft samengesteld. Het avondje zoals Teerlinck bedacht had wordt, zoals het er nu uitziet, in het voorjaar alsnog georganiseerd, maar dan als eerbetoon aan de overleden artiest. Vanavond staan in ieder geval niet de eerder aangekondigde Rejjie Snow en Metal Face Doom op het podium van de grote zaal, maar een reeks laptopacts. Biosphere, Conforce en Applescal worden afgewisseld met lokale producers van de Beatlabcrew. Het publiek van SXNF laat het massaal afweten en zoekt haar heil vooral in de foyer en de kleine zaal. En daar is gelukkig genoeg te beleven.

De zaterdagavond wordt geopend door Esmerine, een modern klassiek ensemble met leden van Godspeed You! Black Emperor en Thee Silver Mt. Zion. De groep speelde vorige maand op Le Guess Who? in Utrecht en heeft met een optreden in Istanbul twee dagen eerder haar tournee eigenlijk al afgesloten. Het optreden op SXNF is als extraatje toegevoegd en kan gezien worden als kers op de taart. Zittend op stoeltjes in de kleine zaal geniet het publiek van een bijzondere mix van neoklassieke muziek, westerse avant garde en Turkse thema’s. Het laatste album van Esmerine, ‘Dalmak’, is opgenomen in Istanbul en de sfeer van de stad ademt door in de meeste stukken, waarvan een aantal op traditionele Turkse liederen zijn gebaseerd. Een bezoeker breekt de serieuze sfeer met een luid en welgemeend “Jesus Christ, what a band!”, waarmee eigenlijk alles gezegd is. (FV)

Tijdens Eins Zwei & The Parallel Cinema in de grote zaal staan er in het begin nog meer mensen op het podium dan ervoor. De vijftienkoppige band is een samenwerking tussen Eins, Zwei Orchestra en How to throw a Christmas Party dat Bollywood combineert met Amerikaanse indierock. Het kerstgevoel (door het achtergrondkoortje) kan hierbij niet worden onderdrukt. Het optreden is vanavond verre van druk bezocht, ondanks dat dit het afscheidsoptreden is van de formatie. Later stroomt het gelukkig wat voller, maar de grote zaal is eigenlijk veel te groot. Zonde, want de band swingt wel, ook al raakt het soms verloren in de chaos van muziek. Het geluid staat ook niet altijd volledig goed afgesteld: de bas staat de eerste twee nummers veel te hard en de sitar is haast niet te horen. Vanaf het tweede balkon wordt de sfeer wat mysterieuzer gemaakt met bakken rook die de zaal in wordt geblazen. Iedereen wordt net naar voren geroepen als de verstikkende rook naar beneden daalt. Het helpt niet het publiek wat losser te maken, iedereen staart met serieuze blik naar hoe de ongeleide projectielen uit het koortje het podium overnemen. Maar props voor het enthousiasme van de vijftien man, want terwijl het publiek het laat afweten als er meegedaan moet worden, staan zij toch nog met volle overtuiging op het podium te springen. (TB)

Terwijl Richard Buckner in de foyer intense americana speelt, start in de kleine zaal het solo-optreden van Dayna Kurtz. Gewapend met gitaar en een ijzersterke stem, brengt ze de zaal met gemak in vervoering. Kurtz is geboren in New Jersey, maar woont tegenwoordig in New Orleans, waar ze een paar prachtige nummers over zingt. Dit jaar is het tweede deel van haar ‘Secret Canon’ albumserie uitgekomen, waarop ze obscure blues en r&b-nummers uit de jaren veertig en vijftig van de vorige eeuw speelt en zo voor het nageslacht bewaard. Het concert maakt veel indruk en Kurtz weet met minimale middelen iedereen bij de les te houden.
 
