De locaties rondom de Grote Markt waren maandag 18 oktober het podium voor de Haagse PopWeek. Doordat alle optreedplekken zo dicht bij elkaar zijn, geeft het een echt festivalgevoel. Er stonden veel leuke optredens op het programma, maar er was er maar één die de meeste aandacht wist op te eisen: het reünieconcert van Incense in de SuperMarkt.
Het eerste deel van het programma in de SuperMarkt is geprogrammeerd door The Sissies. Op hun Babyboom avond staan de jonge bands DUF en The Breakfast Club. De bluesband DUF mag om 20.30 uur de vijfde dag van de Haagse PopWeek openen. David, Uli en Frank weten met verve de blues over te brengen op het publiek. Niet alleen eigen werk komt voorbij, ook enkele covers van hun voorbeelden. Zo krijgen we onder andere ‘All along the watchtower’ voorgeschoteld, waarbij het knap is dat ze er, ondanks de honderden versies die er zijn van het nummer, toch een eigen draai aan weten te geven. Boegbeeld van de band is zanger/gitarist David, die met zowel zijn gitaarspel als met zijn zang indruk weet te maken. Zijn twee bandleden weten hem echter niet altijd even goed bij te houden. Bassist Frank beweegt enthousiast over het podium, wat leuk is voor het beeld maar wat vaak ten koste gaat van zijn spel. Drummer Uli is daarentegen zo bezig met zijn eigen spel dat hij de wereld om hem heen vaak lijkt te vergeten en bijna geen contact maakt met zijn bandleden. Kleine smetjes op een verder uitstekend optreden. (RH)
De wereld van Carl Appelbaum is dromerig, doordrenkt met positivisme en vol met idealen. In een volle, verhitte VaVoom verkondigt hij zijn levensvisie volgens het motto: chillen in de zon, geloven in het leven en het benodigde ‘beetje liefde’. Alles brengt hij vrolijk en optimistisch naar voren. Slechts Carlos Witjens en zijn gitaar. De voormalig frontman van Squirrel & The Hazelnuts speelt pakkende liedjes, vol melodie en vrolijke noten. Het ene liedje komt net wat beter uit de verf dan het andere. Aandoenlijk is het als hij zijn moeder vraagt naar voren te komen. Samen zingen zij een Franstalig liedje. Het geheel is wat onduidelijk te volgen doordat er niet duidelijk door de microfoon wordt gezongen, maar het algehele tafereel is ontroerend. (JY)
The Breakfast Club heeft een nieuwe start gemaakt. Na het spelen van covers van Blink 182 als drietal heeft de komst van een vierde bandlid, zanger en gitarist Juul, de richting van de band veranderd. Ze spelen nu voornamelijk eigen werk. Wat niet is veranderd is, is de sound, want de invloeden van bands als Blink 182 en Green Day zijn overduidelijk. Als de vier jongens één voor één in badjas het podium op lopen, blijken ze trouwe volgelingen te hebben. Onder luid gejoel gaan de badjassen uit en verschijnen de normale kleren. Vanaf de eerste noot is het knallen. Een muur van gitaargeweld volgt. Gelukkig weet de band nog wel een goede opbouw in hun liedjes te creëren. Helaas wordt de zang door de harde gitaren vaak overstemd en is de band soms nauwelijks te verstaan. Ook gaan de liedjes naarmate de show vordert wel erg op elkaar lijken, wat afwisseling in het tempo van de liedjes zou de show wat meer spanning geven. Ondanks dat weet de band een leuke show neer te zetten. (SK)
In de September staat het podium in teken van de popafdeling van het Koorenhuis; House Of Rock begeleidt jonge bands, waarvan er drie vanavond laten zien aan het publiek wat ze hebben geleerd. Als eerste mag Rubber Johnny zijn kunsten vertonen. De band bestaat uit vier leden, twee jongens en twee meiden. Ze spelen poprock, die nogal rommelig overkomt. Aan de nummers lijkt geen touw vast te knopen. Het geeft de show een chaotisch sfeertje. Daarnaast is de zang schreeuwerig en is de muziek te standaard. Een band waar er al zo veel van zijn. Zangeres Arlette is een heuse kletsmadame en babbelt na elk lied. Ze vertelt dat er speciaal vrienden uit Engeland zijn overgekomen. De band heeft nog veel te leren, maar aan het enthousiasme zal het niet liggen. Ze moeten zich beter gaan onderscheiden van de rest, anders is het weer een geval van dertien in een dozijn. (SK)
