James Brown was ‘The Hardest Working Man in Show Business’. Tino lijkt in zijn voetsporen te treden. Al meer dan vijftien jaar is hij bezig en in die tijd heeft hij een vuistdikke reputatie en catalogus opgebouwd. Meer dan twaalf albums, dichtbundels en een scherpe pen als kritisch recensent voor onze website. Na zes jaar vond Tino het tijd om zich weer vol overgave in het maken van muziek te storten. Naar volkomen eigen smaak en weg. Geen hokjes denken of angst voor het onbekende.
De eerste schijf van het dubbelalbum bestaat uit elektronische instrumentaaltjes en op de tweede speelt de elektrische gitaar de hoofdrol. De titels zeggen genoeg: ‘Twelve Different Emotions During A Day Are Like Spots Opening Up In Your Face’ en ‘The Arty Side Of Rock Music’. Tino wordt op een aantal tracks terzijde gestaan. Saxofonist Eric Spaanbroek laat zichzelf van zijn beste kant zien als het gaat om improviseren op ‘Electronic rock ‘n‘ roll’ en ‘Cinema of darkness’. De nummers hebben een filmisch karakter. Robbert van der Salm (Altermoods) laat als co-writer zijn licht schijnen op twee andere tracks.
Tino heeft veel zelfspot en schroomt niet om raar uit de hoek te komen. Zoals op de cd-hoes, wat een soort ludiek exhibitionisme tentoonspreidt. In het verleden klonk Tino in zijn elektrische werk als Beck, dit keer wekt hij de indruk een soort Antilounge te maken. Openingstrack ‘A day like all the others’ ademt een smakelijk campy sfeertje uit. De ludieke knulligheid waarmee dit recht-voor-zijn-raap wordt gebracht, is helemaal des Tino’s. Alles valt bij deze man op zijn plaats. Een titel als ‘Fokkin’ typewriter’ zegt genoeg. Bijna zien we Truman Capote zitten achter zijn typemachine. Op ‘Funny mood swings’ pakt Tino uit met gabberhouse.
Zangeres Femke Japing, Matty Ross (Speeeezzzbeeezzz) en Danny van Espelo zijn de gastmuzikanten op de tweede schijf. De nummers hebben hierdoor net wat meer aankleding. Tino’s klassieker ‘Satan’s dictionairy’ krijgt zelfs een tweede kans, met Matty op gitaar. De houterige zangstijl van onze Haagse bard Tino is uitgegroeid tot zijn handelsmerk. Dit trekt songs als ‘I’m a robot’ en ‘Single-minded deejay’ naar een hoger plan. De covers zijn dit maal U2’s ‘The wanderer’ en een eigentijdse uitvoering van ‘House for sale’ van Lucifer onder de titel ‘Earth for sale’.
Wederom bewijst Tino enorm productief te zijn. Tino, stiekem een van de grote geheimen van Den Haag, is niet te houden. En hij maakt muziek omdat hij dat wil. Puur vanuit zichzelf en niet voor anderen. Dat is zijn drijfveer en hij heeft groot gelijk! Het siert Tino en van deze instelling kunnen veel mensen wat leren.