Als je Boris Bunnik heet heb je geen artiestennaam nodig, maar toch staat de Nederlandse producer vanavond als Conforce presents Hexagon op het grote podium van de lege zaal. Of het lege podium van de grote zaal, afhankelijk van vanuit welk perspectief je het bekijkt. Als Hexagon brengt hij een ambient georiënteerde technoset, waarbij het effectieve gebruik van het licht opvalt. Halverwege begint hij echter aan stekers te trekken en valt op het podium voor een paar minuten de stroom uit. Eenmaal herstart zit Bunnik, na een aanmoedigend applaus van het publiek, snel weer in de juiste flow. (FV)
 

Vanuit de rustige, dromerige liedjes van Dayna Kurtz, is het een hele overgang om in de foyer Xenia Rubinos tegen het lijf te lopen. Marco Buccelli op de drums, een jonge meid genaamd Xenia op keyboard en zang en een beat die je tot in de kleine zaal hoort. De klassieke en herkenbare jazzstem van Rubinos kan gebruikt worden voor zoetsappige nummers a la Norah Jones maar deze donkerharige krullenbol doet er heel wat anders mee: ze maakt beats, rare klanken en er kan soms ook nog een klein tekstje vanaf. Te veel ad libs zijn meestal vervelend, maar ook al verbreekt Rubinos het wereldrecord versieringen maken in één minuut, toch blijft het goed klinken. Het verrast en wordt daardoor nooit saai. De gezichtsuitdrukkingen, het enthousiasme en het gevoel alsof de twee steeds de fout in gaan terwijl het met opzet gebeurt, Xenia Rubinos trekt zo veel bezoekers dat het de doorstroom naar buiten en naar de kleine zaal zo goed als stopt. Maar een ding is zeker: Xenia Rubinos is misschien wel het hoogtepunt van de zaterdag. (TB)

Daughn Gibson was in een vorig leven vrachtwagenchauffeur. Uit die tijd stamt waarschijnlijk het Garth Brooks T-shirt wat aan flarden gescheurd om zijn torso hangt. Samen met een drummer, een gitarist en een laptop voor samples en extra beats speelt hij duistere rock met een mysterieus randje. En daarmee doet niet alleen zijn stem denken aan Nick Cave, maar ook zijn muzikale thema’s zijn deels uit hetzelfde vaatje getapt. Het gebruik van samples en loops voegt op een prettige manier een extra laag toe aan de songs van Gibson, die een veel grote publiek verdient dan hij nu heeft. (FV)

Het is zeven minuten te laat wanneer Generate aan zijn set mag beginnen in de grote zaal. Het komt niet door de eenzame man achter de laptop zelf, hij stond al lang klaar, maar door Conforce - de act ervoor - die even de tijd is vergeten. Maar zo makkelijk gaat dat met laptops; je doet een raar bliepje en dat markeert dan het einde van de set. De zeven minuten vertraging maakt Generate’s set echter nóg korter dan hij al was. Waar de meeste acts een uur krijgen om hun ding te doen, heeft de Haagse Edward van Eck maar een half uur om zijn kunnen te laten zien. Het begint als in een bubbel met ondefinieerbare geluidjes en een groeit uit tot een goede drum ‘n bass set. (TB)
 
Terug naar de foyer voor het Deense dames vijftal (waarvan we er vanavond maar vier tellen) Selvhenter. Met twee drummers en scheurend koperwerk brengt de band een eclectische mix van free jazz improvisaties, noise, metal en punk. Wanneer ze alle vier met hetzelfde nummer bezig zijn klinkt het fantastisch en op een lekkere manier agressief. Tijdens de geïmproviseerde stukken lijken de muzikanten ieder een eigen pad te kiezen en ontaard het optreden in een kakofonie waarin geen ritme of melodie meer te ontwaren is. En dat vind je mooi, of niet, en dat is precies hoe Selvhenter de aanwezigen in twee kampen verdeeld. Een middenweg is er niet.
 

