Voor de zondagmiddag, de vierde dag van de Haagse PopWeek, stonden vooral optredens op bijzondere locaties op het programma. Op de niet alledaagse plekken als de Coffee Company, lunchroom Baklust en kapperszaak Haagse Kopjes waren verschillende akoestische optredens te bezoeken. Daarnaast ging ook de film over de reis van zes Haagse bands naar SXSW in première.
De kapperszaak Haagse Kopjes is een plek waar veel creativiteit plaatsvindt. Er worden hippe kapsels geknipt, hapjes en drankjes geserveerd en het fungeert het als expositieplaats. Tijdens de Haagse PopWeek doet de multifunctionele kapperszaak ook dienst als poppodium. Zoe Kate Reddy is de frontvrouw van Bimbo Electro, maar geeft in de Haagse Kopjes een solo-optreden. De zangeres heeft een speciaal akoestisch optreden voor het publiek in petto, namelijk vertellingen in liedjesvorm. Deze traditie komt uit Ierland, het geboorteland van de zangeres. De performance is echter niet geheel traditioneel, want ze heeft er een moderne draai aan gegeven en er zijn persoonlijke teksten in verwerkt, wat haar optreden een heel andere sound en sfeer geeft. Met de mix van zang, woordspel en gitaar speelt ze met gevoel, maar het lijkt niet helemaal over te komen. Hierdoor is het niet heel pakkend. Het is ook erg moeilijk om een dergelijke kunstvorm geheel overtuigend en treffend over te brengen, wat het wel een gewaagde keuze maakt. Maar wie niet waagt, wie niet wint en voor de durf verdient ze sowieso al credits. (ST)
Ook in het gezellige Baklust wordt tijdens de Haagse PopWeek opgetreden. De gezellige sfeersetting en de relatief kleine ruimte vragen om stilte en aandacht. Alles bij elkaar levert het een bijzondere sfeer op en is het een leuke uitbreiding op en waardevolle toevoeging aan de Haagse PopWeek. So Electric is van oorsprong een bandviertal dat (niet-zo-standaard)garagerock speelt. Afgelopen zomer behaalde de band de kwartfinale van de Grote Prijs van Nederland. Vandaag in Baklust zijn twee van de vier heren gekomen voor een akoestisch optreden. Het is te merken dat het duo (Diederik Bok en Luciano Diacone) al voor langere tijd muzikale ervaring met elkaar hebben en ze zijn dan ook goed op elkaar ingespeeld. Het is opmerkelijk dat twee mensen die ogenschijnlijk heel erg in hun eigen ding opgaan, zo ontzettend goed een eenheid en harmonie aan geluid kunnen produceren. Maar ondanks het schijnbaar weinige contact is de overeenstemming juist des te meer in de muziek en de show terug te vinden. Het lijkt haast een contradictie, maar door de samenhang en voeling in de muziek voelt het alsof dit alsnog doorwerkt op de show; Ze zijn in hun eigen ding heel erg samen. De akoestische gitaarpop varieert van gevoelig tot wat rauw tot swingend en of gecombineerd met elkaar. Ondanks het relatief korte programma is er sprake van veelzijdigheid. Het duo heeft een mooi optreden gehouden in huiskamersfeer Baklust. (ST)
Het is een wat ongewone locatie tijdens de Haagse PopWeek; de Coffee Company. De kleine koffiebar aan het Noordeinde dient vanmiddag als het toneel voor twee akoestische sets. Singer-songwriter Alexander McKenzie mag om 17.00 uur het spits af bijten. Ze heeft twee leden van haar band The Underpaid meegenomen om haar te begeleiden op toetsen en gitaar. Alexander speelt zelf xylofoon en tamboerijn. Als ze begint te zingen valt meteen op hoe mooi en helder haar stem is, die toch niet aan kracht inboet. Helaas wil het aanwezige publiek geen interesse tonen voor de melancholische klanken op het podium. Ze kletsen liever door alles heen, maar gelukkig lijkt Alexander zich er niks van aan te trekken. Zij verdwijnt in haar eigen wereld en neemt de enkeling die wel luistert mee naar die wereld. (SK)
