Zo vlak voor het optreden ‘s avonds op het Llaunch festival in het Paard van Troje ontmoeten we Steven Ansell, de drummer van Blood Red Shoes. Dit keer zonder zijn trouwe muzikale partner Laura-Mary Carter. Een hevige jetlag houdt haar nog eventjes in bed. Steven heeft ook last van gebrek aan slaap. Oorzaak: een vlucht uit Japan waar het tweetal zojuist heeft getoerd. Na twee koppen koffie blijft hij echter wakker genoeg voor een interview met 3VOOR12 Den Haag op het terras van de Grote Markt in de stevige kou. Van de platenmaatschappij krijgen we exact vijftien minuten voor wat vragen.
“Ik vind het heerlijk om even buiten te zijn, ik word er wakker van. Ik heb al de hele tijd binnen in de schemer interviews gegeven, dus dit is wel prettig”, aldus de uiterst vriendelijke Steven. “Ik hou ook even op met de koffie, want als ik er nog een neem, dan weet ik straks niet meer wat ik nu heb gezegd.” Op de vraag waar Laura-Mary is, antwoordt Steven lachend: “Ze is ermee gestopt. Ik speel nu de drums en in mijn eentje. Nee hoor, ze ligt op bed. Ze heeft erge last van de jetlag. Maar ze kan elk moment komen.”
Uiteraard wordt er veel gepraat over het nieuwe album Fire Like This waarvan de release gepland staat op 1 maart. De titel vereist, net als de vorige cd, een kleine uitleg. “Heb je een uur? Hahaha. De korte versie is dat we diverse thema’s en ideeën hadden voor het album en deze kwam naar boven door een regel die ik had gehoord in de serie Twin Peaks. Deze luidt: ‘This kind of fire is hard to put out.’ Die regel bleef steeds in mijn hoofd hangen. Laura-Mary en ik vonden het allebei gaaf klinken, ook omdat we veel referenties naar vuur en branden hadden in onze songteksten. De teksten komen voor ons uit het niets, heel spontaan. We denken nooit ‘nu gaan we over dit onderwerp schrijven’. Het is puur instinctief. Eigenlijk weet ik ook niet exact waarom veel van de teksten vuur bevatten, zelfs in de nieuwe video Light Up komt veel vuur voor, hier zit het ‘m ook wel in de naam, dat is logisch.”
Voor de cover artwork is Laura-Mary verantwoordelijk. “De eerste cd heette Box of secrets, dat was iedereen uitnodigen in onze wereld. Met Fire Like This hebben we hetzelfde thema. De handen met het blauwe vuur beeldt de creatieve energie uit van onze band. Energie die moeilijk is te beheersen en die ons eerder beheerst, we kunnen het moeilijk stoppen net zoals vuur. Zo doen we soms dingen die we normaal gesproken niet zo snel zullen doen, zoiets vreemds. Soms lijkt het ook of je je eigen band aan het volgen bent. Je bent deel van iets en soms voelt het net als een brandend vuur. Het gaat buiten ons om. Dit is ons vuur, en de handen op de cover beelden uit dat we het presenteren aan het publiek.”
Met de ervaring van het toeren en reizen op zak, was het opnameproces voor het tweede album heel anders dan die tijdens het debuut. “Het traject van de tweede cd opnemen was veel makkelijker, we hebben nu veel meer verstand van studio’s. En deze studio was mooier, zag er minder professioneel uit, maar voelde meer als thuis. Veel studio’s zien eruit als een laboratorium. Ze zijn erg steriel en wit, net een ruimtestation. Deze studio had comfortabele banken met gaten erin, veel verschillende kamers en overal planten. Ze hadden zelfs een glazen plafond, zodat je je niet opgesloten voelde. Er kwam gewoon zonlicht binnen. Alles straalde gewoon een huiselijk gevoel uit. En daardoor was het meer een creatieve ruimte voor ons. Dat maakte veel verschil. De studio ligt in Liverpool, maar dan in het hippiegedeelte van de stad. Er lopen veel mensen rond die in bands zitten en er zitten gave bars, vintage winkels en tweedehands zaakjes. Een erg leuk deel van de stad en ook een creatief deel. In het centrum van Liverpool lopen veel meiden in minirokjes met een nep oranje tint op hun gezicht en dan zijn ze ook nog eens dronken. Die lui gaan naar Ibiza op vakantie. En dan is er het gedeelte van Liverpool waar de alternatieve jongeren wonen en daar zit ook de studio. Erg cool, zeker nu we daar een tijdje hebben gewoond.”
Zijn de teksten op dit album net zo persoonlijk als die op het eerste album? “Dat is een interessante vraag. Een andere journalist zei juist dat hij vond dat het eerste album niet zo persoonlijk was. Maar dat is juist cool, iedereen heeft er een ander gevoel erbij en dat vind ik ook heel interessant om te horen. Ik denk dat de albums allebei even persoonlijk zijn. Er zitten op ons debuut liedjes die meer naar binnen gericht zijn en liedjes die meer naar buiten gericht zijn. Dat geldt ook voor ons nieuwe album, maar minder specifiek. Op het eerste album waren de liedjes erg direct. Zoals ‘ik voel me zo, ik wil hier weg, ik haat deze baan’, dit album is meer abstract, veel universeler. Het is minder oppervlakkig en gaat dieper. We deden dat trouwens niet expres, we schreven gewoon wat goed voor ons voelde. De tijd verstrijkt en het is een organisch iets. We beslissen het niet, we laten het gewoon gebeuren. Als je erover beslist, dan forceer je het teveel. En dan forceer je jezelf misschien om iets te doen waar je eigenlijk nog niet goed genoeg voor bent. Dan doe je het niet goed of brengt het je niet waar je heen wilt. Dat werkt niet voor ons, we laten de dingen ontvouwen.”
