Cd-recensie: Strydwolf - ‘Dunkle Wälder’

Tegen alle natuur in

Anne Bergshoeff ,

Wanneer het hoesje wordt geopend, valt al op dat het om een exclusiviteit gaat. Het album is met de hand genummerd als nummer 80 van 500. Dat vraagt óf om een hoop grootheidswaan óf om een werkelijke exclusiviteit. Het hoesje geeft al aan om wat voor muziek dit gaat; folk, gebaseerd op de Duitse cultuur. De tekst is getypt in een runen gelijkend lettertype met een wolf als logo. Op het eerste gezicht lijkt het om een cd te gaan van een Duitse nationalist.

Strydwolf is gewoon Haags. Begonnen als eenmansproject van de productieve Willem Witte, heeft hij er nu wat gastartiesten en een band bij gesleept. Voor zijn teksten gebruikt hij bestaande teksten zoals van Uwe Lammla, Hermann Hesse en Joseph von Eichendorff. Ook wordt hij ondersteund door Femke J. in ‘Weiße wolken’ en Ewan Burke in ‘Night cometh on!'.

De intro begint typisch met onweer en regen, welke even later vervangen worden door drums. Begeleid door gitaar en synthesizer wordt het album ingeluid. De snelle gitaarmuziek loopt in ‘Die Ewigen Wälder’ door. De zang lijkt hier ondergeschikt aan de muziek, doordat het vrij monotoon is en haast niet boven de muziek uit komt. In ‘Dunkle Wälder’ slaat dit om. In het nummer ‘Im Nebel’ neemt de bombast wat toe, maar het blijft toch wat oppervlakkig. De nummers kennen geen duidelijke opbouw van coupletten en refrein, het is meer een opdreuning van de tekst. Dat het in het Duits is, helpt ook niet. Het nummer ‘Natur und Krieg’ begint al veel opgewekter en melodieuzer. De zang is extreem gearticuleerd en is goed te verstaan over de muziek heen. Dat compenseert de vrolijkheid van de gitaarpartijen. ‘Winter come back’ is gelukkig een stuk sneller, maar erg verrassend is het niet. Pas in ‘Weiße Wolken’ wordt de monotonie voor even doorbroken. Het contrast tussen de hoge stem en de saaie, lage stem van Witte maakt dit nummer interessant. Helaas duurt dat maar twee minuten en 38 seconden.

De rest van het album is veel van hetzelfde, zestien nummers lang. Dat is jammer, want het genre - of beter, het niet-genre - waar Witte in speelt, geeft voer voor bizarre onderwerpen en muzikale experimenten. Het is wel een feit, dat het je doet nadenken over de kenmerken van goede muziek. Een nummer is niet per se slecht als muziek geen catchy refrein heeft of niet in het Engels gezongen is, maar een vorm van herkenning en identificatie wordt vaak wel gewaardeerd, dit geldt niet alleen in de muziek. Het is niet noodzakelijk, maar maakt wel dat het makkelijker gewaardeerd wordt door een grote groep mensen. Wel zijn de teksten goed gekozen voor het gevoel dat hij probeert op te roepen - eenzaamheid en donkere bossen.

Het album gaat over de natuur, maar is in stijl compleet ongelijk aan de natuur; het doet berekend, computerachtig en grauw aan. Witte wil hiermee een nieuw genre te beginnen en zich tegen de popmuziek af te zetten. Voor wie een hekel heeft aan melodie of nog slaapmuziek zoekt, is dit daarom een ideaal album en een exclusiviteit.