Verslag REWIRE Festival 2012; de vrijdag

REWIRE in potentie de spannendste onder de grote Haagse festivals

Marc van der Geest en Lesley Arp | Foto’s: Jan Rijk en Ramond Jaggessar ,

“Is dit een moskee?” vraagt een verbaasde, Noord-Afrikaanse zestiger wanneer hij de hoofdlocatie van REWIRE voorbij loopt. Als hij een ontkennend antwoord krijgt, probeert hij: “Een kerk? Protestants of katholiek?” Een kerk is het zeker, maar van protestanten en katholieken is vanavond weinig te bespeuren. In het oude hoofdkwartier van de Zevendedagsadventisten vloeit het bier (veel hip Vedett) en slaat de decibelmeter een stuk verder uit dan bij de lofzangen op de Heere het geval geweest zal zijn. Maar REWIRE 2012 begint, noodgedwongen, buiten. Voor negen uur staat er al een imposante rij voor het hokje waar je kaartjes, bandjes, muntjes en garderobebewijsjes dient aan te schaffen. Maar dit is geen publiek dat makkelijk mort, en de regen blijft weg.

Wel betekent het dat we de eerste nummers van DIIV door de kerkmuren heen moeten beluisteren. Dat lukt overigens aardig - de organisatie is niet zuinig met volume. Eenmaal binnen betekent dat wel een ontzettende bak galm, ook dankzij het feit dat de vier Amerikaantjes hun repertoire er zo hard en snel mogelijk doorheen proberen te jassen. Amerikaantjes, omdat de bandleden de pubertijd nog nauwelijks lijken te zijn ontgroeid. Visueel is het een klassiek Nirvana-coverbandje, inclusief gordijnen van haar voor de ogen en al dan niet gefingeerde spasmen.  Het contrast met de bloedserieuze new wave-plaat die ze dit jaar uitbrachten kon niet groter zijn. De sterke liedjes spelen ze in ieder geval met alle energie die ze in zich hebben, waardoor de show - minus een waardeloze cover van, ook echt, Nirvana - toch de moeite waard blijft. De volle tweeëndertig minuten lang, wel te verstaan, want dan vinden de jongens het wel weer mooi geweest. Zonde.

Puristen die het liefst ‘echte’ instrumenten op het podium zien, komen tijdens de eerste dag van Rewire het beste aan hun trekken bij het optreden van Knalpot in de kleine zaal van de Kerk. Deze twee conservatoriumjongens (met mallotige zonnekleppen op) zijn weliswaar geïnspireerd door elektronische muziek, maar opereren als een ‘ouderwetse’ band met als basis drums, toetsen en gitaar.  Met de complexe ritmes van drummer Gerri als voortstuwende kracht, heeft gitarist / toetsenist Raphael zijn handen vrij voor lekker veel improvisatie en experiment. Zo gebruikt hij zijn gitaar het ene moment om dubstep-achtige baslijnen te produceren, om vervolgens het publiek wakker te schudden met een moddervette gitaarriff. Virtuoze beheersing van instrumenten en vet aangezette contrasten tussen hard en zacht maken Knalpot een aangename afwisseling op vele andere REWIRE-acts waarbij het publiek niet veel meer te zien krijgt dan een hoofdknikkende dj achter een MacBook.  

In Zeebelt, waar de andere locaties van Rewire zich omheen bevinden, hangt een laid-back sfeer. Veel dj’s hier laten zich enigszins reduceren tot achtergrondorkest, maar later vertelt iemand enthousiast over een collectief stiltemoment dat één van de artiesten in zijn set wist te bewerkstelligen. Het kan dus wel. Verder richt Zeebelt zich met name op de bredere kunsten - filmprojecties, een tentoonstelling. Er wordt beschaafd geconverseerd en er worden zakjes chips genuttigd. Dit deel is in ieder geval geslaagd, maar het mist de broeierigheid dat de Kerk op zijn beste momenten wel heeft. De kerk zelf heeft, naast de grote zaal, ook een kelderpodium, waar het eigenlijk constant druk blijft. Dat geldt ook voor de kelderbar - de meest sfeervolle plek van het festival, waar sommige mensen de hele avond keuvelend door lijken te brengen.

