Het festival Ontzettend Leiden, steevast gehouden in popcentrum LVC, beleefde afgelopen weekend haar vijfde editie. Met een dertigtal bands (verspreid over twee dagen), waarvan het merendeel uit Leiden en omgeving kwam, was het een geslaagd festijn. Hier volgt een verslag van de vrijdag.
Aan The Heyz de eer om het festival te openen in de benedenzaal. De band maakt sferische en tegelijkertijd vrolijke pop. De open uitstraling van het viertal zorgt ervoor dat er redelijk wat mensen aan het kijken en luisteren zijn. De band heeft overigens goed gewerkt aan hun promotie: op de bar liggen bierviltjes waarop ‘The Heyz’ pronken. Leuk gedaan, jongens! (TL)
Eén van de twee winnaars van de populariteitspoll is dit jaar Illusionless, drie jonge muzikanten die het publiek in de bovenzaal een stevige portie metal voorschotelen. Ondanks hun prille leeftijd heeft de band al aardig wat muzikale bagage. Zanger/gitarist Zeno lijkt de gitaarriffs zo uit zijn mouw te schudden en gooit de teksten er schreeuwend uit. Kritiek op zichzelf is er ook; de band geeft toe steeds commerciëler te worden en om de ‘trouwe’ fans te bekoren, spelen ze een oud nummer, getiteld ‘Illusionless’. Tijdens hun set willen ze dat het publiek meeklapt, wat maar deels lukt. Is dat ook niet een tikkie teveel gevraagd met deze muziekstijl? (TL)
De Droomdenkers, een collectief dat aangevoerd wordt door rappers Germen en Tsjah, staat erom bekend kritische teksten te hebben, waar de Leidse ‘rollende r’ onderdeel van uitmaakt. De vier muzikanten spelen een mix van rock en hiphop, wat goed uit de verf komt. Minpunt echter is de vocalen, die vrijwel niet te verstaan zijn. Mede hierdoor verdwijnt een groot deel van het publiek. Jammer, want de energie is er zeker wel. (TL)
Het ziet er eerlijk gezegd wat knullig uit, de zeven uitgesneden letters van zijn naam achter hem. Maar door zijn optreden komt de zanger en liedjesschrijver Tududuh er in potentie mee weg. Zet hem dan wel met gitaar en toehoorders bij de open haard of het kampvuur, want in de entourage van de bovenzaal in het LVC komt de muziek nauwelijks tot zijn recht. Het oorverdovende gepraat van het publiek overstemt de kleine liedjes, en een objectieve beoordeling drijft de recensent tot opperste concentratie. Totdat Tududuh besluit er een elektroliedje uit te persen waarmee zanger Ronald Straetemans zich laat begeleiden door een ‘Berlijnse’ ritmebox. Een nogal vreemde in de bijt in een set die de schijn heeft van kwaliteit, maar die op dit festival ten onder gaat in desinteresse en lawaai. Na een tweede nummer volgt een matig applaus en dat groeit iets na de elektronica van een paar nummers later. Al met al voor Tududuh ontzettend lijden. (HM)
Om half tien staat de band The Cosmic Carnival geprogrammeerd op het benedenpodium. De band zet een groovende set neer, waarbij een grote rol is weggelegd voor trompettist Frank Schalkwijk. Het is een goede opwarmer voor wat er muzikaal nog allemaal te wachten staat vanavond. De band staat in de finale van de Grote Prijs Van Nederland in december, wat niet onterecht is. Met hun energieke set weten ze een groot deel van het publiek aan zich te binden. De vocale bijdrage van Marlies Kroon is leuk om naar te kijken, maar voegt niet echt iets toe aan de sound van The Cosmic Carnival. (TL)
In de aankondiging van Spilt Milk refereert de presentator aan de historie als coverband bij crematies en begrafenissen. Vast een grap, want het optreden biedt alles behalve een dooie boel. Wel een amateuristische boel. In de opener weerklinkt een langzame uitvoering van ‘Gloria’ van Them, maar dan in een b-versie. Wat Spilt Milk exact beoogt met hun keuzes laat zich moeilijk raden. De zanger zingt in een vervormde microfoon en technisch gaat er veel mis. Er wordt veel aan de apparatuur gesleuteld. Toch overtuigt op een enkel moment deze jaren 60-rock, hoewel ook de performance tekortschiet. Gepeelde rock ’n roll. Het doet het vast goed in de oefenruimte en daar moet het eigenlijk lekker blijven. En dan wil men best een avondje investeren om te komen luisteren. Spilt Milk is echter nog lang niet toe aan een optreden als op Ontzettend Leiden. Geeft niets. Want niet is, kan nog komen. (HM)
Het optreden van Brown Feather Sparrow in de benedenzaal pakt sterk uit. Met een mooie, melodieuze opener grijpt de band je vast en laat een dik half uur niet meer los. De aandacht en de zorg aan de liedjes spat van het podium af en niet in de laatste plaats door zangeres, toetsenist en tekst- en liedjesschrijver Lydia van Maurik-Wever. Zonder medebandleden Paul van Leeuwen (bas), Job Verhoog (drums), Ernst van der Wal (gitaar) en Arjen van Wijk (diverse toetsen) tekort te doen, want Brown Feather Sparrow zet voornamelijk een betoverende teamprestatie neer. Ademloos krijgen de toehoorders een akoestische liedje voorgeschoteld dat Lydia en Ernst, voor op het podium gezeten, vanuit hun tenen en toch ingetogen te berde brengen. Door de positieve reacties, inclusief lovende recensies, zal deze niet-Leidse band de komende tijd een prominente plek op de popkaart weten in te nemen. Dat is een kwestie van (korte) tijd. (HM)
