Een regenachtige, donkere avond, lege cafés, beteuterde bands, overal lege glazen en neerslachtige mensen; is dit de toekomst van het nalatenschap van wijlen Jan Pet? Nee! (Hofstad) Blues gaat door, zoals altijd. Donderdagavond 11 november 2010 was een sfeervolle, gezellige, bruisende, drukke (maar ook natte) avond in het teken van (blues)muziek en uiteraard in nagedachtenis van en met anekdotes over de onlangs overleden bluesvader van Den Haag: Jan ‘Pet’ van der Sluis.
De opening van dit bijzondere evenement vond plaats in Jan zijn thuisbasis: Lokaal Vredebreuk. Allereerst worden rond 19.30 uur de aanwezige gasten verwelkomd door Harold Verra, de man die met Stichting Hofstad Blues in de (organisatorische) voetsporen van Jan Pet treedt. Harold opent de avond door te vertellen dat Hofstad Blues wordt opgedragen aan Jan Pet. Het is al duidelijk dat het een emotionele avond wordt, maar wanneer Harold aankondigt dat de Popveer, door het Haags Pop Centrum postuum aan Jan Pet opgedragen, niet naar de Stichting gaat, maar naar de kinderen van Jan Pet, lopen de emoties helemaal hoog op.
Na de uitreiking van de Popveer aan de kinderen van Jan Pet, wordt iedereen gevraagd mee te gaan naar de rookruimte van Lokaal Vredebreuk, waar een prachtige muurschildering van Jan Pet (gemaakt door Patrick) wordt onthuld. Rode, volgeschoten ogen vinden hun weg naar de beeltenis van Jan Pet en de mensen kunnen niet anders dan concluderen dan dat er geen andere plek had kunnen zijn voor dit kunstwerk. Dan wordt nu officieel het feest voor geopend verklaard en Frits Krieg (WOS Blues en Stichting Blues aan Zee) wordt naar het podium gevraagd, onderwijl het lied ‘Door de nevel’ van Johan Frauenfelder (De Règâhs), naar aanleiding van een gedicht van Anton van Meerkerk (Stichting Blues aan Zee), uit de speakers schalt. Wanneer de laatste noten van het lied vervagen, zet Frits Krieg zijn ode aan Jan Pet in, onder begeleiding van de eerste band van deze avond: Blues BV. Het lied is genaamd: ‘I lost a brother in the blues’ en krijgt iedereen stil. “They won’t stop talking and call out his name”, zingt Frits en dit is precies wat er gebeurt; in alle cafés en tijdens vrijwel alle optredens wordt stilgestaan bij het vroegtijdig en onverwacht overlijden van Jan Pet. Op de achtergrond klinkt een goedkeurende brul van Sjaak, goede vriend van Jan Pet en beroepsmeubilair van Lokaal Vredebreuk, vanaf de bar.
Na het ontroerende lied van Frits, stapt zanger Ewald Sittrop het podium op. De band heeft duidelijk direct een andere sound dat ook heel lekker klinkt en start met een uptempo nummer: Rollin’ man. De nummers die het vijftal ten gehore brengt, klinken authentiek, maar wel met een hedendaags jasje. Het is voor de heren van Blues BV erg jammer dat Lokaal Vredebreuk na de opening erg snel leegstroomt, wat erin resulteert dat de band al snel voor een bijna leeg café staat te spelen. Aan zanger Ewald zal het niet liggen, die op het podium aardig tekeer gaat.
Om een volledig verslag te kunnen maken van de gehele avond, vertrekken de razende reporters weer naar de volgende locatie: Ned Kelly. Bij binnenkomst dringt de geur van met bier doordrenkt houtwerk je neusgaten binnen en bereiken de laatste klanken van ‘Mustang sally’ - uitgevoerd door Never2old - je oren. Gezien de gemiddelde leeftijd van de vanavond aanwezige muzikanten, zijn de jonge gezichten van deze band een aangename verrassing. De oude microfoon die zanger Danny gebruikt, haalt helaas minder bijzonders uit zijn stemgeluid naar boven dan had gekund, maar nu is het vooral voor het uiterlijk een leuke toevoeging. De band speelt lekker, maar valt enigszins weg tegen het andere bluesgeweld dat deze avond te bieden heeft. Na een aangename uitvoering van ‘Need your love so bad’ van Fleetwood Mac, is het alweer tijd voor het volgende optreden.