Dean Blunt is een geval apart. Een fatsoenlijk biografie is niet te vinden en muzikaal laat de Britse undergroundmuzikant zich ook niet in een hokje plaatsen. Twee jaar geleden stond hij samen met Inga Copeland als Hype Williams op het Rewire festival, vandaag is Blunt de voorganger in zijn eigen act. In het donker, met slechts een spotlight op hem gericht, doet hij denken aan een kruising tussen Maxi Jazz en Tricky in hun jonge jaren. Met zware stem draagt hij zijn teksten voor en slechts in de schaduw ontwaren we nog twee muzikanten op het podium. Maar wat vooral opvalt is de enorme beveiliger die een meter achter Blunt stokstijf de boel in de gaten staat te houden. Is Blunt zo controversieel dat hij een persoonlijke beveiliger nodig heeft? Neen, het paraat hebben van ‘een zo groot mogelijke zwarte beveiliger’ is een van de eisen op de rider van Dean Blunt. Laat de anti-zwartepietlobby het maar niet horen.

Op vrijdag liepen er al mensen rond in Dead Moon T-shirts op State-X New Forms. De legendarische punkband uit Portland, Oregon gooide in 2006 de handdoek in de ring, maar oprichters (en echtpaar) Fred en Toody Cole zijn niet achter de geraniums gekropen. Sterker nog, ze touren rond en doen vandaag Den Haag aan voor een optreden in de foyer. Meer lofi dan Fred & Toody wordt het niet. Het duo zit tegenover elkaar, gitaren op schoot, en spelen een dwarsdoorsnede uit hun rijke verleden. De zang klinkt weinig harmonieus, maar dat is wel het laatste waar ze, of de fans, zich druk over maken. Nostalgie op een festival voor vernieuwende muziek, het zijn dit soort pareltjes in de programmering die SXNF uniek maakt. (FV)

Nederland staat bekend om zijn dj’s. Tiësto, Armin, de nu o zo bekende 17-jarige Martin Garrix, maar in de undergroundscene zijn er ook heel wat pareltjes te vinden. Zo kennen we 2562 uit de Haagse straten maar ook Applescal is een gevestigde naam. Deze 26-jarige man (of misschien nog net een jongen) zit niet stil: hij is eigenaar van het label Atomnation en is één vijfde van het muziekplatform RTFKT.net. Op het podium is Pascal Terstappen echter helemaal alleen met een lege ruimte om zich heen. Slechts een paar knoppen scheiden hem van het handjevol publiek. Wat het meest opvalt is hoe een jongen op zijn eigen muziek zo a-ritmisch en soms een beetje ongemakkelijk kan bewegen. Wie van elektronische ambientachtige muziek houdt, moet zeker naar deze jonge heer gaan.

Terwijl Applescal nog zijn uur en een kwartier durende set af maakt, betreedt Orchestra of Spheres het podium in de kleine zaal. Orchestra of Spheres… tja, wat kun je erover zeggen. Is het goed? Is het slecht? Is het alleen voor de beschonken onder ons? Een ding is zeker: het is een apart geval en bijna niet te omschrijven. De Nieuw-Zeelanders staan op het podium met de gekste carnavalskleding die ze konden vinden. Een wit gewaad, een oude pilotenmuts en grote gekleurde brillen. Wie goed oplet ziet dat er een extra man is toegevoegd aan de officieel vierkoppige band. De credits gaan dan ook uit naar deze man die links achter in een donker hoekje in een ninjapak met z’n sambaballen staat te bewegen terwijl hij met de andere hand zijn biertje niet los laat. Aan het eind kan je maar tot een conclusie komen: iedereen moet Orchestra of Spheres een keer gezien hebben. Aanstekelijke deuntjes en rare geluidjes uit mensen met de meest aparte stageperformance van de avond. Wie wil dat nou niet zien?
 
Ook al duurt de avond nog anderhalf uur, ondertussen is het hele Paard van Troje al bijna leeggelopen op een handje vol mensen na. De rookruimte is nog het best bezochte ‘podium’ op dit tijdstip (een uurtje of drie) met welgeteld zes mensen erin. In de tussentijd wisselen dj’s elkaar om het half uur af in de foyer voor een ‘menigte’ die steeds kleiner wordt. De zaterdag is helaas niet de meest spraakmakende dag van State-X New Forms. (TB)