Dan even een kijkje nemen in de bovenzaal, waar de formatie Skipper optreedt. Het publiek krijgt een flinke dosis psychedelische klanken over zich heen gestrooid, waarbij gedacht kan worden aan de vroege Pink Floyd. Wat in het eerste gedeelte van de set alleen ontbreekt, zijn de muzikale climaxen. Bij de laatste twee - uitgesponnen - songs wordt dit euvel ruimschoots ingehaald met uitbarstingen die werkelijk door de ziel lijken te snijden. Misschien is Skipper een ‘moeilijke’ band op het festival, maar tegelijkertijd één van de betere. (TL)
The Heights maakt en speelt ingetogen singer-songwriterliedjes die een groter publiek verdienen. Ook ik de bovenzaal van het LVC luistert slechts een handvol mensen naar de mooie songs, waarmee The Heights al een contract verdienden bij Excelsior en bij dat label een aantal jaren geleden de cd ‘Beachyhead’ uitbrachten. Volgens de mediaberichten een pretentieloze popplaat. Katwijkers Naomi en Mark, die zich laten begeleiden door een bescheiden keyboard moeten deze avond opboksen tegen het geweld van Bettie Serveert dat beneden de rocksterren van de hemel speelt. Kwestie van oneerlijke concurrentie en daarom is de matige opkomst van het publiek geen schande. Kwalijker is het respectloze gekwek van het publiek dat de liedjes van The Heights overstemt. De muzikanten laten zich echter niet van de wijs brengen en bieden met geloofwaardige overtuiging een prachtig optreden. Er gaan geruchten over een nieuwe cd en laten we daar met z’n allen maar naar uitkijken. (HM)
Om half twaalf staat de alom geprezen band Bettie Serveert op het programma. Het duurt even voordat alle apparatuur in gereedheid gebracht is, maar niet getreurd: het publiek wordt intussen vermaakt met The Incredible Stacks. Deze formatie, met toetsenist Peter van The Polar Exploration Ship in de gelederen, speelt instrumentale groovende rock en doet dit vanaf de verhoging in de bovenzaal: een aparte plek om te spelen. Uiteindelijk is Bettie Serveert klaar om op te treden. Met luid gejuich wordt de band ontvangen en niet onterecht: je zou toch wel kunnen spreken van de hoofdact van vanavond. Vol passie en speelplezier weet de band tot aan het eind te boeien. Jammer alleen dat er zo weinig klassiekers ten gehore gebracht worden, alleen ‘The kid’s alright’ en ‘Smack’ roepen enige herkenning op. Als de band omstreeks enen het toneel verlaat, worden ze teruggehaald en doen nog twee songs, die niet helemaal vlekkeloos gespeeld worden. (TL)
Vroeger bracht je de dag na een popconcert nog wel eens orensuizend door. Als gevolg van de geïntensiveerde arbeidsinspectie leek dat fenomeen van de aardbodem verdwenen. De bezoekers van Katadreuffe stapten echter terug in de tijd en hebben de rest van het weekend een irritante piepsuis gehoord. Oorzaak: de hak- en zaagsessie van Katadreuffe. Lange halen snel thuis, dat idee. Of de zanger ook echt tekst had of dat hij maar wat klanken uitbracht, valt niet te zeggen. Tempowisselingen, die waren wel duidelijk te onderscheiden, hoewel die niet altijd gelukkig gekozen bleken. Op zoek naar een melodie? Stop met zoeken. Katadreuffe punkt boos, nee, agressief de wijde wereld in en een deel van het publiek keert de bovenzaal voorovergebogen de rug toe. Handen dicht tegen de oren gedrukt. Misschien thuis nog maar eens proberen. De band bracht in 2008 de EP ‘Quel Gargantual’ uit. Kijken of de luidsprekerboxen het houden. (HM)
Het duo dat opereert onder de naam The Moi Non Plus is een vreemde eet in de bijt. In tegenstelling tot de andere bands op het festival wordt er geen reguliere set gespeeld, maar wordt er druk op los geëxperimenteerd. Er is een goede spanningsboog te ontdekken. Zo klinkt hun muziek bij vlagen rauw en hard, om vervolgens weer een paar standen terug te gaan naar zachtere passages. Er wordt behoorlijk gefreakt met de vocalen, die overigens niet verstaanbaar zijn, maar wel degelijk een functionele bijdrage aan het geheel vormen. De drummer gooit zo nu en dan stuwende ritmes in de strijd, wat ervoor zorgt dat een aantal mensen aan het dansen slaat. (TL)
Algemeen oordeel over het festival: het is leuk dat er zoveel muzikaliteit omgaat in Leiden. Door de crème de la crème te programmeren op dit festival, ontstaat er een goed en breed beeld van wat de Leidse popscene inhoudt. Van groovende rock tot metal en van hip-hop tot experimenteel; voor elk wat wils dus. Mede door de korte duur van de optredens blijft het festival fris en stroomt het allemaal lekker door. Een headliner als Bettie Serveert is natuurlijk ook een goede zet. Op naar de zaterdag.