De traditie van het Haags Popdebat tijdens de Haagse PopWeek werd ook dit jaar voortgezet. In het Nutshuis werd gepraat over Den Haag Culturele Hoofdstad 2018 (DHCH2018) en het Haagse live circuit. Een echte discussie werd het echter niet en ook kwam er weinig nieuws naar voren.
Het Haags Popdebat is opgedeeld in twee delen. Het eerste deel heeft als stelling ‘de Haagse popscene werkt goed samen om concrete plannen te maken voor DHCH2018’, en het tweede deel ‘het livecircuit voor popmuziek gaat achteruit waardoor plekken voor talentontwikkeling en broedplaatsen afnemen. Kan dan de titel ‘Popstad Den Haag’ nog speerpunt blijven in 2018?’. Het uitgebreide panel bestond uit Arie Spaans (Koorenhuis), Janneke Nijhuijs (Jam de la Crème), Matty Ros (Langweiligkeit), Martijn Verlinden (Haags Pop Centrum, Antilounge, Bazart), Majel Blonden (Paard van Troje), Rene Bom (Nachburgemeester), Rob Vondracek (Haags Pop Centrum), Maarten Hinloopen (PopHotSpot), Alvinio Molina (Sparkplug), Gerard Smit (330live, Cremers), Alex Milberg (Musicon) en Koen Herfst (DOEN Evenementen). Gerard van den IJssel (R.G. Ruijs Stichting, Haags Pop Podium) is de gespreksleider.
Grote afwezigen zijn vandaag Louis Behre (artistiek directeur DHCH2018) door ziekte en wethouder Marjolein de Jong van Cultuur en Citymarketing. Daarmee is de discussie over DHCH2018 meteen een stuk lastiger geworden, vooral als blijkt dat bij veel panelleden nog niet echt duidelijk is wat het allemaal precies inhoudt. In grote lijnen wordt nog eens de procedure uitgelegd. Elk jaar zijn er twee Europese landen die een Culturele Hoofdstad mogen leveren, in 2018 is Nederland één van die landen (samen met Malta). Behalve Den Haag hebben onder andere ook Utrecht en Maastricht de ambitie om Culturele Hoofdstad te worden. Op dit moment werkt er onder leiding van Louis Behre (Crossing Border) een team aan het maken van een zogenaamd bidbook, waarin komt te staan wat Den Haag aan plannen heeft met betrekking tot het worden van Culturele Hoofdstad. Dit bidbook moet in 2012 worden ingeleverd, waarna door een jury van Nederlandse en internationale experts wordt bepaald welke Nederlandse stad zichzelf in 2018 Culturele Hoofdstad van Europa mag noemen.
Tijdens het behandelen van de stelling, wordt door de aanwezigen bevestigd dat het belangrijk is dat de verschillende culturele instellingen samenwerken in aanloop naar DHCH2018. Concrete plannen zijn er echter nog niet. Majel Blonden: “Iedereen is nu vooral bezig het hoofd boven water te houden. We werken voornamelijk op korte termijn.” Rob Vondracek: “Door de huidige economische situatie is de samenwerking enigszins stilgevallen, maar als we echt Culturele Hoofdstad willen worden moet je nu voortmaken.” Ook worden er ter plekke wat ideeën op tafel gegooid, maar voornamelijk willen de aanwezigen de huidige infrastructuur verbeteren en niet zozeer nieuwe plannen ontwikkelen. Zo wordt bijvoorbeeld een extra grote editie van festivals als de Haagse PopWeek en TodaysArt geopperd.
Na de pauze wordt er een column van schrijfster Debby van den Bergh voorgedragen. In haar column, getiteld ‘Zelfmedelijden’, geeft ze een kritische kijk op de bezuinigingen op cultuur. Daarbij pleit ze vooral om te kijken naar wat je wel hebt, in plaats van wat je niet hebt, en dat het belangrijk is de creatieve krachten te bundelen. Minder geld leidt volgens haar namelijk tot saamhorigheid.
Na de column is het tijd voor het tweede deel van het Haags Popdebat, over het livecircuit van Den Haag. Voorafgaand somt Van den IJssel een lijst met optreedplekken in Den Haag op. In totaal een stuk op dertig. Als vervolgens wordt gevraagd welke muzikanten in de zaal moeite hebben met het regelen van optredens in Den Haag gaat er slechts één vinger omhoog. Toch zijn er wel degelijk verbeterpunten te noemen. Rob Vondracek: “Afwijkende bands komen moeilijk aan de bak. Er zijn veel muziekstijlen ondervertegenwoordigd en het is vooral pop en rock wat geprogrammeerd wordt. Zo is er bijvoorbeeld weinig aanbod van urban. Er is te weinig diversiteit.” Janneke Nijhuijs: “Ook spelen er vooral Haagse bands in Den Haag. Bands van buiten de stad komen bijna niet aan de bak hier.” Ook Martijn Verlinden is het niet eens met de stelling dat het livecircuit achteruit gaat. ”Het is misschien zelfs wel te makkelijk om als Haagse band te spelen. Een band die pas net bezig is, kan met gemak al een paar optredens doen. Omdat alles zo makkelijk gaat, denken bands al snel dat ze het allemaal goed doen. Dat komt de kwaliteit van bands niet altijd ten goede.”
Deze editie van het Haags Popdebat zal niet te boeken ingaan als de meest verhelderende. Echte discussies blijven uit en de standpunten blijven vrij veilig. De verschillende instellingen lijken vooral te willen afwachten wat de bezuinigingen gaan brengen en zijn daardoor nog niet echt bezig met de invulling van de ambitie om Culturele Hoofdstad te worden. Volgend jaar nog maar een poging wagen.