Haagse PopWeek 2010: vrijdag 15 oktober

Vuigtuig, Hunting The Robot, Viera, Jip, Deze en meer

Julie Enthoven, Jeroen Thijssen, Peisam Tsang en Jade Yorks | Foto’s: Ramond Jaggessar, Peisam Tsang en Raymond Nieuwenburg ,

Op de tweede dag van de Haagse PopWeek 2010, vrijdag 15 oktober, stond vooral het programma ter ere van het 25-jarig bestaan van de Zuid-Hollandse Popunie centraal. In de SuperMarkt en Zwarte Ruiter was een uitgebreid programma samengesteld met vooral Rotterdamse acts. In de Pip was er een Nederlandstalige programma onder de naam ‘Pip goes Dutch’.

Vuigtuig, Hunting The Robot, Viera, Jip, Deze en meer

Op de tweede dag van de Haagse PopWeek 2010, vrijdag 15 oktober, stond vooral het programma ter ere van het 25-jarig bestaan van de Zuid-Hollandse Popunie centraal. In de SuperMarkt en Zwarte Ruiter was een uitgebreid programma samengesteld met vooral Rotterdamse acts. In de Pip was er een Nederlandstalige programma onder de naam ‘Pip goes Dutch’.

Van The Parents mogen we voor de gelegenheid na Sesamstraat naar bed om hun muzikale mededeling aan te horen. Veel kids hebben de vrijstelling blijkbaar gemist, want De SuperMarkt is vrijwel leeg als de band zijn eerste snaren aanslaat. Moeder Parent brengt met haar prachtige countrystem de boodschap desondanks overtuigend over, daarbij ondersteund door een gedegen basis van bas, toetsen, gitaar en drums. Harde nummers met ferme rusten en de stem van de blonde Lady in Red op standje door-merg-en-been worden afgewisseld met zwoele, gevoelige liedjes ondersteund door cello. Waar de band tijdens de meeste nummers prima musiceert en het geluid van het geheel prima klinkt haperen de composities soms waardoor van lekker luisteren niet bij elk liedje sprake is. The Parents hebben een prima setlijst maar van hitgevoeligheid is geen sprake. (JE)

Het heeft iets weg van een knus huiskamerconcert, het optreden van Deze. Er lijkt bijna geen aftand te zijn tussen band en publiek. Een handje vol mensen kijkt toe hoe Deze op zeer eigenzinnige wijze op het podium staat. Geen glitter, geen glamour, geen entourage of andere overbodige toevoegingen. Slechts twee gitaren, een drumstel en een grote dosis rock ‘n roll. De gitaren klinken rauw, maar zijn tegelijkertijd melodieus. Het geheel oogt wat chaotisch maar is tegelijkertijd retestrak. Dit Nederlandstalige rockproject van Henk Koorn en Natasha van Waardenburg, aangevuld door drummer Nick van den Eertwegh brengt een overtuigende set met goede liedjes die blijven boeien. De band is bovendien authentiek in zijn doen en laten. Als een van de liederen al is ingezet, besluit Koorn zijn gitaar op gehoor te stemmen. Dit terwijl de andere twee onverminderd doorspelen. Het is typerend voor de onvervalste, ongedwongen manier waarop het drietal lekker zich zelf is. Helaas kampt Deze vooral in het begin met wat technische problemen. De vocalen zijn hierdoor in de eerste drie nummers onverstaanbaar geworden. Naarmate de set vordert, lijkt het geluid beter uitgebalanceerd en komen de liedjes hierdoor beter tot hun recht. (JY)

In de Zwarte Ruiter staat een avond vol hiphop op het programma, maar merkwaardig is het wel dat er vanavond geen hiphopacts van Haagse oorsprong op het podium staan. De zaal is ook niet bijzonder goed gevuld, wat de interactie met het publiek niet niet echt ten goede komt. Aan G-Boah & De Dichter de eer om af te trappen. Jammer genoeg vinden zij het nodig om per liedje tot vervelens toe met het clichématige “Gooi je handjes in de lucht, zet ‘m op” te komen, want verder is er weinig mis mee. Het is prettig om te zien dat de heren het over onderwerpen kunnen hebben, anders dan wie de tofste en de vetste en de dopeste is. Teksten over stoppen met drinken, miljonair willen worden zonder er iets voor te hoeven doen (‘Gratis en voor niks’) en dat ene meisje niet kunnen krijgen. (‘Ik wil het ook’). G-Boah, die we ook kennen van Postmen, draait de beats aan elkaar en zorgt voor een prima opener en ondersteuning op de afwisselend serieuze en luchtige teksten van De Dichter. (JT)

