De laatste restjes van de zaterdagochtendkater zeuren nog na bij de eerste klanken van Ready To Play band New Year’s Hero: een punkpoptrio van Haagse bodem dat weinig last lijkt te hebben van het vroege tijdstip. Het trio heeft dan ook een behoorlijke berg eigen publiek meegenomen, dat haar enthousiasme voor de band niet onder stoelen of banken steekt. De belofte maakt men dan ook behoorlijk waar: in moordend tempo pompen ze er punkpopliedjes uit die alle vooroordelen over aanstekelijkheid, snelheid en eenvoud recht doen. De bijzonder jonge leeftijd van de bandleden wordt eigenlijk alleen verraden door de soms wat overslaande stem van de zanger, die de puberteit nog niet helemaal achter zich heeft gelaten. Maar geen haan die daarnaar kraait: de grote namen uit het genre stonden ook niet bekend om hun vocale lenigheid. Dat betekent dat we hier een uitstekende miniatuurversie van een volwassen pretpunkband hebben, die nog wel eens hoge ogen kan gaan gooien als de leden zich blijven doorontwikkelen. Als het succesverhaal abrupt wordt afgebroken door de organisatie, is de kater in ieder geval ruimschoots verdwenen. (MvdG)
Verslag Kaderock 2012; de middag
Gruppo Sportivo, Kern Koppen, Mullet, Seeka, Lavinia en meer
De zeventiende editie van Kaderock opent traditiegetrouw met bands van Ready To Play en de samenwerking tussen The Clarks en drummer Cesar Zuiderwijk van Golden Earring. Al jarenlang een succesformule en ook dit jaar weten de openers al vroeg veel publiek op de been te brengen. De optredens van onder andere Gruppo Sportivo, Seeka, Lavinia en Kern Koppen volgen.
Opener op het hoofdpodium Mullet wordt aangekondigd als een 'gevestigde naam', en de band die zich omschrijft als progressieve rockformatie heeft een behoorlijke Haagse aanhang meegenomen om die aankondiging recht te doen. De band drijft vooral op de bravoure van de zanger-drummer-tandem - met name de frontman lijkt nooit iets anders te doen dan op het podium rondspringen. Muzikaal wordt er van erg dik hout planken gezaagd. Hardrock à la Iron Maiden, veel nu-metaldramatiek, en een verhalend tweeluik dat grotendeels uit de Metallica-platenkast is getrokken. Maar overtuigen doet de band wel met de performance: vanaf het dak van de Musicon wordt er een imposante Mullet-banier uitgerold, als Mullet wil dat er gesprongen of met vuisten gezwaaid wordt dan gebeurt dat, en de gastzangeres die het laatste kwartier de kapotgebrulde zanger ontlast is een gouden greep. Nog steeds geen idee waar het predicaat 'progressief' terug te horen moet zijn, maar vestigen doet Mullet zich op deze manier wel. (MvdG)
The Chronics lijkt zo weggelopen uit een Disney-serie over een opkomende highschoolband: zorgvuldig gestyled, piepjong, een zangeres die evenveel zorg besteedt aan haar moves als aan haar zang en een goed getimed dankwoord aan de bandcoach. Maar ook een club erg enthousiaste leeftijdsgenoten die met verve de rol van uitzinnig publiek vervullen. Het is muzikaal allemaal nog wel erg onzeker, maar het zou flauw zijn om de band daar in dit stadium op af te rekenen. Een paar catchy koortjes en enkele obligate maar enthousiaste Simple Plan- en Anouk-covers houden de feelgood factor in ieder geval op een hoog niveau. En daarmee is de missie van The Chronics hoogstwaarschijnlijk geslaagd. (MvdG)
Ondanks de wat rammelende vocals van de heren van het hiphoptrio Kern Koppen wordt het op het plein voor Musicon een leuk feestje. De muzikale creativiteit maakt ruimschoots goed wat er aan stemgeluid af en toe ontbreekt. Het is een energiek optreden met sterke en minder sterke kanten. Het publiek is niet uitzinnig te noemen, de reactie is aan het begin van het optreden wat tam. Maar er wordt wel echt geluisterd. Dat is maar goed ook want tekstueel brengen de Kern Koppen meer met zich mee dan de meeste hiphopacts. Ze schromen niet voor de toepassing van filosofische onderwerpen maar verpakken het in een luchtig swingend muzikaal geheel. Door slim en passend gebruik van samples en herkenbare melodieën van bekende nummers is het behoorlijk entertainend. Het publiek lijkt er dan ook niet mee te zitten dat de techniek soms niet helemaal meewerkt. De vocals en de instrumenten overstemmen elkaar soms, en dat is jammer. Maar al met al een lekker zonnig optreden. (JB)
