Den Haag is met zeven bands goed vertegenwoordigd op SXSW in Austin Texas. Behalve So What, John Dear Mowing Club, NiCad, WOOT, The Deaf en ReBelle, de zes bands namens Music City The Hague, is ook Venus Flytrap deze week in Amerika. Speciaal voor 3VOOR12 Den Haag houden So What, John Dear Mowing Club en Venus Flytrap een blog bij. Bij deze deel drie.
Bob de Koning (Venus Flytrap)
Het is vanaf Fort Worth ongeveer drie uur rijden naar Austin. Het landschap wordt wat dor en droog, en het wordt warmer. Eerst checken we in in het gezichtsloze hotel langs de freeway om ons vervolgens te melden op 6th Street, bij de Maggie Mae's voor het Nederlands/Haagse feestje. 6th Street en omgeving is een groot feest; een samenscholing van alles wat met (vooral) indie muziek van doen heeft. Wat vooral opvalt is het grote aantal baarden en zwarte zonnebrillen. Het Crossing Border feestje is leuk en gezellig. Veel bekenden, gratis bier, Haagse bands. We vermaken ons prima. The Deaf springt eruit met een lesje rock ‘n roll.
Na dit feest gaan we op zoek naar de Scoot Inn. Het ligt een beetje buiten het feestgedruis, maar in een heel leuke en kleurrijke wijk. Scoot Inn schijnt de oudste 'running' bar van Texas te zijn. Met de jongens van Woot en de dame van TV West eten we vlakbij de Scoot het goorste Mexicaanse eten ooit. Dat is dan weer jammer want verder is het heel gezellig. We blijven verder in de buurt van de Scoot Inn omdat onze backline nog niet helemaal rond is. We kijken Woot (leuk), lopen wat rond, en wachten weer, want we spelen pas om 12 uur. Op het nippertje krijgen we de backline rond om vervolgens om 12 uur een sterke set te spelen, buiten op het podium voor de Scoot Inn, voor een dampende massa uitzinnige muziekliefhebbers.
Joeri Gordijn (So What)
Gisteren was het eindelijk tijd voor onze ‘eigen’ showcase. Veertig minuten lang laten zien wat je waard bent. We speelden in een ‘Ierse’ kroeg de BD’ Rileys. Het podium was behoorlijk klein en er stond een soort reling voor, je speelde met je rug naar de ramen aan de voorkant van de kroeg. Die ramen stonden open, er hingen dus ook allemaal mensen in het raam en buiten op de straat was alles goed te horen. We speelden laat, zelfs naar Nederlandse begrippen, pas om 1 uur ‘s nachts. Er speelden negen bands voor ons en het publiek was wisselend. Sommige bands hadden veel publiek en sommige wat minder, het lag dus echt aan de muziek en de band zelf. Het Belgische Drive Like Maria speelde voor ons, de vuige rock van de band trok veel aandacht. We waren bang om een beetje in het ‘niet’ te vallen na al dat geweld. Maar integendeel.
Het was echt te gek. Bijna de gehele Haagse delegatie was aanwezig, alle Haagse bands waren er. Dus de zaal was al aardig gevuld dus. Ook buiten stonden al snel mensen te kijken. Het leukste is natuurlijk als je ziet dat Amerikanen zichtbaar genieten van je muziek. Er waren natuurlijk wat technische problemen, drumstellen vielen uit elkaar en gitaren deden raar. Omdat ik recht naast het raam zat kreeg ik het behoorlijk te verduren van de mensen die buiten stonden, ‘We all wanna fuck you!’, zulke dingen. Ik heb het maar niet gedaan. Na afloop waren we zeer tevreden, en het publiek naar het applaus te horen ook.
Na het optreden raak je altijd een minuut of tien in een soort van sleur. Je moet je spullen opruimen, je moet mensen bedanken en je moet natuurlijk de ‘fans’ spreken. We hebben extreem veel cd’s en visitekaartjes uitgedeeld, hopelijk levert dat nog wat op in de toekomst. Een tour door Japan of Canada is natuurlijk nooit mis. Vanavond spelen er erg veel goede bands hier, teveel om te kiezen. Vier uur in de rij gaan staan om Muse te kunnen zien in een kleine club of door 6th Street lopen en nieuwe bandjes ontdekken. Lastig.
Melle de Boer (John Dear Mowing Club)
Na het optreden in de Hideout komt een Amerikaan op me af, hij vond het geweldig maar jammer dat we 'The first time I heard townes singing' niet gespeeld hadden. Hij vertelde dat Townes van Zandt zijn laatste periode in Austin woonde en vaak in zijn stamkroeg 'The Cactus' zat. Het gaat nu ook niet goed met de Cactus blijkt. Het is in ieder geval leuk dat het Townes liedje tot de stamkroeg van Townes doorgedrongen is, vanavond of morgen ga ik 'The Cactus' eens opzoeken. We hadden geen betere zaal kunnen treffen. De Hideout is een leuk theatertje. Het spelen ging goed en de reacties waren fantastisch. Iemand van het theater vertelt dat we met onze muziek overal in Amerika konden spelen, en als Amerikanen dat zeggen is het zo.
De instrumentenzooi moet weer naar het hotel en Sean en ik dragen de lange flightcase met de elektrische contrabas. Het zou een doodskist van een Giacometti mens kunnen zijn. We lopen door 6th Street, de kernstraat van het festival. Een soort Bourbon Street. Overal harde muziek uit de kroegen en dronken mensen. Toch is de sfeer gemoedelijk en niet te vergelijken met de opgefokte sfeer na de KoninginneNach. Het lijkt hier toch echt om muziek te gaan. We komen om een uur of 2 in het hotel aan en proberen een pizza te bestellen. Een heel gedoe en uiteindelijk bestelt de receptieman beneden het ding. Terug in onze kamer vergaat langzaam de zin in pizza, het duurt ook lang en eigenlijk durven we niet open te doen voor de pizzaman. Amerikanen zijn toch een beetje eng. Het komt goed, al zit de pizza nu ik dit 's ochtends aan het schrijven ben nog in de doos.