Het zit er alweer op, de eerste editie van het nieuwe Walk The Line festival is zeer geslaagd te noemen. Bijna alle optredens konden rekenen op een goed gevulde zaal en er heerste een goede ontspannen sfeer. Behalve het recenseren van de bands, peilde 3VOOR12 Den Haag ook de reacties van het publiek. Lees hier het sfeerverslag van Walk The Line 2010.
Bij de ticketbox op de Grote Markt is het een komen en gaan van muziekliefhebbers in alle soorten en maten. René van Es en Ard van Duijvenbode, radiomakers bij Radio West en muziekfanaten, raadplegen een printje van het programma van de zaterdag. “Ik ben blij dat er een soort vervanger is gekomen voor The Music in My Head”, aldus van Es. “Daar ging ik ieder jaar naartoe omdat de line up vernieuwend was en er voor weinig geld zoveel kwalitatief goede bands op stonden.” Na de show van Heike Has The Giggles vinden wij het tweetal, alweer over het programma gebogen, terug in de hal van het Paard. ‘Heike’ en haar band nemen plaats achter hun merchandise-tafel en verkopen gelijk een cd aan het enthousiaste duo. “Hun muziek lijkt een beetje op die van The Blood Red Shoes. De set was lekker hoekig en fris en de zangeres was tussen de nummers door een beetje verlegen. Zij had een Engels accent dus ik vind het verrassend dat de band uit Italië komt.” “Dat is het leuke aan dit festival”, vindt van Duijvenbode. “Je kunt je hier steeds weer laten verrassen. We zijn net ook bij Woot geweest en dat vond ik niet bijster origineel, maar daarna sta je dan ineens bij zo’n leuke band als deze.”
Cas van Brussel is met zijn vriendin Mila en schoonouders naar Walk the Line afgereisd. “We hebben de kaartjes gekocht voor de verjaardag van mijn schoonvader. Ik vind Walk The Line duur maar wel echt een tof concept. Je loopt van de kroeg naar de kerk en daarna weer naar het poppodium en kunt zo continu switchen en weer iets heel anders zien.” Van Brussel bekijkt Peggy Sue van een afstandje terwijl zijn schoonouders zich naar binnen hebben weten te wurmen in de kleine zaal van het Paard. “Ik heb net Woot gezien en dat vond ik een heel tof bandje maar ik kijk het meeste uit naar Bonobo. Dat is ook de enige artiest die hier speelt en die ik ken. Ik luister al heel lang naar zijn muziek.”
Er is veel drukte bij de merchandise van de verschillende bandjes. Bezoekers lijken alles van de artiesten te willen weten en krijgen overal een antwoord op. Er worden foto’s gemaakt en handtekeningen gezet, maar ook de muzikanten wisselen onderling cd’s en verhalen uit. Terwijl de dames van Peggy Sue het programma bekijken en overleggen wat ze zelf nog willen horen, vertelt de basgitarist van Heike Has The Giggles aan de drummer van Peggy Sue, en aan iedereen die het horen wil, dat ‘Heike’ een fictief personage is uit de Duitse studieboeken van zangeres Emanuela. “Heike was de hoofdpersonage in dat boek, weet je wel? Heike gaat naar de markt, Heike moet studeren, Heike eet een appel en Heike Has The Giggles.”
Ook rondom de kerk is de sfeer levendig. Op de picknickbanken voor de ingang zitten kamperende bezoekers met dikke jassen bij te praten over de optredens onder het genot van een biertje. Binnen is het echter muisstil. Jesca Hoop is net aan haar set begonnen en er heerst verdeeldheid in het publiek. “Ik trek dit echt niet”, fluistert een meisje dat uit Amsterdam is gekomen tegen haar vriendin. Haar buurman kijkt verstoord op en lacht vervolgens hartelijk om de nonchalante praatjes van Hoop die haar bed wel ziet staan op de vide van de kerk en er ’s ochtends aan een touw uit wil slingeren naar de begane grond. We vinden Van Duijvenbode met een diepe frons op zijn voorhoofd bij de uitgang. “Dit is echt verschrikkelijk”, claimt hij. “Hoe kun je naar deze ellende luisteren? Ik wist al dat het mis ging toen ze begon te vertellen over haar overleden moeder.”
Ruud en Nadine komen uit Leiden. Zij hebben een passe partout inclusief hotelovernachtingen gekocht. “Het klinkt wel erg politiek correct, maar het leukste van dit festival is dat ik mijn muzikale horizon een beetje kan verbreden door onbevooroordeeld te gaan kijken naar bandjes waar ik normaal gesproken niet zo snel naartoe zou gaan.”
David Stapel (werkzaam bij Bertus) is ook enthousiast. We spreken hem na de set van Warpaint. “Dit was voor mij het hoogtepunt van de avond, maar we hebben Johnny Marr nog tegoed. Ik ben erg benieuwd hoe The Cribs het er vanaf gaan brengen.” De avond loopt tegen het einde als The Cribs eindelijk het toneel op mogen in de grote zaal. Het is er een stuk rustiger dan verwacht na de overvloedige stroom van bezoekers die er binnen stond bij de show van Bonobo. De verwachtingen zijn hooggespannen als de ex-Smiths gitarist het podium op loopt. Als de show zo’n twintig minuten bezig is ontmoeten we twee hevig teleurgestelde The Smiths-fans in de rookruimte. “Dit is gewoon klote”, luidt het oordeel van de een. De ander verzucht: “gelukkig kwam ik niet alleen voor The Cribs want anders had ik echt een kutavond gehad. Je mag toch wel wat meer verwachten van Marr.” Ook Stapel, die voortijdig afblaast en richting de Kleine Zaal loopt om nog een stukje van Mamas Gun mee te pikken, is negatief over het optreden. Gelukkig kan hij er nog wel de lol van inzien. “Dit is een regelrechte aanfluiting”, lacht hij. “Het is gewoon gênant.“
Als de laatste noten gespeeld zijn en de stroom bezoekers zich opsplitst in alle richtingen, typen wij nog ijverig door om alle indrukken te verwerken en na te genieten van een geslaagde eerste editie van Walk The Line.