Grote zangeressen hebben aan een enkele (voor)naam voldoende. Démira, 15 jaar jong, won in april op overtuigende wijze de finale van de High School Music Competition in het Paard van Troje. Ze heeft een kwartiertje speeltijd toebedeeld gekregen op het binnenpodium van Kaderock en dat blijkt veel te kort. De zaal is bij aanvang matig gevuld, maar degenen die het zonnetje buiten verruilen voor het zonnetje binnen krijgen daar geen moment spijt van. Démira speelt een set plezierige popsongs met folkinvloeden met hier en daar een countrysnik. Haar gitaarspel, subtiel voetenwerk (tamboerijntje!) en stem imponeren en de zelfgeschreven liedjes zijn stuk voor stuk sterk. Amy MacDonald is ongetwijfeld van invloed geweest op de muzikale keuzes van Démira, maar toch heeft ze een eigen draai weten te geven aan het singer-songwritergegeven. Altijd leuk om op onverwachte momenten een pareltje te ontdekken. (FV)
Het Amsterdamse rocktrio Seeka stond al eens in het voorprogramma van Living Colour en N.E.R.D. en mag nu los op Kaderock. De mannen brengen een mix van stijlen die doet denken aan F, Fishbone en voornoemd Living Colour. Het raakt pop, rock en funk, maar net zo makkelijk bouwt de band er een verschrikkelijk r&b bruggetje in, voorafgegaan door een snedig ‘we doen ook een beetje R. Kelly’. Drummer Eddy Addai speelt naast Seeka ook met hiphoppers als Typhoon en Keizer en is het beest in de band. Als een ware Animal ramt en beukt hij de nummers tot een goed einde, waarbij bassist Shanku Tuhusula de juiste grooves inbrengt. Zanger en gitarist Alvin Lewis maakt het plaatje compleet, roept op tot participatiemomentjes en vertelt over “het volgende liedje wat erover gaat dat mijn vriendin me uit huis zette en ik al mijn spullen naar de opslag moest brengen”. Het zal wel. Seeka laat een goede indruk achter en heeft het zowel muzikaal als qua looks goed voor elkaar. (FV)
Wat moet je denken van een band met de naam Knotwilg? Gruntende pubers die de naam Slipknot niet goed begrepen hebben? Een lokale Seasick Steve-wannabee? Bomenknuffelmeisjespop? Neen, niets van dat alles. Knotwilg is de nieuwe band van Bas Flier en Julie Scott (Can_of_be, Kirsten) en het optreden op Kaderock is het eerste in volledige bandbezetting. Opvallend in deze bezetting is de frontaal opgestelde celliste-op-rubberen-laarzen die ook nog behendig blijkt met de zingende zaag. Anders dan de naam doet vernoemen speelt Knotwilg Engelstalige liedjes, ook al heeft een enkele (‘Scheepjes’) een Nederlandse titel. Scott doet met haar cowboyhippie-outfit in de verte aan zangeres Kirsty MacColl denken en muzikaal wordt die echo naar de Ierse zangeres ook versterkt. De folkpop van Knotwilg bevat Ierse invloeden, waar de toetsenist even later met zijn traporgeltje weer afstand van neemt. Al met al is Knotwilg op veel manieren moeilijk te plaatsen en is niet duidelijk welke richting de band nou precies op wil. Maar dat Knotwilg geen dertien-in-een-dozijn band is maakt het zestal met dit debuutoptreden wel duidelijk. (FV)
Aan het einde van de middag is het op het hoofdpodium tijd voor Gruppo Sportivo. De band met de onmiskenbare Hans Vandenburg als frontman draait al sinds 1976 mee en heeft het in die tijd voor elkaar gekregen altijd precies hetzelfde te blijven klinken. De achtergrondkoortjes, de keyboardpartijtjes, de malle teksten - Gruppo is Gruppo en zal dat altijd blijven. Pogingen om iets moderns te doen (een rapversie van America’s ‘A horse with no name’, om maar eens een dwarsstraat te noemen) leiden steevast tot niets, waardoor de band -gelukkig- blijft terugvallen op de vertrouwde new wave sound van eind jaren zeventig. Tijdens het korte optreden op Kaderock komt een mix van oud en nieuw werk voorbij, waarbij voor de oppervlakkige Gruppokenner geen enkel stijlverschil te horen is tussen materiaal van het album ‘10 Mistakes’ uit 1977 of een nummer als ‘DoReMiFaSoLaToDo’ uit 2006. Superman komt twee keer voorbij vliegen, de Eiffeltoren wordt bezongen en Hans schiet nog maar eens muzikaal zijn manager overhoop. De Bombita’s fleuren met hun kokette danspasjes en poses de boel flink op en de set wordt afgesloten met hitje ‘Hey girl’ en net-niet-hitje, maar wel bekendste nummer, ‘Beep beep love’. Het universum van Gruppo Sportivo is nog altijd lekker overzichtelijk. (FV)
Met haar sterke stemgeluid en krachtige drumspel weet Lavinia vanmiddag te imponeren met haar debuutoptreden. Ze maakt goed van de gelegenheid gebruik en laat geen seconde onbenut. Met haar band weet ze de zaal vol te krijgen en te houden. De zangeres/drumster is goed in vorm. Ze heeft een overtuigend stemgeluid en beheerst haar stem goed. Krachtig zonder schreeuwerig te worden. Ondanks dat het behoorlijk rockt, legt Lavinia veel gevoel in haar nummers en haar zang. De bandleden volgen haar muzikaal perfect. Rock zoals het hoort. Alles past precies. Het enige wat er op aan te merken valt is dat het misschien wel erg gepolijst is, maar daar mogen we niet om klagen. Ondanks het mooie weer blijft iedereen in de zaal en bij de aankondiging dat het laatste nummer gespeeld gaat worden komt er luid protest. Dit mag nog wel even zo doorgaan, is de algemene consensus. (JB)