Tourverslag Santa Cruz in Europa

Albumtour in Engeland, Frankrijk en België

Guy Tavares (Santa Cruz) | Foto's: Bertus Gerssen ,

De afgelopen weken tourde de Haagse band Santa Cruz door Engeland en Frankrijk ter promotie van het nieuwe album ‘Down On My Knees’. De tour kon mede worden gerealiseerd door financiële steun van The Hague Music Export. Guy Tavares (Orange Sunshine, Bunker Records) van Santa Cruz hield een tourverslag bij.

Donderdagochtend vroeg op 10 mei vertrekken we (gitaristen Selwyn Slop en Carson Binks, tourmanager Jerome Crutsen en ikzelf) met de gehuurde bus-met-chauffeur (Bertus) naar Liverpool via de Eurotunnel bij Calais/Dover om er zonder veel problemen in de avond laat aan te komen bij de mensen van Zombina and the Skeletones (een band die vaak in de oude Morlock Gallery heeft gespeeld in Den Haag en die ik zodoende heb leren kennen), waar we kunnen logeren op hun uitklapbanken.

De volgende ochtend door Liverpool wandelen, ik kan nog een paar Santa Cruz lp's kwijt bij Probe Records, al jarenlang Liverpool's beste platenzaak. 's Avonds spelen we als laatste in de Kazimier, waar we een vreemde eend in de bijt blijken te zijn tussen de vrolijke/olijke Scoobie-Doo horror rock'n'roll bandjes uit Liverpool en Glasgow. Iedereen, behalve wij, is op een soort verkleedpartijtje. Het lijkt wel Halloween, maar dan in het verkeerde deel van het jaar! Als we gaan spelen, blijft de helft staan en de rest vlucht weg. Diegenen die blijven, blijven ook tot het eind en blijken het wel degelijk te "begrijpen", een prima aftrap van de tour, maar het publiek is te dronken om nog platen te kopen, twee stuks en één shirtje.

Daarna weer bij Zombina and the Skeletones in huis geslapen. de volgende dag halen we de spullen op in de club (die laat ik echt niet de hele nacht buiten in een bus achter) en rijden we naar London, eveneens zonder files! The Unicorn is in hip Camden, de organisator (waar we eveneens bij blijven slapen die nacht) speelt zelf in het voorprogramma: STUBB. Er zijn veel mensen (100+), en zelfs bekenden uit Den Haag. Het is de meest geijkte stoner/doom locatie in London, er zijn lui van diverse labels, bands en recensenten aanwezig. Als we spelen, blijft iedereen wel staan, maar krijgen we niet veel reactie, behalve wat van de Hagenezen. Blijkbaar denkt men in dit soort plekken toch teveel binnen de door de peer group gestelde formats: de verkoop besloeg slechts één shirt en niet één lp! Erg ironisch allemaal! De volgende dag (zondag) gaan we terug naar Den Haag, want we hebben pas op maandag in La Louviere (Wallonie, 50 km van Brussel) een show en voor die beetje extra km's rijden, besparen we een hotel en een dag lang in de deprimerende Borinage!

Zoals inderdaad blijkt die maandag 14 mei: aan het smakeloos gerenoveerde dorpsplein in La Taverne du Theatre krijgen we een koude doner kebab, spelen we voor vijf man en slapen we boven in een kale zaal met matrassen. Als we de volgende ochtend de bus inladen, zijn er meer mensen binnen. Namelijk de lokale dronkenlappen! Wel nog twee platen verkocht, waarvan één aan iemand die we via via kennen als Europese promotor voor Amerikaanse heavy bands, een zekere Daniel uit La Louviere die vaak in Californië vertoeft. Carson (een Canadees die in San Francisco woont) blijkt hem te kennen uit de Bay Area. Daniel heeft het over een Europese 30-daagse tour voor cultband Chrome (sinds de 70's gestoorde acid/space robot rock uit SF, later bekend als Helious Creed) en dat we hiervoor een perfecte voorprogramma kunnen zijn. Wel, we zullen zien, haha!