Van de ietwat aparte geur van Ned Kelly, op naar het steriele Parkhotel op de hoek van de Prinsestraat. Het is net alsof je een verpleegtehuis binnenkomt: grote fauteuils, kleedjes op tafel en er ligt overal dik tapijt. Hofstad Blues heeft een mooie primeur vanavond; het is de eerste keer dat Parkhotel livemuziek heeft. Het festival is voor deze locatie al om 21.45 uur afgelopen in verband met de nachtrust van de hotelgasten. Bij binnenkomst staan zanger/gitarist Dicky Greenwood, saxofonist Wouter Kiers en bassist Harm van Slee al te spelen. Het blijkt dat Harm van Slee door file 20 minuten later was, en dat de twee anderen alvast waren begonnen. Kennelijk was Harm niet de enige die last had van fileleed: de volgende band (Jazz2blues) staat ook al ruim een kwartier in de file. De band speelt verdomd strak, maar staan er heel erg relaxed bij. Alle bandleden krijgen de kans om een lekkere solo neer te zetten en hier wordt uiteraard gretig gehoor aan gegeven. Het publiek staat met het hoofd te knikken, te heupwiegen en met zijn vingers te tappen op de tafeltjes.
Elders in het Parkhotel wordt een bluesworkshop gegeven door Engelsman Ty Garner. Helaas is de opkomst van de workshop bijzonder laag, maar dat mag voor Ty Garner de pret niet drukken en hij probeert zijn inzicht in de blues met veel passie over te brengen op de toehoorders. Hij gaat ondermeer in op het herkennen van bepaalde maatsoorten en de karakteristieken van typische bluesakkoorden zoals de ‘shuffle’. Het is prijzenswaardig dat Ty Garner ondanks de lage opkomst nog steeds zoveel mogelijk probeert de mensen erbij te betrekken en hij laat geen vraag onbeantwoord. Allicht is het voor mensen een struikelblok dat de workshop in de Engelse taal wordt gegeven; aan het enthousiasme van Ty Garner zal het niet gelegen hebben. Hopelijk heeft hij de keren erna wel wat meer publiek gekregen.
Terug naar de lobby van het Parkhotel, waar het bluestrio nog onvermoeibaar verder speelt en het publiek inmiddels zover heeft gekregen om vrolijk mee te zingen “Hey hey, the blues is alright”. Op weg naar de volgende venue komen we een van de kinderen van Jan Pet tegen, dochter Nikki van der Sluis. Ze vertelt dat ze heel erg blij is met hoe alles tot nu toe verloopt en dat de Popveer een vaste plek krijgt in Lokaal Vredebreuk, omdat dat de plek is waar iedereen van de prijs kan genieten en daar Lokaal altijd Jan Pet z’n thuisbasis is geweest. Zichtbaar ontroerd, vertelt ze dat ze de band van Dicky Greenwood zelf heeft geregeld in naam van haar vader. Ze heeft na zijn overlijden zijn telefoon erbij gepakt en bewust naar het nummer van deze gitarist gezocht, wetende dat haar vader groot fan van zijn muziek was. “Ik weet dat hij nu heel trots naar beneden kijkt, vanaf zijn blueswolkje in de hemel.”
Na een heftige aftrap van deze donderdagavond, besluit het 3VOOR12 Den Haag team een hapje te gaan eten. Het wordt uiteindelijk de JP Bluesburger in Eetcafé De Bok. Ook hier wordt weer duidelijk wat het verlies van Jan Pet voor Den Haag betekent: de bluesburger die naar Jan Pet is vernoemd (van iedere verkochte burger wordt één euro gedoneerd aan Stichting Hofstad Blues), artikelen over Jan Pet die op het toilet hangen en de tekst op het vlaggetje dat in de burger zelf steekt. Nu er eindelijk eens goed naar het programma kan worden gekeken (verlichting is toch best fijn), valt op hoe rommelig het in elkaar steekt. Maar goed, dit mag uiteraard de pret niet drukken.