In de Boterwaag bevindt iedereen zich in Spaanse sferen. Labryènco is een flamencoband rondom gitarist Alain Labrie. Het viertal staat garant voor opzwepende ritmes. Temperamentvol zijn vooral de middenstukken van de composities, die overigens behoorlijk ingewikkeld in elkaar zitten. De liederen zijn lang en hebben veel van elkaar weg. Het is dan ook niet altijd duidelijk of Labryènco soms een grote lange track speelt of dat het meerdere composities in elkaar laat overlopen. (JY)
Het interieur van de Zèta ziet er vanavond net wat anders uit dan gebruikelijk. Stichting Aight heeft het café voor even eigen gemaakt met een avondvullend programma en een verrassend decor onder de noemer Aight Night. Een grote zwart/witgeblokte vloer pronkt op het podium voor een groot dj-deck. Kids van dertien en volwassen b-boys pronken één voor één hun breakdance skills. In de hoek bij de bar kan iedereen met sneakers zich melden om zijn schoenen van graffitiart te voorzien. Behalve dans en art is er ook veel muziek. Rechtstreeks uit het Zeeheldenkwartier bijt rapper Vinny het spits af. Met zijn lage, warme stem trekt hij onmiddellijk alle aandacht naar zich toe. Het klinkt verrassend volwassen. Zijn relaxte flow, vol melodie, doet in vlagen aan die van 50 cent denken. De melodieuze lines maken de liedjes ook pakkend en blijven hierdoor boeien. In zijn tracks verwijst hij vaak naar Den Haag, de stad waar hij vandaan komt. Niet zelden zegt hij zinnen als ”Ik heet je welkom in Den Haag brada”. Vinny gooit hoge ogen in de zaal. Voortdurend betuigt het publiek zijn respect door met drukke armbewegingen lovende woorden richting het podium te roepen. Rapper Abu neemt de microfoon van zijn collega-rapper Vinny over. Hij zou eigenlijk de afsluiter van de avond zijn, maar omdat hij zijn trein nog moest halen, staat hij nu al op het podium. Abu is aanzienlijk drukker dan zijn voorganger. Ook wat agressiever qua toon: “Doe ‘dit’ homie, doe ‘dat’ homie, want anders doe ik ‘zus’ en ‘zo’ homie.” In het gros van de nummers is de rapper in conclaaf met een homie. Dit doet hij overigens wel met een lekkere flow en genoeg grappige woordspelingen. (JY)
Daar sta je dan als Vlaams Genootschap op de Haagse PopWeek in de Zwarte Ruiter. Bijzonder spijtig dat de rakkers van Incense vrijwel tegelijkertijd moeten spelen, waardoor er vrijwel geen hond komt kijken naar het trio Needle & The Pain Reaction. Dat is natuurlijk erg jammer omdat hier gewoon een prima band staat. Even lijkt het alsof de Gentenaren er zelf ook geen zin in hebben. Als ze echter bij het laatste nummer aankomen, gaan zanger/gitarist Wim Deliveyne tezamen met bassist en artistiek leider van Kinky Star Luc Waegeman flink uit hun dak en treffen wij de drummer met een glimlach van oor tot oor aan. Mooi om te zien dat de heren er goesting in hebben. Dit is een goede band, maar wel een moeilijke band. Het mist misschien net iets aan ballen voor de stonerrock en grunge die ze spelen, maar is wel tof voor de liefhebbers van het softe spul. (JT)
In tegenstelling tot de rest van de avond in de Supermarkt is het geen babyboom als Incense speelt, het is eerder pure nostalgie. De band heeft na het uiteengaan jarenlang niet samengespeeld, dus dit optreden is zeker uniek te noemen. Het is druk en overal waar je kijkt zie je oude bekenden, mensen die weleens of meerdere malen in het verleden een Incense-optreden bij hebben gewoond. En iedereen is opgewonden, al weken gonst het optreden van vanavond rond op internet. Als de wierook eindelijk je neus binnendringt, gaat het beginnen. Slechts vijf keer oefenen is hieraan vooraf gegaan, maar dat is niet terug te horen. Incense klinkt anno 2010 beter dan ooit tevoren, maar nog steeds explosief. Met hun hypnotische noise weten de drie mannen het publiek meer dan goed te boeien. Je merkt nauwelijks dat Selwyn in de loop der tijd meer bas is gaan spelen en minder gitaar. Acht nummers prijken op de setlist, in praktijk betekent dat ruim een uur. ‘Embrace’ om mee te beginnen en als toegift het prachtige ‘Went blind’. Onder luid applaus verlaten Selwyn, Remco en Bart het podium. De verwachtingen zijn helemaal waargemaakt, de magie is er nog steeds. Op 30 oktober speelt Incense nog een set in de W2 als voorprogramma.
