Al twaalf jaar is Tino een verschijnsel in de marge van de Haagse muziekscene en hij schrijft in die periode een imposant aantal albums op zijn naam. Zowel voor als na zijn comeback wil het met een doorbraak naar een groter publiek echter maar niet lukken, maar Tino, die misschien wel meer scheppend kunstenaar dan muzikant is, gaat onverschrokken verder met creëren en experimenteren en slaat en passant steeds weer nieuwe wegen in. Dat hij zich daarbij totaal niet bekommerd om aardse zaken als carrièreplanning, marketing of imago getuigt in ieder geval van authenticiteit.
Misschien ligt het wel aan de gevarieerdheid van zijn werk dat het hem maar niet lukt uit het Haagse kringetje van vaste volgers en lokale zaaltjes te ontsnappen. Van akoestisch in aandoenlijk steenkolenengels tot lo-fi elektronisch, Tino is van vele markten thuis en wat er ook van zijn werk gevonden wordt, het weerhoudt hem er niet van zichzelf te blijven vernieuwen. Met een retrospectief in een handbeschilderde houten doos en de één-track ep ‘Mind Playing Sketches’ nog vers in het geheugen komt hij anno 2010 met een album vol -bijna- instrumentale elektronische space beats. Een regelrechte trip naar de jaren '80, de wereld van het monotone Kraftwerk, de Italo beats van Giorgio Morodor, de geflipte composities van Jean-Jacques Perrey en de begindagen van de acid house.
Waar Tino zich op zijn vorige albums liet leiden door zijn teksten en begeleiden door geknutsel in lo-fi, krijgt op 'The Kaosillator Sessions' de techniek een hoofdrol toebedeeld. De tracks zijn stuk voor stuk opgenomen met een Korg Kaosillator, een wonderlijke elektronisch muziekinstrument met touchpad. Al vingerwrijvend componeert Tino zijn tracks en het resultaat houd het midden tussen big beat en de 8-bit soundtrack van Super Mario Bros computerspelletjes. Het album staat barstensvol verrassingen, gekke beats en aanstekelijke melodietjes. Waar instrumentale elektronica over het algemeen snel verveeld, weet Tino van de eerste bliep tot de laatste zucht de aandacht moeiteloos vast te houden.
De enige uitglijder op het album is 'My jazzy side', wat sterk doet denken aan 808 State. Het vadsige saxofoongeluid en de chill beats vallen uit de toon bij de frisse trip die de boventoon voert op 'The Kaosillator Sessions'. Pompende tracks als 'Take some acid' en 'My dealer = my healer' maken echter veel goed en het zwaar besmettelijke 'Atari dreams' is zelfs met een lobotomie niet meer uit je hoofd te krijgen. 'Laserguns in paradise' lijkt zo uit Space Invaders gesampled en met bonus track 'The kaossilator speedmix' wordt in vijf minuten de hele cd nog even in ADHD-stijl samengevat. Het album als geheel is erg afwisselend en laat zich niet makkelijk in referenties vangen. Al met al is 'The Kaosillator Sessions' een album om blij van te worden en dat is een typering die niet vaak op de muziek van Tino van toepassing is.
Naar eigen zeggen is 'The Koassilator Sessions' een tussendoortje en volgt volgend jaar weer een 'regulier' album. Het is te hopen dat daarop in ieder geval een rol voor de Kaosillator is weggelegd, want de gadget is als was in Tino's handen. Zijn voortdurende vernieuwingsdrang maakt hem een authentieke en eigenzinnige muzikant, waarbij de enige zekerheid is dat het volgende album, te verwachten rond 's mans volgende verjaardag, wederom een verrassing zal zijn.