Lekker ontspannen sfeertje op HPC Winterfest 2011

Een hoog ons-kent-ons-gehalte omgezet in Haagse popmuziek

Cok Jouvenaar en Jeroen Thijssen | Foto’s: Joris van de Kant, Remco van der Ham, Cok Jouvenaar en Ron van Varik ,

Het Haags Pop Centrum (HPC) stond zaterdag 12 februari in het teken van het Winterfest. Een aantal bands gaf acte de présence in het HPC Muziekcafé, andere bands lieten mensen een kijkje nemen in de oefenruimtes. Een soort van open oefensessies, waarbij er extra ambiance werd toegevoegd. Maar bovenal was het Winterfest een ideale gelegenheid om oude bekenden weer te zien.

Een hoog ons-kent-ons-gehalte omgezet in Haagse popmuziek

Het Haags Pop Centrum (HPC) stond zaterdag 12 februari in het teken van het Winterfest. Een aantal bands gaf acte de présence in het HPC Muziekcafé, andere bands lieten mensen een kijkje nemen in de oefenruimtes. Een soort van open oefensessies, waarbij er extra ambiance werd toegevoegd. Maar bovenal was het Winterfest een ideale gelegenheid om oude bekenden weer te zien.

Deze zaterdag zal bij het KNMI niet de geschiedenisboeken in gaan als zonnig en fris. Nee, druilerig en winderig is het vandaag. Een herfstachtig karakter. Of het hier aan zal hebben gelegen dat het Winterfest in de middag een hoop interesse van de Hagenaars te kort kwam, blijft de vraag. Gelukkig voor Drive By Clouds is er een uitvaller, waardoor zij niet direct om 15.00 uur hoeven te beginnen. Als zij met hun optreden beginnen is het gelukkig al wat drukker geworden. Eigenlijk past deze band niet op een winterfestival. Zanger Jean-Michel Midde, die we toch kennen van bands met een wat alternatiever tintje, en zijn kompanen brengen melancholieke Americana, folk, blues en een vleugje country. Alsof je over de Route 66 aan het rijden bent, en je de grote stad in de verte ziet opdoemen in het ochtendgloren van de opkomende zon.

Tomb Memorial is de tweede band die het vernieuwde HPC aandoet. Heel veel respect voor het feit dat ze hier optreden, want Albert ‘Ab’ Kok, jarenlang bassist van de band, is vorige maand overleden. Geweldig dus dat deze band onder leiding van Johnathan Bendhor wel optreedt. Ook altijd leuk om te zien hoe de frontman op het podium een metamorfose ondergaat van rustige, sympathieke man naar energieke, mystieke en enigszins obscure zanger/gitarist. Dit strookt dan eigenlijk weer niet met de Simple Minds/Joy Division-achtige muziek, maar dat is juist het leuke. Lekker eigenzinnig. Hoewel het niet de meest vernieuwende band is, is dit wel gewoon een strakke combinatie. Ze spelen al jaren samen, en weten waar ze mee bezig zijn.

She-May brengt een combinatie van covers en eigen materiaal. Prettig om eens niet de standaard liedjes van Anouk voorbij te horen komen. She-May lijkt de ambitie te hebben om enkel eigen materiaal te spelen, en je mag je dus afvragen of je in een set van 30 minuten dan überhaupt nog covers wilt spelen. Voor She-May zelf is het ongetwijfeld een apart optreden. Vrij recentelijk heeft Reinier Koomen namelijk de band versterkt als nieuwe bassist, en omdat drumster Sabine hoogzwanger is, kan zij vandaag niet optreden. Sabine wordt vervangen door haar vriend, maar kan het niet laten om met drie liedjes mee te doen als achtergrondzangeres.

Was het in de middaguren soms iets te rustig. Aan het begin van de avond lijken de mensen het HPC te hebben gevonden. Gezellige drukte krijgt de overhand. Voor High On Drums komt deze plek in het programma dus goed uit. De band bestaat nog niet zo lang en heeft pas een optreden of vijf op de CV staan. De leden van dit trio zijn oudgedienden die de klappen van de zweep al menig maal hebben ervaren. Deze mannen maakten ooit furore met acts als Zest, Instant Mix en Doll House Drama. De spil van dit trio is Bart Schatteleijn. De laatste jaren actief als producer, maar ook voor hem geldt ‘het bloed kruipt nou eenmaal waar het niet gaan kan’. De naam van High On Drums gonst vanaf het eerste optreden door de Haagse popscene. Het lijkt allemaal wel erg op The Smashing Pumpkins, wordt er gezegd. Het is nou eenmaal zo dat Schatteleijn deze Amerikaanse band en frontman Billy Corgan aan zijn kont heeft hangen. Hier komt hij ook nooit meer vanaf. Toch is het in deze formatie erger dan voorheen. Het repertoire lijkt zo van ‘Mellon Collie and the Infinite Sadness’ en ‘Adore’ te komen. Het ontbreekt alleen aan de gitaarmuur van James Iha in nummers als ‘How’ en ‘We can dream’. Ondanks dat de band zich redelijk ontspannen door de set werkt, wordt het aan het eind van het optreden wat rommelig en krijgt slordigheid de overhand. Jammer, want met zekerheid is te zeggen dat als deze band in topvorm fungeert, er een strakke set wordt neergezet en het slotnummer ‘We can dream’ voor een apotheose kan zorgen.