Na een zware, maar overheerlijke maaltijd, togen we verder richting ’t Wapen van Den Haag voor MC Blues. Het Wapen is een typisch voorbeeld van een gave locatie, waar niet voldoende gebruik van wordt gemaakt. De verhoging die als podium wordt gebruikt, is nauwelijks verlicht, waardoor de band in het donker staat te spelen. Voeg hieraan toe dat er nauwelijks publiek is en dat maakt het toch tot een wat treurige bedoeling. MC Blues gaat echter gedwee door met spelen en probeert het publiek toch nog mee te krijgen met zijn aanstekelijke en swingende bluesrock. Deze band had meer tot zijn recht gekomen in bijvoorbeeld een Lokaal Vredebreuk.
In het Proeflokaal genieten de mensen van de muzikale uitspattingen van het akoestisch duo Blues Mates. Het Proeflokaal is redelijk gevuld en de muziek die het duo ten gehore brengt klinkt zeer aangenaam, heeft een intieme ambiance en getuigt van lef; het is kwetsbare muziek. De twee zangers/gitaristen zetten een prettige, typische akoestische set neer die niet heel erg bijzonder is, maar gewoon wel klinkt zoals deze hoort te zijn.
Onderwijl de regendruppels ontwijkend, wordt de weg vervolgd richting muziekcafé De Paap, alwaar het moeilijk naar binnen komen is terwijl The Bootleg Blues Band al even aan het spelen is. Het is hartstikke warm binnen en er staat een aandachtig publiek voor het podium, terwijl bluesharpist Thijs van Erve over het podium krioelt. BBB heeft een rauwe sound die met rock flirt, maar ook dampende slowblues zijn de band niet vreemd en lijkt hiermee een goede combinatie te zijn met De Paap. Hoewel zanger Winny Zwetsloot aangeeft dat ze “nog even warm moeten draaien”, lijken de aanwezigen al goed op stoom te zijn.
Geen tijd om het optreden af te zien, het is nu tijd voor The Weepers in het Hoekpandje. Zanger/gitarist John Burki heeft zijn outfit goed gematcht met de muziek die dit trio voortbrengt: 50’s/60’s blues/country. Het is op dit moment nog niet heel druk, maar de aanwezigen worden wel opvallend blijer. Setjes staan met de vingers in elkaar verstrengeld, er wordt gedanst, gezoend, overdreven gelachen en kreten de lucht in geslingerd die eigenlijk helemaal nergens op slaan. Eén dame in het bijzonder lijkt de genuttigde drankjes maar wat moeizaam te verteren en valt de band behoorlijk lastig. Gelukkig laat The Weepers zich niet dwarsbomen en speelt onvermoeid verder – tot grote waardering van de overige gasten.
Tot slot speelt afsluiter Bas Paardekooper & The Blew Crue in het Wapen van Den Haag. De uithaal die Bas Paardekooper daar produceert is Stevie Ray Vaughn nooit gelukt in het nummer ‘Red eyes’. Ondanks de lage opkomst, geeft Bas met zijn band alles en zet weer een te gekke show neer. Voorzichtig wordt toch wat meegedanst en geklapt, maar kennelijk is de alcohol de mensen nog niet zo naar de bol gestegen als in ’t Hoekpandje. Na verloop komt een slepende en ruige versie van ‘Pride & joy’ voorbij. Dit is het kenmerk van Bas Paardekooper: het gebruiken van vrij simpele nummers, om deze vervolgens zelf in een zwaardere versie te gieten.
Aan alle goede dingen komt een eind en zo ook aan deze eerste dag van Hofstad Blues. Ondanks dat het vieze weer roet in het eten heeft gegooid qua bezoekersaantal, hebben de bands (die allen voor nagenoeg geen vergoeding hebben gespeeld) en de locaties alles op alles gezet om er een geslaagd evenement van te maken. Aan het einde van de avond bleef een handjevol mensen over in Lokaal Vredebreuk, die beweren dat zij kortstondig een grote glimlach op en een glinstering in het oog van het evenbeeld van Jan Pet zagen. Ja, zijn geest leeft voort.