Ook op de zaterdag van de zesde editie van TodaysArt belichtte 3VOOR12 Den Haag een aantal optredens uit het programma. Lees hier de recensies van onder andere Ólafur Arnalds, Coolhaven, Onra & Buddy Sativa, Andy Votel, Lucid en Burnt Friedman & Jaki Liebezeit.
Het kleine podium van Project Space 1646 is vanavond het domein van het in rode, groene en blauwe jumpsuits, rode mutsjes en laboratoriumbrillen gehulde Catalaanse trio genaamd Electrotoylets. Met zo’n uiterlijk voorkomen kun je bij het horen van de blije gamegeluidjesmuziek die ze maken slechts denken aan één ding: Super Mario voor gevorderden. Ook hun logo, dat verdacht veel lijkt op het spelletje Habbo Hotel, verraadt een zekere spelletjesvoorliefde. Zelf zeggen ze traditionele Catalaanse muziek te maken, met een beetje electro erdoorheen. Dat hoor je ook wel terug, al zijn de instrumenten die ze ervoor gebruiken niet alledaags: een elektrische vlindergitaar die een wall of sound waar je u tegen zegt uitkraamt, een toren aan keyboards en een weldaad aan bedrading waar het gemiddelde konijn een moord voor zou doen. Meest opmerkelijk is de EWI (‘electronic wind instrument’), oftewel een opgevoerde blokfluit. De composities zijn soms atonaal en rommelig, maar het geheel is lachwekkend. Vooral omdat de band er zo serieus bij blijven kijken. Zonder de 8-bit filmpjes erbij misschien wat saai, maar toch verslavend. (JL)
Op het eerste gezicht lijkt het best vermakelijk, drie travestieten met een bowlingbal. Die laatste valt met een knal op de grond uit de handen van de in een trouwjurk gehesen man van middelbare leeftijd, oftewel Lukas Simonis. Vervolgens start Coolhaven een gedicht in getiteld ‘Tegen de vrouw/als mens/als individu/als groep’, begeleid door foto’s van shockerende sodomie. Enige tegenstrijdigheid naar deze gekoppelde elementen vertaalde zich naar diep gefronste voorhoofden van de toehoorders/toeschouwers. Daar zit vast een boodschap in, zie je menig bezoeker van Project Space 1646 denken. Deze performance art, eerder omschreven als ‘improvisatie, electronica, gecomponeerde flarden en overtuigende presentatie’, wordt gemaakt door Peter Fengler, Hajo Doorn en Lukas Simonis. Het lied ‘Begrenzung’, door Hajo uitgevoerd, begint met de enerverend monotoon voorgedragen Duitse tekst: “Ich bin begrenst”. Af en toe hijgt Peter Fengler wat viezigs in de microfoon. Tsja. Voor bagger is het vijf sterren waard. In de categorie ‘als je dit snapt, snap je het leven’. (JL)
In Club Seven is het net als vrijdag niet heel druk, althans niet aan het begin van de avond. Het is daarom des te ironisch als John Fanning (nee, niet de oprichter van Napster met dezelfde naam) met zijn performance het beetje publiek dat er is verjaagt. Zijn opvoering is dan ook redelijk provocatief te noemen. Met opvallende kledij, doek over het hoofd en een soort rok waar de billen uitgesneden zijn, loopt hij door de zaal met verstoorde motoriek. De videovertoning op het scherm wordt nog door weinigen gevolgd, gezien de aandachttrekkende poses die kunstacademiestudent John met zijn lichaam aanneemt. Laten we het voor het gemak homo-erotische poses noemen, want dat is wat zijn show zo’n beetje inhoudt. Niet door iedereen gewaardeerd, maar kunstzinnig is het absoluut! (TL)
Een ongewone locatie voor een ongewone muzikant. Dat moet de organisatie gedacht hebben toen ze Ólafur Arnalds boekten. Het Atrium, ook wel bekend als Het IJspaleis, voldoet in alle opzichten voor de sferische, minimalistische droomcomposities die de IJslander vanavond ten gehore brengt. Op wat zijlichten na is het stikdonker in het Atrium en opvallend muisstil. Bijna iedereen zit op de grond. Er klinkt regen door de luidsprekers, op het doek worden zwart-wit animaties van wolken, donder en bliksem geprojecteerd. Versterkt met drie violisten, een celliste en een Macbooker voor de beats, word je meegevoerd op een reis door de kille melancholieke klanken van de neoklassieke componist. Denk aan landgenoot Sigur Rós, maar dan zonder zang. Als rustpunt in de rest van de soms wat onrustige programmering van TodaysArt is dit eindeloos genieten. Na afloop schud je onwennig de stilte van je af en is de betovering helaas verbroken. (JL)
Was de performance van John Fanning daarnet al kort - hooguit een kwartier - die van de erop volgende act Koray Tahiroglu is nog korter. Hij brengt een hoop noise ten gehore, maar echt indrukwekkend is het helaas niet. Snel wordt er gewisseld en staat de Canadees/Duitse artiest Kyd Campbell op zijn plek. Hij houdt het langer vol dan een kwartier en daarmee ook het publiek. Zijn kracht ligt hem vooral in de combinatie tussen beeld en geluid. Ook al brengt hij bijna een uur lang onconventionele noise ten gehore, de ondersteunende schermprojectie houdt de aandacht vast. De trage zwart/witbeelden van wolkenpartijen en bomen passen perfect bij de onheilspellende klanken die Kyd ten gehore brengt. Je zou het mysterieus en spannend kunnen noemen. Een goedmaker voor daarnet. (TL)
