Bier, zweet en rochels bij Bullerslug en traumahelikopter

Alles moet kapot, om te beginnen met je trommelvliezen

Jorgen van de Burgt | Foto's: Remie Stronks ,

Programmeur Johan Gijsen zei het al: 2013 wordt het jaar van de garagerock. Vrijdag 13 april probeerden Bullerslug en traumahelikopter bezoekers hiervan te overtuigen. Met twee hevige sets lieten deze bands de SuperMarkt in Den Haag op haar grondvesten beven, en lieten ze de punk herleven.

Er is geen introductie, noch een waarschuwing. Het geluid in de SuperMarkt wordt van het ene op het andere moment zo ver opengedraaid, dat je oren spontaan gaan bloeden bij de eerste tonen van garageband Bullerslug (spreek uit als boelersloeg). We kunnen bijna spreken van een superband met leden van Elle Bandita, Houses, The Devil’s Blood en Malkovich. Zanger Bastiaan Bosma van Bullerslug kennen we nog van Aux Raus. Ongegeneerd gaat hij direct helemaal los. Met een slecht gemikte schop probeert hij de camera van één van de fotografen bij het podium aan gort te trappen. De toon is gezet. Dit bizarre energieniveau weet hij gedurende de hele set vast te houden. Hij schreeuwt, spuugt, springt, gooit met bier en slaat zichzelf voortdurend hard op zijn eigen kale hoofd. Een haast maniakale voorstelling, die niet altijd goed ondersteund wordt door het geluid dat uit zijn strot komt. Meer vorm dan inhoud helaas.

Bij de rest van de band is het beeld exact andersom. Muzikaal sterk, maar bij lange na niet de energie van de frontman. Rianne van der Dorst (Elle Bandita) heeft een excuus. Op Twitter laat ze weten dat ze last heeft van een “ontstoken mongolenoog”. Bovendien, als je vriendinnetje (Curry-telg Christina) in de zaal staat te luisteren ben je misschien eerder geneigd om het wat netter te houden. Frontman Bosma stond al het hele optreden met ontbloot bovenlijf, en na een paar nummers worden we ook nog getrakteerd op zijn mooie strakke onderbroek. Als een dronkenlap valt hij bijna over zijn eigen broekspijp, om zich uiteindelijk ongemakkelijk uit de kleren te wurmen. Bijna zien we hem zo naakt als de dag dat hij geboren werd, maar dat aanzicht blijft ons bespaard.
 
Halverwege de set wordt eindelijk wat toenadering tot het publiek gezocht. “Kom vooral wat dichterbij het podium, we bijten niet.” Dit schizofrene verzoek is al niet al te overtuigend na de voorafgaande tirade. De dikke rochel van Bosma precies daar waar hij ons had willen hebben, bezegelt het lot voor Bullerslug. Het publiek staat op veilige afstand geïntrigeerd te kijken naar een gevaarlijk roofdier. Bullerslug is een ronkend, spugend, hijgend monster. In de zaal ondergaat men het desalniettemin allemaal nogal gelaten. De overgang van de zaalmuziek naar deze explosie op het podium is te groot. Murw geslagen, en met piepende oren blijven we achter als het vijftal het podium weer verlaat. 
 
Tijd voor headliner traumahelikopter om op te bouwen. Dit gebeurt in ware punkstijl natuurlijk niet óp het podium, maar precies ervoor, in de zaal tussen het publiek. Gimmicky, maar het blijkt een stuk effectiever om je publiek op deze manier bij je optreden te betrekken dan Bullerslug’s gefaalde poging. Een basdrum? Daar doet traumahelikopter niet aan. Een basgitaar evenmin. Geheel basloos dus, met twee gitaristen en een drummer die achter zijn minimalistische setje staat, trapt traumahelikopter te midden van het publiek haar set af. Na de rauwe bak energie van Bullerslug is de Supermarkt er nu wel helemaal klaar voor. 
 
De muziek van traumahelikopter is verre van innovatief. Het is niet iets wat je nog niet eerder hebt gehoord. Zelfs de bandfoto die pronkt op de debuutplaat verwijst naar the Ramones. Toch is er iets aan de hand met de muziek van de Groningers. Niet voor niks werden ze onlangs als een van de weinige Nederlandse acts op Pitchfork genoemd als band om in de gaten te houden. Alle tracks zijn kort maar krachtig, zo rond de drie minuten. De formule wordt na een paar nummers al overduidelijk. “Oonka-oonka-oonka-chack” quoten we een bezoeker. En dat dan in het kwadraat. Zelfs Sonic Dolls-cover ‘Gotta get some action tonight’ klinkt in de traumahelikopter behandeling haast identiek aan de rest van de set. Het is in de oren van het publiek allemaal geen enkel bezwaar. Met een biertje in de hand ondergaan de aanwezigen het jaar van de garage. Vergeleken bij de complete chaos die op ESNS de Marathonzaal verwoestte, is dit weliswaar een lekker luisteravondje, maar dan wel één waar je een stevige gehoorbeschadiging aan overhoudt.