Een nachtelijke tocht door het Haagse muziekmysterie in een Kwibus vol popbobo’s: geen wonder dat er af en toe een dakraampje open moest. Tijdens de aftrap van de Haagse PopWeek 2011 op vrijdag 14 oktober ging 3VOOR12 Den Haag op zoek naar de essentie van het geheim achter onze muzikale duinen.
Natuurlijk bevraag je dan als eerste Nachburgemeester Rene Bom. Hij staat op rock ‘n’ roll laarzen als een van de mensen van het eerste uur stevig in de Haagse muziekscene die hij met zijn karakteristieke donkere stem én bril met liefde bezingt en beziet. “Den Haag heeft van meet af aan al een uitstekend klimaat voor beginnende bands. Ik heb Herman Brood nog op zien treden in jongerencentrum ’t Keldertje aan de Spionkopstraat. Nog altijd zetten organisaties als Haags Pop Centrum (HPC), Ready2Play en onnoemelijk veel anderen zich in met ruimtes om te repeteren, met coaching en volop kleine en grote podia om naar buiten te treden. Want dat is het allerbelangrijkste: spelen is spelen, zo snel mogelijk de oefenruimte uit.”
Na het welkomstwoord door directeur van het Haags Pop Centrum, Rob Vondracek, vertrekt de bus naar Omroep West om bij de uitzending van het radioprogramma Stork on Air live de veelbelovende Haagse band Atlantic Attraction te beluisteren. In de bus bevindt zich politiek verslaggever van de NOS Michiel Breedveld die acht jaar geleden aan de basis stond van Stork on Air en het programma een onverminderd warm hart toedraagt. In de studio geniet ook Dick Hooimeijer, bestuurslid HPC en Stichting Mooi, zichtbaar. “Jonge mensen zo volledig in muziek zien opgaan geeft me altijd geweldig veel energie. Gelukkig gebeurt er in Den Haag op dit gebied ontzettend veel. Laatst had ik een vriend uit Zürich - toch ook geen provinciestadje - op bezoek en die keek zijn ogen uit tijdens die ene middag in Den Haag. Hij noemde het toonaangevend wat hier op cultureel gebied gebeurt.” Is dat even lekker quoten!
Henk Koolen, programmeur van het Paard van Troje, is natuurlijk ook van de partij. Hij vertelt graag over de voorbeeldfunctie van de Haagse popscene. “Uit andere steden komen ze kijken hoe wij het doen. Eerlijk is eerlijk, Den Haag heeft het goed voor elkaar. We zitten erbovenop, en dat gaat eigenlijk spelenderwijs. Rock, punk, metal, r&b, hardcore of dance, bands vinden altijd een plek met publiek. Of het nu via het barretje of een kelder op de hoek is, of een jamsessie in cafés en strandtenten door de hele stad (Pier 32, De Fuut Thom’s Inn, de SuperMarkt, undergroundcafé De Vinger, 330live, O’Caseys, om er maar een paar te noemen, red.): als ze goed zijn vinden ze hun weg naar de kleine zaal en uiteindelijk de grote zaal in het Paard. Hoorde ik gisteren bij voorbeeld ineens een ontzettend lekkere song op Radio 1 voorbijkomen: was het ‘The beach’ van Splendid. Haags natuurlijk.”
Het woord is gevallen. The beach. Den Haag en zijn veelbezongen strand en Noordzee. Het kan geen toeval zijn dat Ronald Stemmerich van het Paard, door en door ingewijd in de scene, “de zee!” als verklaring noemt voor het bloeiende Haagse popklimaat. “De zeelucht, de havens, die openheid naar de Angelsaksische wereld, waar het allemaal begon. That’s it.”
Van Omroep West toert de bus met het zeer goedgemutste gezelschap naar Musicon waar het heftige Por Huevos even de puntjes op de i zet. Muziek hoeft niet mooi te zijn, als het maar hard is, tempo heeft en niet zonder oordopjes kan. Iedereen is het er even helemaal mee eens. Zoe Reddy, begenadigd podiumbeest van Bimbo Electrico, is blij dat ze even uit de bus is en kan bewegen. Het doet de stoere mannen van Por Huevos zichtbaar goed - in welk genre een band zich ook beweegt, de overgave van het publiek blijft onontbeerlijk.
De volgende pleisterplaats is Bazart, waar het gave Atombox volop gehoor vindt. Met suizende oren terug in de bus is er tijd voor een gesprek met HPC-bestuurslid Dick Tempelman. “Ik ben nog van de flower power periode, maar zit zoals zovelen van mijn generatie nog altijd tot over mijn oren in de muziek. In pop blijft iedereen nu eenmaal graag hangen. Nee, ik ken niet alle bands in Den Haag. Ondoenlijk om ze alle 450 bij te houden. Bovendien wisselen ze nogal eens van samenstelling of naam, maar HPC stelt alles in het werk om beginnende bandjes alle faciliteiten te verlenen en ze met de juiste mensen in contact te brengen. Niet alleen om ze muzikaal op weg te helpen maar ook om te schaven aan hun performance. Alleen mensen als Bob Dylan kunnen het zich permitteren om met hun rug naar de toehoorders te gaan staan en alleen maar met hun muziek bezig te zijn.” De vraag moet gesteld: krijgt de Haagse scene te lijden van alle cultuurbezuinigingen? “Zeker, zware wolken drijven onze kant op. Bij de organisatie van deze editie van de Haagse PopWeek hadden we een aanzienlijk kleiner budget dan vorig jaar. Vico Sneep (projectcoördinator HPC) heeft een geweldige klus geklaard inclusief de nodige slapeloze nachten. Daarnaast steunt het HPC steeds zwaarder op zijn circa 120 vrijwilligers.”
Drijven wolken niet altijd ook weer over? De stemming blijft er in. Felicia Groenendijk, programmeur van het HPC Muziekcafé, zet zich al elf jaar in voor jong talent. Met passie en zichtbaar genoegen. “We zeggen altijd tegen de bandjes: Willen jullie komen spelen, wees welkom, neem gerust familie en vrienden mee.” Het afsluitende bezoek aan het HPC zelf omvat het HPC Muziekcafé waar Quarterlake uit natuurlijk het Laakkwartier de aandacht gevangen houdt, en vervolgens enkele trappen hoger aan de goed geoutilleerde Holland Spoor Studio’s waarover Chris Muller de scepter zwaait. Het zijn niet de minste goden die hij al heeft bijgestaan: de Earring nam er ‘Paradise In Distress’ op en ook Gruppo Sportivo was er te gast.
In de bus terug naar het centrum van Den Haag leunt iedereen tevreden achterover, terwijl de kwinkslagen in steeds hoger tempo door de bus flitsen. Er is geen andere conclusie mogelijk: het zit wel goed met de Haagse popbroedplaatsen. Iedereen is klaar voor het volgende feest. Ongetemd in het Paard.