David Benjamin, de zanger van de Haagse funkpopband The Relish, is de tweede act in Haagse Kopjes. Zijn singer-songwriter performance bestaat uit enkele covers en daarnaast een reeks nummers van zijn band. David weet deze nummers akoestisch op zo’n manier te brengen dat het funky en speelse blijft, maar er tegelijkertijd een vertrouwelijke, gezellige sfeer ontstaat. Zijn stemgeluid is vrij eigen, evenals zijn stijl van zingen en presenteren; af en toe een beetje gek, apart, maar voelt toch bekend. Halverwege de show komt er een saxofonist bij en wordt er op een speelse manier een jazzy sound aan toegevoegd. Vanaf de start van zijn optreden zoekt hij contact met het publiek en ontstaat er een wisselwerking; Hij speelt in op het publiek en neemt hen mee in zijn show door middel van vragen stellen, grapjes en praatjes. Dit leidt niet van de muziek af, maar versterkt het geheel. Het muzikaal niveau is absoluut goed, maar de credits gaan naar de algehele vertoning. (ST)
Het tweede Haagse talent dat zich in huiskamersferen begeeft is Eva Meijer. Naast het leven als singer-songwriter is Eva Meijer ook interdisciplinair kunstenaar. Ze heeft dus van meer kunstuitingen dan alleen zingen kaas gegeten en dat is terug te vinden in haar performance. Tijdens haar zang begeleidt ze zichzelf afwisselend met de ukelele en de toetsen. Ze gebruikt haar stem vrij hoog en heeft veel gevoelige teksten. Ze past goed in de huiskamersfeer. Niet alleen door haar liedjes, maar ook door de manier waarop ze het brengt. Eva’s performance heeft iets aparts en raadselachtigs. Het lijkt alsof ze een verhaal wil vertellen en het publiek naar een andere wereld mee wil nemen. En hoewel de zang niet altijd perfect was, en interessant optreden met bevlogenheid en toewijding. (ST)
In De Kombinatie aan de Lange Beestenmarkt wordt vanmiddag de première van de film ‘Music City The Hague’ over de reis van zes Haagse bands naar het Amerikaanse showcase festival SXSW gehouden. Mink Pinster ging mee en maakte een registratie van de ervaringen van John Dear Mowing Club, NiCad, The Deaf, Woot, So What en ReBelle. De film laat vooral een heel sfeervol en vaak grappig beeld zien van alles wat de Haagse bands hebben meegemaakt in Austin. Omdat voornamelijk de Haagse bands in beeld zijn, krijg je niet echt een idee van de grootsheid van SXSW, waar werkelijk alle grootheden uit de mondiale muziekscene rondlopen. Wat meer aandacht voor alles wat er op het festival te zien is, en wat minder onderbroekenlol van de bandleden onderling, had de documentaire net wat interessanter gemaakt. Na de première geeft John Dear Mowing Club een kort optreden. Vandaag met Dick Zuilhof op gitaar, ten tijde van Smutfish nog een vast bandlid, maar zonder Rob Lagendijk op contrabas. Ondanks dat de band tijdens de naborrel van de première speelt, is er veel aandacht voor de muziek van JDMC. Na het optreden gaat het filmprogramma weer verder met Popcam, een verzameling van Haagse YouTube filmpjes. Een leuke compilatie, maar wel jammer dat weer veel dezelfde bands als in de SXSW film voorbij komen. De compilaties worden nogmaals uitgezonden tijdens de finale van de Haagse PopWeek in de grote zaal van het Paard van Troje, tussen de bands door. (RH)
Na een vertraging van een kwartier, staat de volgende band klaar in de Coffe Company om zich in een akoestische setting te laten horen. De jongens van Starcatcher zijn duidelijk populair bij de meiden. Vlak voor de show begint, stromen er jongedames de bar binnen die duidelijk alleen voor de jongens komen. De band start hun set met het lied ‘Hide and seek’ van hun eerste EP ‘Rise’. Ook nieuw werk wordt gespeeld, waar een instrument aan toe is gevoegd. Gitarist David heeft voor de gelegenheid familielid Leah meegenomen die klarinet speelt. Het zorgt voor een leuke afwisseling in de sound. Door het hardere geluid dan in de set van de vorige artiest, wordt het gepraat in de bar grotendeels overstemd. Dat zorgt voor meer focus op de show en dat is wel zo aangenaam, de aandacht wordt door de band gewoon opgeëist. Na de show druipen de jonge meiden weer snel af. Starcatcher doet hun geslaagde optreden in de Coffee Company gewoon nog eens over tijdens de finale van de Haagse PopWeek, zaterdag 23 oktober in het Paard van Troje. (SK)