Zaterdag 26 september 2009 vierde het festival Ontzettend Leiden hun eerste lustrum. Voor het eerst vond ook een seminar plaats in het Leidse Scheltema Complex. Het voornaamste doel was de toekomst van Leiden als popstad aan te snijden. Met twee paneldiscussies, voorzien van prominenten uit de Leidse en landelijke muziekscene, was de toon voor een levendige bijeenkomst gezet.
Leidse muzikanten, festivalorganisatoren, boekers en allerhande geïnteresseerden bevolken het zaaltje waar het seminar plaats heeft. De eerste paneldiscussie - red je het als muzikant ook zonder de muziekindustrie? - is niet nieuw meer. Met de komst van internet staat de muziekindustrie sinds eind jaren ’90 op losse schroeven. Mede dankzij technologische innovaties lijkt de Do It Yourself-methode voor veel muzikanten meer regel dan uitzondering. Steeds meer bands regelen bijvoorbeeld hun eigen shows en brengen hun werk in eigen beheer uit. Ook het downloaden van muziek is niet meer weg te denken.
De vier panelleden voor deze discussie zijn Joey Ruchtie, programmeur Rotown en WATT; Leon Caren, organisator Subbacultcha! Amsterdam; Rémon Beeftink, zanger van de Leidse band Karma’s Kitchen; en Jacco van Lanen, manager van Room Eleven, Lucky Fonz III en Storybox. Tijdens de discussie lijkt het voor hen te vroeg om de bestaande ideologie van de muziekindustrie te doorbreken. Allen menen namelijk nog steeds dat muzikanten en industrie elkaar nodig hebben. Desalniettemin kunnen de aanwezige aspirant rocksterren wellicht lering trekken uit hun adviezen.
Des te verhitter is de tweede paneldiscussie, waarin de toekomst van Leiden als popstad ter sprake komt. Al een paar jaar worstelt de gemeente Leiden met de komst van een nieuwe poptempel (zie ook een eerder artikel op 3VOOR12 Den Haag). De locatie: een voormalig fabriekspand in de binnenstad, De Nobel. Het doel: huisvesting van verschillende Leidse popinstellingen, waaronder het LVC. Onlangs is een architect gevonden en lijkt de bouw te kunnen beginnen. In 2014 zou het gebouw klaar moeten zijn.
Tussen publiek en panelleden speelt zich hierover een duidelijke tweestrijd af. Enerzijds missen de toehoorders draagkracht voor het project, anderzijds wil het panel meer podiummogelijkheden voor beginnende Leidse muzikanten. Jan-Jaap de Haan, panellid en wethouder Cultuur van de gemeente Leiden, stelt dat hoewel Leiden een “veld met bloemen is waar veel prachtige dingen te zien zijn”, er ook “in aantal en de kwaliteit van de beschikbare popzalen” een probleem is. Rémon Beeftink beaamt dit: “Den Haag heeft veel meer mogelijkheden om te spelen.”
Het lijkt dus logisch om zo’n nieuwe poptempel te bouwen. Toch is er nog forse kritiek vanuit de zaal. Een geluidsman van één van de instellingen die gehuisvest kan worden, Het Muziekhuis, vindt dat de huidige mogelijkheden niet optimaal benut worden: “Het LVC is drie van de zeven dagen open, Het Muziekhuis hooguit vijf dagen in de maand. Verhoog het rendement met bestaande middelen.”
Panellid Wiebe Albers, bandcoachingtraject Ontzettend Leiden: “Waar het om gaat is dat er een plek voor bands is om te spelen.” Het LVC is volgens panellid en directeur Ruud Visser verouderd en toe aan een nieuwe locatie. Bovendien menen zowel De Haan als Visser dat Leiden “deze impuls” hard nodig heeft. Om de gemoederen wat te sussen besluit De Haan: “Het lijkt een defensieve discussie, dat is het niet. We willen geen kopie van een andere stad worden, we willen ons eigen profiel maken.”
Jenny van Houten, seminar coördinator Ontzettend Leiden, kijkt terug op een geslaagde middag: “Er kwam misschien wat oud zeer naar boven, maar het is goed dat alle partijen bij elkaar waren. Niet iedereen zit namelijk nog op één lijn. Ik zou de komst van zo’n nieuw poppodium niet in de weg staan. Wie weet komt uit deze discussie iets moois.” Van Houten is "blij verrast" dat de sprekers "zomaar zonder aarzelen mee wilden werken" aan het seminar, want “het zijn belangrijke mensen uit de muziekindustrie. Ik ben wel verrast dat er zoveel publiek kwam opdagen. Het seminar was natuurlijk gratis en het was mooi weer buiten dus ik had meer afhakers verwacht." Ze overweegt een vervolgbijeenkomst: “We voorzien blijkbaar in een behoefte."