In de oefenruimtes op de eerste etage is het credo ‘ons kent ons’. Vele vrienden en bekenden van de bands zijn op visite om de bands bij te staan in deze oefensessies. Zo mist Anger Radio hun drummer. “Hij heeft nachtdienst”, zegt bassist Rob, “We hopen eigenlijk dat iemand achter het drumstel gaat zitten en met ons meedoet. Voor de lol.” Trots showt hij zijn linkshandige bas en vertelt dat deze is overgenomen van de bassist van Asrai. Hiermee bevestigt hij de vriendschappelijke band die tussen de bands bij het HPC heerst. Beneden spelen de oude rockers van Lèp Dansûh rockcovers. Herman Brood, ‘Spicks and specks’ van The Bee Gees en ‘Don’t call us, we’ll call you’ staan er op het repertoire. Ook is er de gelegenheid om de ‘net heropende’ drumkelder te bezoeken. Hier zit Rob Boshuizen zichzelf in het zweet te spelen.

Atombox trekt altijd veel mensen. De band speelt dan ook niet al te vaak. Als de band dan eindelijk weer eens het oefenhok verlaat, is het een klein feestje. Inmiddels meer dan tien jaar geleden behoorde de band bij de jonge honden. De zogenaamde generatie Haagse Hotdogs was het hokje waarin de band werd geplaatst. Grappig detail: Atombox is de enige band die de tand des tijds heeft doorstaan. Ondertussen is de band een dinosaurus en maakt zich niet meer druk. Het viertal hoeft zich niet meer bezig te houden met hits of een kritisch oog van een recensent. Muzikaal is Atombox geëvolueerd. De nummers graven dieper en zijn meer opgebouwd uit laagjes. Het doet zelfs een beetje bluesy aan. Handelsmerk is nog steeds de vibrato van zanger Jesse Koops en spring-in-‘t-veld bassiste Andrea van Emmerik. Deze weet continu de ogen van het publiek naar de band te trekken.

Op hetzelfde moment is het in de oefenruimte van Gruber goed vertoeven. Het duo Benno van Keulen en Edith de Waal heeft er iets bijzonders van gemaakt. Er wordt niet ‘gewoon’ geoefend maar we worden getrakteerd op een waar optreden. Compleet met beamer en visuals brengt Gruber je in andere sferen. Electro/dub is als label aan de muziek van Gruber gehangen, maar doet deze muziek tekort. Heel vindingrijk is er omgesprongen met samples, beats en elektronische gadgets. Hier en daar is er gesampled en geplakt en verwerkt tot één geheel. Ondanks dat het duo zich een beetje in de luwte opstelt, heeft het een aantal aardige optredens gedaan, zoals op The Music In My Head en Langweiligkeit. Des te leuker is het om Gruber in hun ‘eigen’ omgeving aan het werk te zien. Wie het tweetal wat vaker heeft gezien herkent enkele nummers. Deze zijn afkomstig van de twee cd’s ‘And Er Yeah, Things Like That’ en ‘Reverse Engineering’. Gruber bezorgt de broodnodige beats en electronica die tijdens de rest van het Winterfest toch wel een beetje ontbreken.

Ook bij Scary Mary is geen electronica te vinden. In plaats hiervan krijgen wij een vorm van ADHD on speed op ons bord. Een dikke tien jaar geleden werd Den Haag onveilig gemaakt door The Parlour. Scary Mary tapt uit hetzelfde vaatje. Retestrak met een arsenaal aan stijlen. Dit geheel gelaveerd op een bedje van virtuositeit. Gitarist Mark Faber steelt de show op zijn zevensnarige Ibanez. Deze man is voor het HPC een echte omnivoor. Al bijna twintig jaar is hij kind aan huis in dit oefencomplex aan de Burgermeester Hovylaan. Meer dan vijftien jaar geleden gooide hij hoge ogen met de technische deadmetal van Dementia. Het etiket ‘Haagse Steve Vai’ misstaat hem niet. Funk en metal lijken de basis te vormen voor de songs van deze band. Toch wordt er zijdelinks uitgepakt met jazz, klassiek, britpop en hiphop.

Uiteindelijk sluit het tot kwartet uitgedunde Drunktank dit HPC Winterfest af. Het is grappig om te zien dat er veel meer met punk valt te doen dan we in eerste instantie denken. Drunktank probeert punk vanuit diverse andere invalshoeken beet te pakken en ondersteboven te houden. Of het altijd even goed uitpakt laten we in het midden. Erg leuk is wel dat de vier heren flink in de weer zijn met leuke thema’s en deze verwerken in hun versie van punk. Zo krijgen sommige nummers een countryrandje. Het publiek vindt het erg leuk wat Drunktank brengt, en de band is dan ook een goede afsluiter van een gezellige avond.