Tussen alle verschillende polsbandjes waar medewerkers, gasten en artiesten mee gelabeld worden, is die voor bezoekers op de gastenlijst de meest toepasselijke vandaag. De tikfout “quest” blijkt op de tweede dag The Hague Jazz op de puzzeltocht te slaan die de organisatie van de programmering heeft gemaakt.
De dag begint stralend, maar met het uitvallen van opener Quincy Troupe weinig muzikaal. De hostesses bij de deur van de lege Nina’s Overnight hebben verschillende redenen paraat om het uitvallen van het optreden van de zanger/schrijver te verklaren: volgens de ene dame is er sprake van ziekte, volgens de andere is Troupe zonder afmelding niet komen opdagen. Een cynische bezoeker oppert dat er wellicht gewoon niet betaald is, daarmee refererend aan geruchten over slecht betalingsbeleid waar The Hague Jazz enkele malen van is beschuldigd.
Op The Hague Jazz Plaza speelt het jeugdige duo Twogether in de vooravond de sterren van de hemel. De winnaars van de publieksprijs van het Prinses Cristina Jazz Concours laten zien dat leeftijd geen enkele rol speelt. Gino Vannelli, vorig jaar ook te gast, opent vanavond het programma in de Chez Ella. Samen met het door bezuinigingen bedreigde Metropole Orkest brengt de Canadees een selectie uit zijn repertoire, beginnend met de hits ‘People gotta move’ en ‘Wild horses’.
Het blokkenschema kan de vuilnisbak in. De optredens van Ruben Hein en Gare du Nord zijn omgewisseld, om enige tijd later weer teruggewisseld te worden. State of Monc wordt verlaat, Monsieur Dubois wordt vervroegd, Ruben Hein speelt nu toch in het tijdslot van Omar, maar in een andere zaal en voor Omar zelf lijkt geen plaats meer in het schema. Via Twitter laat de organisatie iets na negen uur weten dat de zaal voor Gare du Nord helemaal vol zit en er niemand meer bij kan. Ondertussen zijn aanvangstijden van optredens zo betrouwbaar als de weersvoorspelling.
De Amerikaanssoulzanger Aloe Blacc (vooral bekend van ‘I need a dollar’) brengt de sfeer er vroeg in, met een mega-enthousiast publiek. Veel toeschouwers raken aan het dansen op de zwoele, ritmische stem en de relaxte klanken van band The Grand Scheme. De invloeden van Aloe Blacc zijn duidelijk, met korte uitstapjes naar onder meer Bob Marley en Stevie Wonder. De nummers klinken dan ook behoorlijk jaren zeventig. Wel jammer dat de muziek in de A-Train een tikkie te hard staat. De volumeknop is heel wat verder gedraaid dan gisteravond, waardoor de muziek vervormt. Voordeel: Voorburg, aan de andere kant van de snelweg, kan zo heerlijk meegenieten. Kan natuurlijk ook een nadeel zijn.
De jongemannen van Monsieur Dubois doen weer even herinneren aan het feit dat dit een jazzfestival is. Het optreden is, om onbekende reden, verplaatst van 0.15 uur naar 20.15 uur. Monsieur Dubois is behoorlijk experimenteel, met improvisatiejazz, ritmische percussie, maar ook allerlei elektronische geluidjes. Leuk als de saxofonist aan het zingen slaat, met flinke effecten op zijn stem, a la foute jaren ’90-house (denk aan ‘I’m blue’ van Eiffel 65). De stoelen worden weer erg gemist. Gelukkig zit één dame op de grond, waardoor extra ruimte gecreëerd wordt en je nog wat ruimte krijgt om adem te halen. Het geluid is in Nina’s Overnight gelukkig stukken beter dan in de circustenten.
De looproute van de ingang naar het festivalterrein staat vol met mensen die de Chez Ella in willen voor het optreden van Randy Crawford. Door de opgestoken wind is de doorgang een windtunnel geworden waar het niet prettig wachten is. Terwijl op het Plaza Bill Bakers Big Band klassiekers als ‘Sentimental journey’ speelt, begint Sheila E met haar familie voor The Hague Jazz begrippen redelijk op tijd aan haar optreden in de A-Train.