Lucid: slecht voor de oren! Qua volume dan. Lucid is namelijk hard, keihard. Zonder oordoppen ben je hier niet veilig. Dit verklaart misschien waarom er vooraan het podium van Club Seven helemaal niemand staat. Er is weinig publiek, maar het publiek dat er is geniet zichtbaar van het volle jaren ’70 geluid van de Haagse motorpunkband. Dit trio is niet bang om te jammen en weet nummers soms tot wel twintig minuten uit te rekken. Deze band moet je live zien om te voelen hoe goed het is. (BO)
Wat direct opvalt is dat hoewel deze Fransozen uiterst dansbare muziek mixen, niemand echt danst. Iedereen in de kleine zaal van het Paard kijkt aandachtig, alsof ze bang zijn wat te missen. Het enige spannende dat Onra & Buddy Sativa doen is af en toe wat onverstaanbaar Engels met Frans accent in de microfoon schreeuwen, dat waarschijnlijk lijkt op een aanmoediging richting publiek. Her en der gaan wat handen de lucht in, maar daar blijft het bij. Het is ook niet heel spannend, een heel uur kijken naar jongens die aan plaatjes frutselen. Hier kun je beter je verstand op nul zetten en je heupen losgooien. Onra, bekend in Frankrijk als hiphop-beatmaker, sluit de handen ineen met soul jazz-mixmaster Buddy Sativa voor een luchtige set die soms wat weg heeft van de Afro-soul van The Budos Band. Niks geen drukke herrie, enkel Daft Punk met een 70s feel op een lager pitje. Een relaxte versie van N.E.R.D. zonder Pharrel’s ego en raps. Zo kunnen we nog wel even doorgaan. Franse eurodixo ten top, deze mogen in de herhaling. (JL)
Zoals eerder vermeld in het verslag van vrijdag, is het duo Burnt Friedman & Jaki Liebezeit verplaatst naar vandaag. De grote zaal van het Theater a/h Spui is bijna geheel gevuld als de twee hun optreden beginnen. Wat het publiek te horen krijgt is een zeer verfijnd samenspel tussen ritme en elektronica. Drummer Jaki draait zijn hand niet om voor afwijkende maatsoorten en het is een lust voor oog en oor om hem bezig te zien. Hij valt nergens te betrappen op een foutje en de stukken van gemiddeld tien minuten worden na afloop met luid applaus beloond. Deze act is dan ook één van de hoogtepunten van TodaysArt 2010 te noemen. (TL)
Boris Bunnik, a.k.a. Conforce, mag in een halflege Rootz laten zien wat hij kan. Iedereen kijkt, niemand danst. Merkwaardig, misschien is het nog te vroeg? Deze minimal/techno dj uit Terschelling weet het publiek in ieder geval niet in beweging te krijgen. Hoewel de licht eentonige beats je dwingen te bewegen (hier en daar wat tappende voeten en knikkende knieën), is er van echt dansen geen sprake. Als de zaal vol begint te stromen, zit het er voor Conforce op, jammer. (BO)
Normaal heeft een drummer het niet zo voor het zeggen, maar nog voordat het optreden van Santa Cruz goed en wel begonnen is, schreeuwt Guy Tavares richting gitarist: “Je mag pas spelen als het helemaal stil is!” De gitarist knikt instemmend. De hiërarchie is in de sleazy stonerrockband Santa Cruz iets anders verdeeld, dat blijkt. Guy lijkt met zijn pilotenzonnebril, zweetband om zijn woeste haardos en in twee delen gesplitste baardvlechten het meest op een weggelopen hippie. Dat daar zo’n bak autoriteit uit knalt is op zijn minst opmerkelijk. Als ze dan gaan spelen, schalt de zelfbenoemde ‘bonerrock’ zo hard door Club Seven dat een gehoorapparaat geen nut meer zal hebben in je latere leven. Veel herhaling van knallende drums en raggende gitaren, maar weinig spannende vernieuwing in de songs. Jammer, want daardoor blijft het niet boeien en verwordt de muziek tot een mix van warrige gitaarmeuk, zoals een nagalmende valse gitaar te midden van een verlaten podium waar de versterkers aan zijn blijven staan. (JL)
In een inmiddels stampvolle, snikhete Rootz is het de beurt aan Newworldaquarium. Eindelijk, er wordt gedanst! De exotische techno van Jochem Peteri doet het goed bij het publiek. Misschien is het de aanstekelijke vrolijkheid van Jochem, misschien is het de alcohol die onderhand z’n werk doet, het publiek gaat in ieder geval lekker los. (BO)
De beuk erin met Panzerkreuz Sound System! Van tekno tot breakbeats, van hardcore punk tot heavy metal. Gedurende de hele avond worden de Bunker en Motorwolf acts in Club Seven aan elkaar genaaid door verschillende onbekende dj’s verbonden aan deze labels. Vier keer doet Panzerkreuz Club Seven op zijn grondvesten schudden. Waar het de eerste set nog helemaal leeg is, is het de laatste set gezellig druk. (BO)
Andy Votel, een redelijk obscure dj uit Groot-Brittannië, krijgt een zware dobber te verwerken tijdens zijn optreden in de kleine zaal van het Paard. Begint hij nog met een overvolle zaal publiek, ongeveer een uur later moet hij zelfs stoppen omdat er nog maar zo’n tien man overgebleven zijn. Het zal deels liggen aan de concurrentie van de grote zaal - waar het Nortec Collective geprogrammeerd staat - maar veel mensen weten geen raad met het genre dat Andy draait. Is het Balkan? Is het 60’s rock? Is het gewoon maf? Laten we het houden op een midden hiervan, en inderdaad blijven er dan nog maar een paar enthousiastelingen over die zijn stijl ‘begrijpen’ en respecteren. Toch past Andy Votel helemaal in de spirit van TodaysArt en in die zin is het opmerkelijk dat het zo moet aflopen. (TL)