Dinsdag 22 februari speelde Klein met een nieuwe formatie in Branoul. De Maastrichtse singer-songwriter Roel Kleintjens, oprichter van de band, en zangeres Merel Wijnberg, werden ondersteund door drummer Mark, gitarist Sebastiaan en dj Steffan.
De zaal is goed gevuld met over het algemeen ouder, deftig gekleed publiek. Er heerst een gemoedelijke sfeer, met name te danken aan de intieme uitstraling van Branoul. Het is een piepklein, schattig zaaltje voorzien van doorgezakte bioscoopstoelen die erg dicht tegen het podium staan. Op de voorste rijen kan men de blonde haartjes op de mooie benen van zangeres Merel tellen. Zo klein en schattig als het zaaltje is, zo slecht is het geluid. Dat is bij het inzetten van het eerste nummer al duidelijk. De krakende zanginstallatie en het holle geluid doen denken aan een oefenruimte. Branoul is als ‘literair podium’ wellicht ook eigenlijk niet bedoeld voor bands. Helaas komt de fraaie muziek van Klein hierdoor niet helemaal tot z’n recht.
Het geluid van Klein doet denken aan Portishead en Massive Attack, en als er een Haagse naam genoemd moet worden: Templo Diez. De mysterieuze slaapliedjes, vaak gekarakteriseerd door het orgeltje van Merel, maken dat je je even in een andere wereld waant. Bij het nummer ‘Try some new’ vliegen de beelden van een New Yorkse metro aan je voorbij. Voor sommige nummers ruilt Roel zijn gitaar in voor een keyboard. Het ietwat goedkope geluid levert echter niet echt een vruchtbare bijdrage aan de subtiele nummers. Misschien vervangen met een fijne saxofoon?
Bij het inzetten van ‘A devil’s bargain’ klinkt er ineens gekraak. De lichtstorende kraak lijkt vanzelf weg te gaan, maar komt later op de avond toch weer terug. De band neemt, onder wat geklets met elkaar en het publiek, rustig de tijd om even uit te zoeken waar het vandaan komt. Het blijkt de bassist te zijn. Een deel van het publiek ziet deze onderbreking als een kans om de avond te laten voor wat hij is. Waarom precies is niet duidelijk, maar de halve zaal loopt ineens leeg, zonde. De band lijkt er niet mee te zitten en gaat gewoon door alsof er niets aan de hand is.
De serieuze blik en aanwijzingen van Roel verraden zijn rol in de band. Hij is het brein achter Klein. Dat Roel de leiding heeft wordt duidelijk als hij halverwege een nummer abrupt onderbreekt met: “Die doen we nog even vanaf het begin.”. Het publiek heeft niet het idee dat er iets misgaat, maar blijkbaar zet dj Steffan niet goed in. Het geheel komt een beetje onwennig, zoekend en zo nu en dan wat rommelig over. Dit heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de band pas een week in deze formatie speelt. Voorheen speelde Klein met een bescheiden, vaak akoestische bezetting. Vanavond vult Steffan voor het eerst het geheel met zijn samples en loopjes aan. Dit is een zeer welkome toevoeging. In Merel heeft Roel een goede stem gevonden voor de vertolking van zijn mooie liedjes. Zij is met haar honingzachte stem niet te betrappen op onzuiverheden.
Aan het einde van de avond speelt de band leuk in op de cliché toegift die van bands verwacht wordt: “Verrassing!” De nummerkeuze voor de toegift lijkt niet verstandig. Het is een akoestisch nummer, waarbij de helft van de band stilzit zonder zijn instrument aan te raken. Niet echt een spectaculaire afsluiter dus. Aan de andere kant, het publiek gaat nu wel met een heerlijk doezelig gevoel naar huis en slaapt straks lekker in.