Terwijl het buiten steeds donkerder wordt, laat The E-Family in de A-Train met Latijns-Amerikaanse klanken het zonnetje schijnen. “Wat is het koud”, roept drumster Sheila E, “maar hierbinnen is het heet!” De energie spat van het podium en even lijken alle ergernissen - door de modder lopen met je hakken en met een regenjas boven het hoofd een biertje halen - verdwenen. Het voelt alsof je even op Cuba bent. Er is een hoop percussie, want ook de broers van Sheila E, Juan Escovedo en Peter Michael, doen mee.
Randy Crawford blijkt het wachten waard. Begeleidt door het Joe Sample Trio maakt de omvangrijke diva er een gezellig onderonsje met de bomvolle tent van. Onder invloed van al het moois dat Nederland te bieden heeft, grapt en grolt ze zich door een greatest hits set heen waarbij de plensbui die haar muzikanten bijna overstemt perfect samenvalt met ‘Rainy night in Georgia’. Ze pakt het inkoppertje op en windt de zaal definitief om haar vinger. Terwijl festivaldirecteur Ruud Wijkniet tevreden toekijkt, krijgt Crawford na een prachtige versie van ‘Streetlife’ een welverdiende staande ovatie, waarna met twee toegiften het tijdschema nog verder in de war wordt gestuurd.
Vaste bezoeker Rene heeft alleen de eerste editie van The Hague Jazz gemist: “Ik kom al twintig, dertig jaar jazzfestivals. Ik kom niet voor iets in het bijzonder, ik vind alles leuk. Gisteren wilde ik naar Andy McKee, maar de zaal was overvol. Ik vind de trappen te smal en de rest ligt allemaal nogal ver uit elkaar. Volgend jaar weer in het congresgebouw hoop ik.”
Op het The Hague Jazz Plaza bouwt Paul Ambach alias Boogie Boy een swingend feestje. De voormalig festivalorganisator uit Antwerpen moet het niet van zijn zangkwaliteiten hebben, maar band, uitstraling en enthousiasme zorgen ervoor dat veel festivalgangers de grote namen aan zich voorbij laten gaan. Terwijl het publiek zich opmaakt voor hoofdacts Angie Stone en Kruder & Dorfmeister betreedt in Glenn’s Blue Note de Malinese Mamani Keita het podium. In een intieme setting speelt haar band met zichtbaar plezier een unieke mix van traditionele Afrikaanse ritmes met elektronica-invloeden. Keita beweegt soepeltjes over het podium en in de zaal wordt zwoel meegedanst. Het zijn optredens als die van Boogie Boy en Keita die voor het eerst een echt gezellig festivalgevoel oproepen. De door de organisatie vaak benoemde kleinschaligheid komt hier pas voor het eerst echt uit de verf.
Voor Angie Stone is het lang wachten, in de gure wind. Vanuit de Chez Ella is de soundcheck te horen. Gelukkig is de onweersbui voorbij getrokken, zodat er in ieder geval niets geannuleerd hoeft te worden. Zodra iedereen binnen is, begint het concert wél redelijk snel. Met ruim drie kwartier vertraging, verschijnt Angie Stone op het podium. “Allemaal opstaan”, is het eerste wat de diva roept. Dag zitplaatsen. De vijftigjarige soulzangeres heeft een adembenemende stem. Even krijgt ze een brok in haar keel, als ze een nummer voor haar zojuist overleden vriendin zingt. Iemand komt een handdoek brengen, om de tranen af te drogen die over haar gezicht stromen. Ontroerend. De nummers lijken wel allemaal veel op elkaar, met telkens dezelfde beat, waardoor je een echte liefhebber moet zijn om het anderhalf uur vol te houden.
Wie genoeg jazz en soul gehoord heeft, kan zich even helemaal uitleven op de beats van Kruder & Dorfmeister. De houten planken in de A-Train trillen onder de drum ’n bass. Voor het oog is er ook nog wat: strakke projecties in allerlei kleuren. Een biertje drinken gaat alleen niet meer, want op de tap blijkt geen druk te zitten. Het personeel staart verbaasd voor zich uit. Wat nu? Iemand probeert voor een laag prijsje de laatste doodgeslagen biertjes mee te nemen, maar dat wil niet echt lukken. De barman vraagt het vaste aantal muntjes. Dan maar een cappuccino. Krijg je het nog warm van ook.