Eindejaarssessie 2012: A Cure For Gravity

“We doen alles om het publiek te kunnen bereiken”

Sabrina Istha en Frank Veldkamp | Foto’s: Luiza Popa en Peisam Tsang ,

2012 was het jaar waarin indietronicaband A Cure For Gravity zich bekendmaakte aan het publiek. De formatie bracht het eerste album ‘Side Effects’ uit, speelde op Walk The Line, stond met Awolnation in de Melkweg en won de Kensington Cover Contest, wat een optreden in een uitverkocht Tivoli opleverde.

Mark, Remy, Lennart, Wouter en Bas blikken terug op een geslaagd jaar. Hoewel ze veel met spullen van oefenruimte naar oefenruimte moesten sjouwen, waren er geen grote tegenslagen. Al had hun agenda wel wat voller mogen staan. “We merken duidelijk dat podia in deze tijd minder risico’s durven te nemen. We richten ons vooral op het spelen in voorprogramma's om zo bekendheid op te doen bij het publiek.” Dat is ook de reden dat ze mee deden aan de Kensington Cover Contest. De band hoort van Kensington zelf over het bestaan van de wedstrijd, waarna de beslissing om mee te doen snel is genomen. Drummer Mark vertelt hoe dat is gegaan: “We hebben alles zelf opgenomen, zelf gemixt in samenwerking met Boy Bianchi, even een videoclipje in elkaar gedraaid en … klaar!”

Voor het album ‘Side Effects’ hebben ze wat langer de tijd genomen. Individueel hebben de bandleden al heel wat muzikale ervaring in andere formaties en dit keer wilden ze het meteen goed aanpakken. Zanger Remy legt uit: “We wilden er voor zorgen dat alles op poten stond voordat we het podium op gingen, dus eerst die plaat af hebben en in de oefenruimte precies zo spelen zoals we willen. Het is een langzaam, maar heel goed creatieproces geweest.” De band is erg dankbaar voor de hulp van producer Pepijn Stutterheim, die veel heeft toegevoegd aan de sound. “Je kunt zeggen: ik speel een liedje, we spelen allemaal instrumenten en Pepijn speelt de band.” “Hij is eigenlijk de katalysator geweest tot het herschrijven van heel veel liedjes”, vult Mark aan. “Vaak zei hij ‘dit werkt niet, ik gooi het open’ en dan moesten wij het eigenlijk verplicht weer opbouwen, zodat er iets anders uitkwam.”

Wie het album heeft beluisterd, weet nog steeds niet wat hij bij een liveshow kan verwachten. Het zijn dezelfde nummers, maar elke keer in een ander jasje. Dat is waar A Cure For Gravity zich in onderscheidt van andere bands. Op het album staan ‘radiowaardige versies’ van een paar minuten en de liveset is volgens Mark een soort remix hiervan: “Het verandert per keer wel een beetje en het kan ook alle kanten op. Als het publiek staat te springen, gaan we gewoon nog even lekker door!” Deze flexibiliteit  en extra dimensie hebben ze vooral te danken aan Lennart, het electronicatalent.  Nu kunnen ze alles live aansturen in plaats van te moeten stoppen wanneer het bandje ophoudt. Remy is erg blij met de mogelijkheid de vocalen live te bewerken: “Ik verveel me te pletter als ik dat elektronicading niet heb.”

De toenemende invloed van electronica en het mixen van stijlen is iets dat ze ook terugzien in de hedendaagse muziek. Hoewel de Haagse popscene altijd levendig is geweest, kwamen ze vroeger overal hetzelfde genre tegen: de Haagse rocksound. Zelf maakten ze ook deel uit van deze scene en waren het helemaal zat. Volgens hen dus een grote vooruitgang dat dit nu aan het veranderen is. “Het klinkt niet meer allemaal als The Earring”, zucht Mark.  Volgens Bas worden mensen vindingrijker: “Ze kunnen het palet veel breder gebruiken. Ze koppelen stijlen en mengen alles met elkaar.” Veel artiesten proberen tegenwoordig synthesizers aan hun muziek toe te voegen, maar met wisselend resultaat. Veelbelovende acts uit de regio vinden ze Topless (“leuke sound, leuk imago”) en De Kraaien. Over die laatste band zegt Lennart: ”Die gasten kunnen een feestje bouwen en als ze dat structureel buiten Den Haag blijven laten zien, dan ligt de weg voor ze open.”

Zelf hebben ze het afgelopen jaar toch vooral naar andere Europese indietronicabands geluisterd. Het Britse Clock Opera, Django Django en het Franse M83 en LJ worden genoemd. Maar ook Skrillex is voor Lennart een voorbeeld: “Ja, het is plat, maar wat die kerel doet is gewoon raak, patsboem. Iedereen vindt het een hype en op Lowlands staat hij in een barstenvolle tent.” Een plek op Lowlands zouden ze zelf ook graag willen, maar A Cure For Gravity blijft realistisch. De band heeft aspiraties zat, maar heeft iemand nodig die hen goed kan vertegenwoordigen. Tot die tijd blijven de mannen bikkelen om zo veel mogelijk te kunnen spelen. Uiteindelijk willen ze graag een eigen clubtourtje doen. Remy verklapt dat ze ook het idee hebben om een dj-set te maken: “Toch weer een andere manier om met ons materiaal om te gaan.” De band heeft genoeg lijntjes uitgezet om komend jaar op meer podia te verschijnen, maar er is nog niks definitief. Hopelijk kan het optreden in Tivoli daar verandering in brengen.