(PT)
Na Rubber Johnny is het in de September de beurt aan de volgende House Of Rock band; Coloured Noise. De presentator van de avond kondigt aan dat de show een treurig randje heeft. Het is het laatste optreden van de drummer. Wel wordt duidelijk gemaakt dat de band er zeker niet mee gaat stoppen. Net als Rubber Johnny bestaat ook deze band uit twee jongens en twee meiden. En ook Coloured Noise speelt poprock. Alleen deze show staat iets steviger en de nummers worden strakker gespeeld. De zangeres heeft een krachtige stem, die helaas vaak tegen het schreeuwerige aan zit. Maar gelukkig weet ze die grens net niet te overschrijden. Het genre poprock is duidelijk geliefd bij de House Of Rock bands, en dat is ook meteen de strop voor de bands. Het is allemaal veel van hetzelfde. Ook Coloured Noise weet zich niet te onderscheiden van de menigte. Iets meer de randen van het genre op zoeken en wie weet dat het nog wat wordt. Voor alsnog is het niet bijzonder genoeg om echt op te vallen. (SK)
Een van de hotste bands van dit moment in de Haagse muziekscene is toch wel Pop Up Animal Kids. Kort geleden zijn ze verkozen tot een van de kanshebbers om naar SXSW in Amerika te gaan. Nu staan ze in de Zwarte Ruiter om de maandag van de Haagse PopWeek goed te eindigen. Als ze aan het soundchecken zijn, staan de mannen nog in hun gewone kloffie. Kort daarna verdwijnen ze om tevoorschijn te komen in het bekende gekleurde outfits. Ze starten de show met een instrumentaal intro om vervolgens hun rock met vleugje blues over het publiek te strooien. Een van de hoogtepunten in de set is toch wel het aanstekelijke ‘Holy moments’ met zijn heerlijke rauwe gitaren en catchy “yeah yeah yeah” gezang. De band weet met hun sterke show de hele set te boeien, zonder daar ook maar enige moeite voor te hoeven doen. Geen tamme praatjes richting het publiek, geen gave lichtshow. De muziek spreekt voor zich. En dat is wel zo fijn! (SK)
Je maakt het niet vaak mee dat het zo los gaat in de September. Een kleine groep vrienden, klasgenoten en andere aanverwanten gaan flink los bij HyberNation. Er wordt gesprongen, gedanst, gemosht en er komt een heuse crowdsurfer voorbij. De band excuseert zich maar de September moet kapot, wat een thumbs-up van de bardame oplevert. Ondergetekende vroeg zich af wie er nog naar dit soort muziek luistert, maar het antwoord is gegeven. Dit vijftal heeft namelijk wel wat weg van een Rage Against the Machine en een Godsmack met een zang die wat weg heeft van Eddie Vedder. Toch een beetje een stijl (uitzonderingen daargelaten) die historie lijkt te zijn. Alle vergelijkingen buiten beschouwing gelaten, dit bandje knalt er af en toe goed in! Nieuwsgierigheid voorop over hoe dit bandje klinkt in een goede zaal met een goed geluid. De drummer is goed, de zanger heeft charisma en met iets meer pakkende songs staat hier een prima fundament. Het is jammer dat de band er mee op gaat houden. (JT)