Ondanks dat de band persoonlijk en als muzikanten zijn gegroeid, blijft het opnemen van een album niet minder emotioneel. “Opnemen kan heel intens zijn. Op dit album was dat nog meer het geval, omdat we meer onze stemmen wilden blootstellen door minder double tracks te gebruiken. Jezelf niet verstoppen achter al die lagen, zodat het geheel wat directer wordt, alsof er iemand voor je neus aan het zingen is. Het moest allemaal eerlijker, persoonlijker, gewoon beter. Maar om dat live uit te voeren is wel moeilijker. Op het album hebben we de muziek opgenomen en daaroverheen de stemmen. Dan hypnotiseer je jezelf zo intens en kom je in die muziek, dan is het als je zingt zo emotioneel en intens. Want je weet dat die intensiteit van een enkele stem komt en niet van vier stemmen over elkaar heen. Je moet dan echt een vocal hebben die het nummer vertelt. Live is dat best moeilijk. Ik drum en zing tegelijkertijd, dus kan ik mij minder concentreren op de vocals. En er zit veel adrenaline in mijn lijf, dus als ik live speel ben ik zo enthousiast en energiek. Als ik dan een langzamer, melancholisch lied moet zingen is het moeilijk om dat goed te doen als je lijf vol adrenaline zit. Dus dat is iets wat wij nog moeten leren, want ik wil die liedjes goed kunnen zingen. Maar meestal ben ik op het podium te hyper! Ik moet dan echt mijn gedachten verzetten, ik hoop echt dat we dat leren.”
Volgens Steven zijn die emoties essentieel voor het maken van een goed album. “Alle albums die ik goed vind en die een grote impact op mij hebben gemaakt waren emotionele albums. Erg krachtige en intense gevoelens brachten zij over. Dat grijpt je echt aan. Dus voor mij is dat cruciaal. Als we opnemen en we hebben een lied dat niet echt iets betekent, dan laten we dat lied weg. We gebruiken die gewoon niet. Als je een lied schrijft en je weet niet waar het vandaan komt of wat je erbij voelt, dan gooien we hem gewoon weg. Want dat is het niet waard, dan zijn het gewoon geluiden en geen lied. Bij ons komt het gevoel voor alles. We maken geen lied alleen voor het geluid.”
De afgelopen twee jaar heeft blood Red Shoes veel getoerd. “Je toert over de hele wereld, maar je krijgt er helaas niet veel van te zien. Nu is het wel makkelijker om vrije dagen te nemen. Elke dag die je vrij neemt, verlies je geld. Je betaalt de geluidsman en je huurt een bus, je betaalt het hotel. Dus elke dag dat je niet speelt, is een dag die je geld kost. Je moet zo vaak spelen als maar kan. Anders kan je veel geld verliezen. Maar nu spelen we grotere shows, dus is het financieel wat makkelijker en hebben we meer vrije dagen. Op die vrije dagen kun je de stad verkennen waar je op dat moment bent of je kan alleen op je hotelkamer zitten.”
Tijd voor zichzelf hebben ze nauwelijks. “Vandaag heb ik Laura voor een uur niet gezien, maar toen heb ik hier interviews gedaan. Je reist samen in een band, dus je hebt geen tijd voor jezelf. Je moet jezelf gewoon aanpassen. Soms wordt je daar wel helemaal gek van, want het is niet gezond om geen persoonlijke ruimte te hebben. Je moet accepteren dat het niet anders is. Aan de ene kant wil je graag alleen zijn, maar dat doe je niet. Je wilt de stad zien waar je op dat moment bent en dat doe je toch ook niet alleen. Ik vind het belangrijker om de wereld te zien, dan even een moment alleen te hebben.”
Tijdens eerdere optredens hebben ze de Nederlandse gitaarbouwer Yuri Landman ontmoet. Hij heeft speciaal voor de band een gitaar gemaakt. “De gitaar die hij heeft gebouwd is echt geweldig. We gebruiken hem nog niet in liveshows, maar wel tijdens het opnemen van het album. Hij staat op twee liedjes, ‘When We Wake’ en ‘Colours Fade’. En ook nog op een ander lied die het album niet heeft gehaald, maar die gaan we misschien uitbrengen op een EP. Het is een lied waar Laura de meeste vocals zingt, maar zij vindt hem niet zo sterk. Ik vind haar vocals juist heel sterk. We hebben er nogal onenigheid over! Ik zou het zonde vinden als het een b-kantje op een single wordt. Tegenwoordig hoort niemand de b-kantjes nog. Maar we willen het ook wel live gaan spelen.”
Na het interview blijken we nog een kans te hebben op een korte fotoshoot met beiden leden van de Blood Red Shoes. Laura-Mary komt na de interviewsessie toch nog naar de Grote Markt en daar hebben wij kort wat foto's kunnen maken.
Blood Red Shoes toeren in maart in Nederland. Op 16 maart staan zij in de Effenaar in Eindhoven, 17 maart in Paradiso in Amsterdam en 18 maart in Oosterpoort in Groningen.