Haagse PopWeek 2011 belicht: Titus

“Op de middelbare school wilde ik altijd al een bandje hebben”

Remco van der Ham ,

De elfde editie van de Haagse PopWeek gaat op vrijdag 14 oktober van start. Negen dagen lang kun je bij vele Haagse podia terecht voor de crème de la crème van de Haagse muziekscene, waarbij ook veel nieuw talent een kans krijgt. In aanloop naar de Haagse PopWeek belicht 3VOOR12 Den Haag een aantal van deze acts. Vandaag laten we singer-songwriter Titus aan het woord.

“Op de middelbare school wilde ik altijd al een bandje hebben”

De elfde editie van de Haagse PopWeek gaat op vrijdag 14 oktober van start. Negen dagen lang kun je bij vele Haagse podia terecht voor de crème de la crème van de Haagse muziekscene, waarbij ook veel nieuw talent een kans krijgt. In aanloop naar de Haagse PopWeek belicht 3VOOR12 Den Haag een aantal van deze acts. Vandaag laten we singer-songwriter Titus aan het woord.

Het idee om iets met muziek te doen, kwam bij de Haagse Titus Meeuws al vroeg. “Op de middelbare school wilde ik altijd al een bandje hebben. Dat gaf je bovendien binnen je school nog een bepaalde status ook! Kort daarna kreeg ik de pest aan bandjes. Er zijn er zóveel, en ze zijn zo cool, zo modieus. Grote bewondering heb ik gekregen voor artiesten die, helemaal alleen, boeiende optredens kunnen geven. Ik heb een keer geprobeerd om te zingen terwijl ik met mijn voeten drumde, mijn gitaar op schoot en een mondharmonica voor m’n neus had en wat loops door twee versterkers liet spelen. Ik vond dat te gek, maar werd er heel gestrest van.”

Tegenwoordig treedt Titus op met band. “Mijn voorkeur is nu om met minstens één persoon samen te spelen. Je kunt op elkaar reageren, elkaar beïnvloeden, en het belangrijkste - elkaar opzwepen. Dat doe ik in een bezetting die, hoe kan het ook anders, net ietsje afwijkt van de standaard band.” Hoe een optreden van Titus eruit ziet, hangt van verschillende factoren af. “Ik schrijf heel veel intieme, dromerige, verstilde liedjes, maar ook vitale nummers. Je moet een beetje kijken naar de ruimte waar je speelt, de akoestiek en het publiek. Ik denk dat je daar je selectie nummers op moet baseren.” Wat wil Titus eigenlijk bereiken met zijn muziek? “Volgens mij wat bijna iedereen wil bereiken die muziek maakt; je zit te kicken op wat je maakt en dat wil je proberen te delen met andere muzikanten en met het publiek.”

Eerder dit jaar stond Titus in de finale van de Grote Prijs van Zuid-Holland, wat een lichtelijk gênant moment opleverde. “Ik had géén publiek meegenomen. Na het optreden stond ik in m’n eentje aan de bar met een zakje chips en een biertje. De publieksprijs werd toegekend aan de artiest die het hardste applaus kreeg (gemeten door een decibelmeter), nadat de naam van de act omgeroepen werd door een presentator. Toen mijn naam als eerste luid en duidelijk omgeroepen, nou eigenlijk geschreeuwd, werd, bleef het uiteraard doodstil wegens totáál gebrek aan eigen publiek. Tot overmaat van ramp besloot de presentator mijn act nogmaals luid en duidelijk om te roepen, maar ik hoorde alleen m’n chipszakje kraken. Het was trouwens een goede chipsreclame geweest. Maar ik moest er toch erg hard om lachen.”

Ook de culturele bezuinigingen komen weer ter sprake. “Bezuinigen is klote. Ik ben blij dat ik hier niet over hoef te beslissen. De enige waarschuwing die ik durf te geven (en die is al heel vaak voorbijgekomen in de media): iets wat je nu opdoekt, kun je in de toekomst niet in één keer weer opbouwen.” Titus heeft tot slot ook nog een tip voor bands. “Volgens mij is het leerzaam om de stekker er eens letterlijk uit te trekken. Niet meer aan de knoppen draaien, maar goed naar elkaar luisteren en dan akoestisch net zo hard proberen te spelen.”

Titus speelt dinsdag 18 oktober om 23.00 uur in de Oude Mol.