Albumrecensie: Jim Wake & Sleepwalker - ‘Whatever It Is I’m Against It’

Een warme en gezellige rootscrossover

Cok Jouvenaar ,

Met blues is het net als met wielrennen. Je bent er verzot op of je hebt er een broertje dood aan. Maar ook niet helemaal. Velen onder ons volgen in de eerste drie weken van juli maar heel graag de Tour de France. Dit valt ook te vergelijken met de muziek van Jim Wake & Sleepwalker. Het is wel blues, maar niet in zijn puurste vorm. Het valt eerder onder rootsmuziek. Met ‘Whatever It Is I’m Against It’ levert deze formatie een prima derde album af.

Wat opvalt bij het beluisteren van dit album is dat het bij dit sextet hoofdzakelijk om het spelplezier gaat. Niet alleen spat dit ‘werkwoord’ van het schijfje af, maar is ook te vinden in de uitvoering van het titelnummer. Het nummer ‘Whatever it is I’m against it’ is afkomstig uit 1932 van de succesvolste Marx Brothers film Horse Feathers. In een veelheid van rootststijlen is er een warme en prettige samensmelting neergezet waar het woord ‘sfeer’ het hoofdidioom van is. Het ietwat gruizige stemgeluid van Jim Wake klink doorleeft maar is te keurig om door te gaan voor een Tom Waits-adept. Zijn stem doet het meest denken aan die van Michael de Jong. Alleen komt Wake’s zang minder direct naar binnen en is hierdoor een stuk vriendelijker dan deze singer-songwriter.
 
Die vriendelijkheid wordt extra kracht bijgezet door de vijf blazers op dit album. Push-up Brass noemen zij zichzelf en weten de juiste tonen te raken uit de arrangementen van Egbert Kemner. In het nummer ‘Knock knock knock’  is het dan dit hoornensemble wat de boel lekker zwaar aanzet in de accenten. Het is net of je de valse lucht uit de saxofoons hoort ontsnappen. Ook het toetsenwerk van Arnoud van Buuren valt op de juiste plaats. Het vrolijke en zoete ‘No fool like an old fool’ mag dan beginnen als een jaren twintig charlestonachtige dixieland nummer, maar het orgelgeluid van Van Buuren stuwt het nummer de diepte in waarna de rest van de muzikanten ook een duid in het zakje doen. Jim Wake & Sleepwalker laat horen dat er niet moeilijk hoeft worden gedaan om een sterk en prettig resultaat te bereiken. De band speelt met groot  gemak en klinkt de ene keer lekker lui, zoals in ‘Back to the coast’, ‘Don’t shout’ en ‘My accomplice’, en dan weer als een volleert bluesorkest met een licht ontvlambaar sausje zoals in ‘I got the blues for you’ en de rock ‘n roller ‘Too young to die’.
 
Het mag gezegd worden, samen met producer Ernst van Wageningen heeft de band veel uit zichzelf gehaald in de Basement Studio. Een vol geluid zonder compromissen en zonder overdreven bombastisch te klinken. Zo horen de liefhebbers van dit genre het graag uit de luidsprekers en autoradio’s komen, want de vijftien tracks op dit album lijken gemaakt te zijn om te luisteren vanuit de bijrijderstoel. Met ‘Whatever it is I’m against it’ is niets mis. Hoe kritisch we ook luisteren en de verhalende songs van componisten Jim Wake en Ruud Fransen onder de loop nemen.  Het kan ook bijna niet mis gaan met nummers als ‘Signs’, ‘Don’t shout’ en ‘Too young to die’. Misschien is dit laatstgenoemde nummer samen met ‘Empty bottles’ wel de uitschieters. Live klinkt Jim Wake en zijn kornuiten minder braaf dan op de cd. Op het podium wordt er vaak een tandje bij geschakeld en willen de bandleden zich mee laten slepen in het enthousiasme. Geen verkeerde eigenschap, overigens.
 
Wie nieuwsgierig is geworden krijgt snel de kans om deze band live te bewonderen en wel op zondag 14 oktober vanaf 15.00 uur in de Qbus te Leiden. Daar wordt het album in zijn volle glorie gepresenteerd.