Zoals Bonaparte zelf al zingt “Who took the yellow little pill?”. Het leek woensdagavond 16 september in het Paard van Troje wel of alle leden van de band hun pilletjes vergeten waren, zo’n freakshow was het. Tijd om te dansen was er niet, kijken moest je!
De avond begint rustig met alleen de vier Duitse mannen van de band op het podium. Ze zijn gemaskerd en de bassist is in enkel een mini onderbroekje en een lange jas gehuld. Raar? Er staat ons nog veel meer te wachten! Niet veel later rollen en springen de dansers in kostuum voorbij. Al is de zaal maar voor één derde gevuld, de band en de dansers gaan totaal los. Het is één grote verkleedpartij/striptease act. Bij elk nummer gaat er weer een masker af of een pakje uit. De kostuums lijken zo uit feestwinkels en sm-shops te komen. Soms is het beestachtig, soms licht pornografisch en soms gewoon ronduit freaky. Hoeveel dansers er nou eigenlijk precies bij zijn is niet duidelijk, ze gaan van het podium en komen in ander gedaante terug. De dansers komen geregeld het publiek in. Zo komt een baviaan, tot schrik van ondergetekende, even met zijn rode billen tegen de mijne schuren.
Naarmate het optreden vordert, wordt het steeds een beetje bloter en gaat het absurdisme steeds een stapje verder. In het begin staat het publiek nog raar te kijken dat er bij de lenige danseres, verkleed als mummie, af een toe een tepeltje komt kijken. Later vinden de toeschouwers het volkomen normaal dat deze zelfde danseres in haar blote borsten en een glitter onderbroek op het podium staat te springen. Het feit dat de bandleden zelf niet op of om kijken van al deze rariteiten, maakt de show nog vreemder.
Bonaparte is klein van stuk. Als hij één van zijn maskers op heeft, zou je, met zijn 1 meter 50, zeggen dat er een jongentje van 12 op het podium staat te springen. Zijn manier van zingen is ook haast kinderlijk te noemen. Hij sputtert en pruttelt af en toe, tussen het zingen door, wat in de microfoon. Naar omstandigheden speelt de band goed. Het is wel jammer dat de band meer ter ondersteuning van de rariteitenact is dan andersom. Na afloop van de nummers vergeet het publiek soms gewoon te klappen, omdat het geobsedeerd staat te kijken naar de bizarre vertoningen van de dansers. De nummers van Bonaparte zijn wel leuk en catchy, maar zouden het publiek zonder de hele show er omheen waarschijnlijk niet zo vermaken als nu.
Vlak voor het einde van de avond komt een balletdanseres met lange witte baard met twee konijnenpakken het podium op gestrompeld. Twee gelukkigen uit het publiek krijgen deze aangetrokken en mogen op het podium even meeproeven van de rariteiten. De bandleden zijn niet te beroerd voor een toegift. Wel drie keer komen ze, na veel “zugabe, zugabe!”, terug om het publiek te verblijden. Kortom: geen enkel verhaal doet recht aan wat je bij een optreden van Bonaparte beleeft. Dit is gewoon iets wat je met eigen ogen moet zien.