De sound van Haags wonderkind Torus doet bij vlagen denken aan die gehypete ASMR-filmpjes op YouTube, die door middel van knisper- en fluistergeluidjes een staat van ultieme ontspanning bij de kijker teweeg zouden brengen. De composities waarmee Torus de eerste helft van zijn set in Zeebelt vult klinken dan ook organisch en dromerig, met name door het gebruik van opgenomen samples (‘Hoor je daar een spuitbuskogeltje? Of is het een druppelende kraan?’). Het is dan ook niet gek dat de sfeer in de als huiskamer opgebouwde zaal van het Zeebelt theater erg mellow is. Iets te mellow, want wanneer aan het einde van Torus’ optreden de hiphopinvloeden naar boven komen drijven en hij al airdrummend de opzwepende sound van een artiest als Araabmuzik benadert, verdient hij het zeker niet dat twee knakkers pal naast de dj-booth zitten te knorren op een leren bank. Kortom, REWIRE, geef deze jongen de volgende keer een echt podium. Al is het maar omdat we Haags talent als Torus moeten koesteren.

Wanneer je haar onlangs uitgebrachte album ‘Quarantine’ beluistert hoor je dat de Amerikaanse Laurel Halo (echte naam: Ina Cube) geen people pleaser is. Op verschillende tracks gebruikt ze haar stem als instrument en is ze daarbij niet bang om vals of wringend te klinken. Het is dan ook een verrassing dat Cube voor haar optreden in de kleine zaal van de Kerk de microfoon heeft thuisgelaten en ervoor kiest om uitsluitend de knoppen te bedienen. Echt toegankelijk wordt het optreden van Halo echter niet: begeleid door trippy beelden neemt Cube je mee in een onafgebroken futuristische soundscape, waarin geen duidelijke rustpauze of climax te bekennen is. Toch laat het publiek zich gewillig vervoeren: misschien omdat zelfs experimentele artiesten als Laurel Halo de noodzaak van een vette beat op z’n tijd kunnen erkennen. Hoe dan ook raakt het optreden van Cube de kern van een festival als REWIRE: dat artiesten geen hapklare brokken of nummers met kop en staart nodig hebben om het publiek los te laten gaan.

New Yorker Jacob 2-2 dankt zijn artiestennaam aan een figuurtje uit een oude kinderserie. Tijdens zijn optreden in het Zeebelt theater krijg je dan ook gauw de indruk dat deze dj een onvervalst gevoel heeft voor nostalgie. De synthesizerdeuntjes die hij uit zijn laptop tovert zouden zo uit een oude tv-serie of computerspel kunnen komen. Ook de prachtige visuals waarmee Jacob 2-2 zijn set ondersteunt (eveneens door de artiest zelf gemaakt, die van beroep grafisch ontwerper is) zijn grotendeels opgebouwd uit retro-filmbeelden en animaties. De huiskamersetting van het Zeebelt theater werkt - in tegenstelling tot bij Torus - prima voor de speelse en fantasierijke midtempo tracks van Jacob: het veelal zittende publiek nestelt zich knus om de dj heen. Een aangenaam rustpuntje in het programma voordat het echte technogeweld los kan barsten in de Kerk.

Gek genoeg vergeet je tijdens het REWIRE Festival gemakkelijk dat je het grootste deel van de avond in een kerk ronddoolt. De meeste bezoekers van REWIRE zullen waarschijnlijk zelden in kerken komen, maar tijdens de dj-set van Haagse cultheld Legowelt snappen we eindelijk waar die gebouwen nu eigenlijk voor bedoeld zijn: voor onvervalste old-school techno en house. Danny Wolfers is voor het begin van zijn set al gezellig aangeschoven bij Xosar, om het vervolgens vlekkeloos van haar over te nemen. Het blijft opmerkelijk dat een schuchtere tech-nerd als Wolfers op handen gedragen wordt door het REWIRE-publiek, dat door de bank genomen voldoet aan het hipster-stereotype (denk: hoornen brilletjes, linnen tasjes, skinny jeans en Mart Smeets-truien). Slimme zet van REWIRE om na de wat meer experimentele luisteracts de vrijdagavond te eindigen met Legowelt, die naast techno en house ook hier en daar wat nostalgische rave opneemt in zijn set. En voor je het weet ben je omringd door extatisch dansende jongens en meisjes in een kerkgebouw: je zou er bijna religieus van worden.

Vooral aan het begin van de avond is de respons vanuit het publiek nog minimaal. Het gebouw blaast iedere geluidsgolf op tot enorme proporties, maar de magere applausjes slaan wel pijnlijk dood. Soms is het bijna een showcase-avondje voor knikkende professionals uit de muziekindustrie. Een bezoekster oppert dat het festival nog nieuw is (dit is de tweede editie) en dat mensen nog een beetje hun draai moeten vinden. Hopelijk heeft ze gelijk, want in potentie is Rewire de spannendste onder de grote Haagse festivals. Dat is, naast een goede line-up, vooral te danken aan de locaties - nu eens niet het geijkte rondje Paard en Grote Markt.