Monomyth doet een Icarusje

Happy few vliegen zich in de zon te pletter met verslavende instrumentale herhaling

Lilianne Laan | Foto's: Peter Balkema en Jan Rijk ,

Eén van de meer succesvolle Haagse exportproducten van dit jaar was Monomyth. Het debuutalbum van de instrumentale space/krautrockband met leden van Incense, Loose, Polar Exploration Ship, Gomar Pyle en Lucid ontving steevast positieve reviews, ook van over de grens. De band speelde nog vóór het album uit was op Roadburn, Parkpop en State-X vorig jaar plus een hele trits clubshows in binnen en buitenland. Na deze grand tour keerde het vijftal vrijdag 20 december terug in Paard van Troje voor de eerste headliner clubshow in hometown Den Haag.

Er liggen inmiddels al nummers klaar voor een nieuwe plaat, maar de mannen van Monomyth willen vooral veel spelen de komende tijd. Het nieuwe werk wordt daarbij niet achtergehouden; de helft van de set van vanavond bestaat al uit nieuwe stukken. Voor de show hebben ze aangekondigd de plaat integraal te doen, plus nieuwe nummers, en met veel lichteffecten te komen - een extra lange set en multi-zintuiglijke belevenis dus.

Alkaloid, waar Monomyth-gitarist Thomas van den Reydt eerder in speelde, geeft de avond een kickstart door een ongekend zware beat in te zetten. Deze beat, die varieert tussen donkere drum’n’bass en vriendelijke dub, blijft ongemerkt in volume aanzwellen tot de trommelvliezen gaan bloeden en de speakers vervaarlijk brommen en suizen. Het is hopen dat we nog een paar trilhaartjes overhouden voor de hoofdact. Het is echter meer dan bonkebonk uit een doosje; vervormde gitaar, bas en zang geven Alkaloid het eigen, semi-instrumentaal geluid. Een geluid dat, als je ervoor in de stemming bent, uiterst dansbaar moet zijn. De nog stramme Paardzaal is dat echter niet, dus men staat erbij en kijkt ernaar. Dit kan een perfecte afterpartyband zijn, maar is wat zwaar te verteren als je het avondeten net achter de kiezen hebt.

Als vervolgens Monomyth begint met het Pink Floydwaardige tokkelintro van ‘Vanderwaalskrachten’, is de zaal voor ongeveer driekwart gevuld. Not bad voor een lokale band met 1 album en een handvol Haagse optredens op het CV, maar vergeleken bij de volle zalen die de band op andere plekken in binnen- en buitenland al trekt, is dit geen bijzonder drukke avond.

De mensen die er zijn, komen echter speciaal voor de totaalervaring die Monomyth heet. En de bezwerende herhaling en lichtshow doen hun werk: gaandeweg zwelt de muziek aan tot een steeds vollere en overweldigendere space trip. In de zaal is goed te zien bij wie de trip aanslaat en bij wie (nog) niet; halverwege het nummer al veel gesloten ogen en traag headbangende figuren in de rokerige ruimte, hier en daar nog een kletsend stel dat de eerste bevindingen bespreekt. Hypnos wint gaandeweg steeds meer zieltjes in de zaal, of liever gezegd doen Selwyn Slop en Sander Evers dat met hun neverending baslijn en bedwelmend monotoon ritme. Het samenspel van deze twee is behalve fundament ook meest in het oog springende muzikale feit van de band. Het gaat bij Monomyth om de kracht van de herhaling, niet om een charismatische zanger of zelfverheerlijkende sologitarist.

De groove die aldus gecreëerd wordt is verslavend en bedwelmend. Dik aangezet door de toetsen en knoppen van Tjerk Stoop en Peter van den Meer zwelt het instrumentale landschap bombastisch aan tot drummer Evers er met een vlijmscherpe snaredrum mootjes van hakt. De felle verlichting, aan de achterkant van het podium opgesteld versterkt het gevoel dat we ons met zijn allen in de zon te pletter vliegen. En dat is prettiger dan het klinkt. 

De nieuwe nummers komen sneller en in zekere zin meer opgewekt over dan het bestaande werk. Er komen pittige tribale ritmes voorbij, naast de nog immer uitgesponnen psychedelische composities. Het nummer ‘Huygens’ van de debuutplaat springt er echter nog steeds uit in verfijning: de Steve Reich-achtige opbouw met het repetitieve pianoloopje met die verslavende baslijn, wat ze vervolgens meermalen laten ontaarden in een jetser van een openbaring. De band laat de deur nog open naar verfijnder gitaarwerk of nog intensere dynamiek, maar herhaling smaakte zelden zo zoet. Het enige wat ons bij deze show uit de droom helpt zijn de breaks tussen de nummers. Dan doe je je ogen open en zie je opeens weer die ontnuchterende Paardzaal en lege bierbekers om je heen. Volgende keer in de schouwburg? Gaat dat zien, gaat dat ervaren.