GEZIEN
Walk The Line 2012, zaterdag 12 mei, Humanity House
MUZIEK
Het duo James Walbourne en Kami Thompson richtten vorig jaar samen Dead Flamingoes op. De zanger en zangeres hebben beide een muzikale achtergrond met folk, rock en country invloeden. Zij door haar vader en moeder Richard en Linda Thompson, befaamd folkzangeres. En hij speelde al mee in bands als The Pernice Brothers en The Pretenders, ook bekend door hun rockmuziek. Met en voor elklaar zingen ze over liefde, verdriet en woede met in de teksten vaak een cynische ondertoon.
PLUS
De twee stemmen zijn erg goed op elkaar afgestemd. Hij de rauwe ondertoon, zij de zuivere bovenklanken. Ze zingen beide met volle overgave, maar vooral Kami Thompson zorgt er met haar bijzondere stem voor dat het countryrock geluid het oubollige imago achter zich laat. James Walbourne ragt er regelmatig op los tijdens de solo van een nummer. Het publiek geniet en kan zich niet inhouden om direct te klappen, ook al is het nummer pas op de helft.
Stampende voeten en akoestische melodieën bij Dead Flamingoes
Engelse folkrock met dosis soul
Ze bestaan nog geen 12 maanden, maar zoals ze samen voor de overvolle zaal in het Humanity House staan, lijkt het duo al jaren samen te werken. Dead Flamingoes treedt op in de kelder waar de houten tribune, vloer en balken aan de wanden ineens het perfecte decor zijn voor het akoestische hoogstandje uit de Engelse folkrock met een flinke dosis soul.
MIN
Wederom kampt de techniek met problemen. Om 22.00 uur zou het optreden van start gaan, maar 15 minuten later staat het geluid van de gitaar van James nog steeds niet op de speakers. Na wat gehannes met snoeren en willekeurig drukken op een aantal knoppen op het geluidspaneel klinken de warme klanken dan toch ineens door de hele zaal. James vraagt om een applaus voor de geluidsman en het welwillende publiek geeft deze graag. Gedurende het optreden blijft het geluid van de gitarist echter niet zoals hij wil. Meerdere malen heeft hij contact met de geluidsman en beweegt hij met zijn wijsvinger omhoog als teken dat zijn gitaar echt harder moet. Na de vierde keer vraagt hij verontwaardigd: “Doesn’t it get any louder?” Waarop de geluidsman niks kan doen dan zijn handen vragend in de lucht houden.
CONCLUSIE
Het goed op elkaar ingespeelde koppel geeft een mooie akoestische show weg. Het publiek geniet aanzienlijk. De soul overwint het van de country wat toch een opluchting is. De technische problemen waren overbodig en zorgde soms voor wat afleiding.
CIJFER
8-