Daarna zonder problemen naar Parijs, Les Combustibles in het 11e district, wederom de lokale plek voor heavy muziek in de stad. Al in La Louviere bleek hoe belangrijk een beetje talenkennis is voor een tourmanager, want Jerome bakt er niets van in het Engels. In het Frans krijg je er toch veel meer voor elkaar en al gauw ben ik weer (zoals van ouds) de tourmanager, alles voor iedereen vertalend en regelend! Daar hadden we die gozer niet voor ingehuurd! Ook in Parijs waren de baas en de promotor stukken redelijker in het Frans, dan in het Engels, vooral wat betreft de chaos van alle apparatuur van alle (vier!) de bands in zo'n kleine club (100+), maar na wat grappen in het Frans konden we toch gewoon alles voor elkaar krijgen en hoefden we niet de helft (we moesten door ruimte-gebrek onze apparatuur delen met die van Lonely Camel uit Noorwegen) van onze spullen buiten in de bus te laten. Wederom, ik ken teveel horrorverhalen over opengebroken tourbussen!

De baas was een opgewonden standje en nogal klein van stuk, maar onze grote speakerkasten zouden zo vlak voor de dj-booth een perfect "ameublement pour les petits qui veulent voire le concert aussi" vormen. Eerst speelde er een lokale band, daarna Grande Astoria uit St. Petersburg (Rusland), daarna wij (volle bak!) en toen gingen geheel onverwacht alle remmen los bij die Fransen. Het leken wel neanderthalers geworden, zo heftig reageerden ze op onze loeiharde en uiterst primair-gewelddadige muziek, zelfs de kleine eigenaar ramde zich met een Mexicaans worstelmasker door het schreeuwende publiek heen! Prachtig! Carson sloeg met zijn gitaar op de eigenaar zijn kop, hem niet door het masker herkennend, maar dat was geen probleem. Daarna bleef hij ons de hele tijd na de show (compleet straalbezopen) maar gratis drankjes geven, haha.

We verkochten die nacht voor ruim 200 euro aan merchandise. Lonely Camel is een nieuwe hippe stonerband uit Noorwegen (ze krijgen veel media-aandacht, een vak apart zullen we maar zeggen) en speelden na ons eveneens een succesvolle show. Hun chauffeur en manager is Boris, een Fransman die al jaren in Noorwegen woont, en wilde ons meteen naar Scandinavië laten komen. Wederom, wie weet, haha!

Daarna weer alles in de club gelaten en naar het hotel gelopen op loopafstand dat Les Combustibles voor ons had geregeld en betaald (eten deden we boven de club, in het eigen restaurant). We hadden de volgende dag vrij en zijn toen naar de Robert Crumb expositie gegaan in het Musee des Arts Modernes, prachtig! 's Avonds naar Brussel (België) gereden om bij de zus van de promotor Sean Schievers in haar huis in een chique buitenwijk van Brussel (Ukkel Klauwberg) de nacht door te brengen. Bertus in de bus met extra slaapzak tegen de kou en wij op slaapmatjes op de grond. Ze (Sharon) was er net ingetrokken en had nog nauwelijks meubilair. Ik ken Sean en Sharon al een paar jaar, Sean als Bunker-fan, Sharon als Orange Sunshine fan. Zo kom je nog eens ergens!

De volgende dag overdag met de tram naar de stad, door de Matonge gelopen en Escargots gegeten bij de Halle des Abbatoirs en een bezoekje gebracht aan The Collector, een uitstekende platenzaak, zoals we dat in Brussel gewend zijn. 's Avonds ging Bertus met de tram naar Ukkel om de bus met onze spullen op te halen, want wij waren reeds bij Cafe Central aangekomen, hartje Brussel. Ook hier begreep men waar we mee bezig waren, zowel publiek (100+) als dj's getuigden van brede muzikale ontwikkeling: electro/techno, ambient/dark wave, 60's garage psych en 70's hardrock liepen vloeiend door elkaar heen. Een welopgevoede en zeer "open-minded" underground scene moet ik zeggen. Is dat de goede en weldadige invloed van Studio Brussel? Ook hier weer voor 100 euro verkocht aan merch en ik kan meteen als dj terugkomen in Brussel en als electronische live-act (Schmerzlabor) op een festival in Charleroi terecht.

Vroeg in de ochtend pas weer terug naar de buitenwijk om even te slapen, om dan onze Canadees op Zaventem naar San Francisco terug te laten vliegen en binnen een paar uur waren we wederom zonder fileproblemen weer thuis.