In tegenstelling tot The Parents, kunnen we voor hitservice wel aankloppen bij de vier jonge mannen (vader: “Ik heb ze gebracht, ze kunnen nog niet rijden”) van Hunting The Robot. Nog nastomend van hun optreden in het voorprogramma van Go Back To The Zoo arriveren de Eindhovenaren in De Supermarkt. Met een opzwepende electro-introductie is de inmiddels halfvolle zaal bij de les en klaar voor een half uur dansbare beats. De bandleden maken er een sport van om een maximale variatie aan geluid te produceren: elektronische drums, slagwerk op de gitaar, een drumstok tussen de snaren en elektronische effecten maken het geluid van de formatie vol en compleet. Daarin schuilt dan ook direct de grootste valkuil: halverwege de set vervalt Hunting The Robot te vaak in solo’s en overbodige bombarie zodat de draad van de liedjes te vaak ver te zoeken is. Met een tikkeltje ‘less is more’ zouden we echter nog wel eens veel van deze band kunnen gaan horen. (JE)

Met Mitss & Kapthijn wordt het allemaal toch nog wat vrolijker. Met ondersteunende beats van DJ Stefanovici, krijgen ze het publiek mee. Wle jammer dat Kapthijn wat enthousiasme mist. Hij zal de stoerdere van de twee zijn. Mitss heeft een hoog knuffelbeergehalte, maar lijkt niet helemaal los te komen. De Stadsrapper van Almere overtuigt, maar dit komt niet in de laatste plaats door zijn kornuiten en de goede beats. (JT)

Net als hun voorgangers hebben ook de vocalisten van Vuigtuig last van langdurige onverstaanbaarheid. Als leadzanger Marlon van Capelle zijn microfoon verwisselt met die van gitarist Bart Lybeert, kan het publiek eindelijk meegenieten van de eigenzinnige en gewiekste lyrics over ondermeer de dood, Herman Brood en zeemansdramatiek. Bij Vuigtuig is het vooral weemoed en cynische dramatiek dat de klok slaat. Levensliederen, mierzoete ballads en dramatische rocksongs. De groteske bewegingen van frontman Capelle geven er een theatraal randje aan. De accordeon en het orgel, gespeeld door Sander Westerduin, versterken het weemoedige gevoel. De band zit vol met verrassende elementen om onderscheidend en overtuigend te zijn, toch lukt dat laatste vanavond niet. De technische problemen waarmee iedere band vanavond lijkt te kampen, hangen als een zwarte wolk boven het podium van Vuigtuig. Ongenoegen druipt van de gezichten af waardoor het geheel maar weinig energie en plezier uitstraalt. (JY)

Nadat alle jonge muzikanten het podium van de SuperMarkt hebben geruimd wordt de avond belegen afgesloten door de leden van Hausmagger. Wie op zoek is naar muzikale innovatie of kippenvelmomenten kan beter wat deurtjes verder zijn heil zoeken, wie voldoende bier genuttigd heeft voor de duidelijke-taal-teksten staat bij de Nederpopformatie goed. Ferm en zelfverzekerd zingt de frontman over hoeren, neuken en befkampioenschappen, afgewisseld met al even fijnzinnige gedichten. Gitarist Ted Wesselo (ex-Rembo&Rembo) draagt schreeuwend bij aan de overtuigingskracht van de liedjes en de band verzorgt schijnbaar moeiteloos een simpele, strakke ondergrond. Het is goed dat de act als afsluiter dient: met het nodige bier en wat late-night-vrolijkheid sluit Hausmagger De SuperMarkt lachend af. (JE)

Afsluitende act in de Zwarte Ruiter is de winnaar van de Grote Prijs van Zuid Holland, de Rotterdammer Vieira. De rapper met Kaapverdische roots brengt wat rauwere beats en spits, maar combineert het als enige deze avond met was soul en R&B. Iets wat ogenschijnlijk wat tegenstrijdig lijkt, maar het optreden wel boeiend houdt. Vieira weet met zijn stagepresence het publiek wel aardig te pakken. Jammer dat het publiek niet iets massaler is toegestroomd, maar het weer en de keuze uit de verschillende acts maakt het altijd lastig, zeker voor hiphopacts. (JT)

“Tatatatatatata... pokerface.“ Als de Haags geïntegreerde woordengoochelaars beginnen met spelen bedanken ze meteen al de aanwezigen: “Wij waren JIP. Dit is ons laatste nummer.” Zoals zo vaak kunnen we van JIP een strakke set verwachten met een flinke dosis humor. Taal krijgt een geheel nieuwe betekenis, omdat alledaagse onderwerpen worden gevangen op een manier dat het wel iets los moet maken. Treedt binnen in de wereld van JIP. Alle drie de bands hebben in de Pip te kampen met slecht en zo nu en dan wegvallend geluid. Daar weet JIP wel een oplossing voor: “Als de teksten maar goed te verstaan zijn, desnoods draai je onze drummer weg.” Het is niet druk, maar de heren gaan ervoor alsof ze staan voor een volle bak. “Eigenlijk is dit een onmenselijke tijd om te spelen.” Maar spelen doen ze alsof hun leven ervan afhangt. ‘Zelfmoord is toch wel het laatste wat je doet’ en ‘Verziekend Weekend’ komen onder meer voorbij. Volgende keer JIP niet in de Pip en op een menselijker tijdstip? Alles komt goed... (PT)