Rietveld is in 1995 lid geworden van de GroenLinks en sinds 1998 actief in de politiek. “Sinds 2006 zit ik in de gemeenteraad als één van de drie GroenLinks-raadsleden en wij maken ook deel uit van de coalitie. Daarbij houd ik me vooral bezig met veiligheid, financiën, cultuur, ICT en gemeentelijke organisatie en dat heb ik de afgelopen vier jaar met veel plezier gedaan.” Vooral op het gebied van cultuur heeft Rietveld de afgelopen vier jaar veel bereikt en zo was bijvoorbeeld het succesvolle Fonds Pop Over Zee, waarbij Haagse bands subsidie kunnen aanvragen voor optredens in het buitenland, een van zijn ideeën. “Dat is ontstaan na een gesprek met Femke Japing. Zij kon op SXSW spelen maar kreeg net de financiering van de reiskosten niet rond. Nu is daar geld voor vrijgekomen. Het gaat om hele geringe bedragen maar het is net dat gat in je begroting dat opgevuld moet worden. Ik ben daar wel echt trots op.”
De muzikale smaak van Rietveld is erg breed, maar valt toch wel te typeren. “Bij deze vraag schiet mij altijd de grap te binnen toen een vriend van mij in mijn platenkast keek en hij vroeg of ik ook muziek van na mijn geboorte had. Daar zit wel een grote kern van waarheid in. Ik houd erg van jazz, Miles Davis, Charlie Parker en zo, en jaren ’60 muziek van bijvoorbeeld Jimi Hendrix en Crosby, Stills & Nash luister ik met veel plezier naar. Ook luister ik veel naar wereldmuziek uit Angola of Cuba. Dat is ook heel interessant.” Ook bezoekt hij veel concerten in de Haagse regio. “De laatste maanden is dat wat minder geweest omdat ik net vader ben geworden, maar festivals als de Haagse PopWeek en Langweiligkeit probeer ik altijd wel mee te pakken. Ik ben erg fan van Femke en The Deaf vind ik erg aansprekend. Ook Johnnie Stalker vind ik erg goed. Ik weet niet of ik dat thuis zou opzetten, maar als je het live ziet, zie je de energie en het enthousiasme eraf spatten.” Rietveld maakt zelf ook muziek. “Ik speel elke dag een beetje gitaar voor mezelf.”
Den Haag wordt ook wel getypeerd als Popstad Nummer 1. “Volgens mij heeft Den Haag genoeg historie en ook nu inhoud om die claim kracht bij te zetten. Er is hier echt een bandjescultuur en er gebeurd ook heel veel met popmuziek. Ik denk wel dat we ons een beetje het kaas van het brood hebben laten eten met bijvoorbeeld de Rock Academie. Daar heeft Den Haag het wel laten liggen denk ik.” Rietveld is positief over de huidige stand van zaken op het gebied van popmuziek in Den Haag. “Er is veel live muziek, er is een goede infrastructuur en er gebeurd heel veel.” Toch is er nog wel ruimte voor verbetering. “Er zit nog veel meer in, ook vanuit andere etnische groepen. Het is nu erg rock georiënteerd. Dat is denk ik ook een van de redenen van muzikanten om ergens anders te gaan kijken. Als verschillende culturen elkaar raken in de popmuziek, kan dat iets heel spannends opleveren.”
De komst van een grotere zaal voor drie- tot vijfduizend mensen ziet Rietveld wel zitten. “Dat is wel iets waarvan ik denk dat het ontbreekt. Wel moet je goed kijken of zoiets haalbaar is. Je moet dan de concurrentie aan met bijvoorbeeld Amsterdam en dat kost veel geld. Een band die voor een eenmalig concert naar Nederland komt, kiest dan misschien toch voor Amsterdam. Als je zo’n zaal hebt en het blijkt dan dat je die grote bands hier niet heen kunt halen omdat je te weinig geld hebt voor programmering, dan wordt het geen succes.” Den Haag is op dit moment in de running om in 2018 Europese Culturele Hoofdstad te worden. “Ik vind het een gezonde ambitie. Maar als je echt een inspirerend, aansprekend en vernieuwend programma wil neerzetten dat kan concurreren met de andere steden, moet je het meer aan de culturele organisaties overlaten. Er wordt nu nog een te afwachtende houding aangenomen. Het gaat om creativiteit en dynamiek. Je moet zorgen dat iedereen er enthousiast voor is.”
Ook David Rietveld krijgt de vraag voorgeschoteld wie, volgens hem, dit jaar de headliner moet worden op Parkpop. “Vorig jaar was het natuurlijk Guus Meeuwis. Vooraf dacht ik ‘kom op zeg, moet dat nou?’, maar ik ben er geweest en toen keek ik over het veld en zag je iedereen meedeinen met het Brabants volkslied. Het was wel een succes. Dus ik zeg Sieneke, haha! Nee, ik vind het erg lastig. Ik ben natuurlijk geen programmeur en het moet aansluiten bij het karakter van het festival, een feest voor iedereen. Wel zou ik het heel leuk vinden om Haagse artiesten als Legowelt en 2562 te zien op Parkpop, die verdienen het wel om onder een breed publiek bekend te worden aangezien zij ook een heel belangrijk onderdeel van de Haagse muziekscene zijn.”