"Gekruld Haags"

25 oktober 2009 Centrale Bibliotheek

Jan Borchers ,

Niet een alledaagse plek om een muziekprogramma op de 3e etage van de Centrale bibliotheek aan het Spui te presenteren. In een hoek met zwarte gordijnen afgezet staat het beloofde podium waar de Haagse muziek volgens de flyer centraal moet staan. Alweer Haags, m'n hoofd gonst nog na van de hoeveelheid aan Haagse bands die de afgelopen Haagse popweek zijn gepasseerd op de diverse Haagse podia. Ik zet door, ik ken Cor te goed het zal anders zijn, ik weet het zeker. Het moet!

25 oktober 2009 Centrale Bibliotheek

Niet een alledaagse plek om een muziekprogramma op de 3e etage van de Centrale bibliotheek aan het Spui te presenteren. In een hoek met zwarte gordijnen afgezet staat het beloofde podium waar de Haagse muziek volgens de flyer centraal moet staan. Alweer Haags, mn hoofd gonst nog na van de hoeveelheid aan Haagse bands die de afgelopen Haagse popweek zijn gepasseerd op de diverse Haagse podia. Ik zet door, ik ken Cor te goed het zal anders zijn, ik weet het zeker. Het moet ! 

Het trio "Gekruld Haags", Cor Gout (zang), John van Marwijk (piano en gitaar) en Peter Bos (drums en gitaar), presenteren anderhalf uur lang een muzikale en theatrale reis door Den Haag en Scheveningen. Het repertoire bestrijkt een eeuw Haagse muziekgeschiedenis door middel van conférences, literaire teksten en liedjes. Het 'gekrulde' tegenover het platte, de nostalgie en van 'wat we missen' in Den Haag en vervolgens een muzikale bede om onaantastbaarheid van belangrijke zaken als karakteristieke gebouwen, pittoreske volkswijken, de zelfkant van een stad -downtown- en het gemis van een onafhankelijke kritische dagbladpers voor Den Haag met het liedje "Den Haag waar is toch je meneer'. Verwante thema's volgen elkaar op: de schildering van het 'oude' Den Haag door de liedjeszangers van die tijd zelf (Paul van Wely: Den Haag, Willy Derby: Pinda-pinda, lekka-lekka). 

De façades/de coulissen die Den Haag kent wordt met een prachtig liedje 'Tennis met een kennis' vertolkt. Tenniskleren die gedragen werden door de jongens en meisjes die 'erbij willen horen' maar nooit op de tennisclub verschijnen. De hoogmoed van de grote stadsplannen wordt aan de orde gesteld en het kloppend Haagse culturele hart op het Spui wordt prachtig vertolkt en te kakken gezet in het liedje De Klopgeest. De reis gaat verder met hoe het opgroeien was in het wat saaie, conventionele Den Haag met helden uit de muziek, de indo-rockers, Rein de Vries, Robbie van Leeuwen, de folkblues-improvisatoren rond de Instuif op het strand. De liedjes die het trio speelt zijn bijna allemaal nieuw. 

Soms hebben ze eigen teksten op bestaande nummers 'geplakt wat tot veel hilariteit leidt bij het publiek, bijvoorbeeld 'Een aapje op een doortrapfiets' (Venus van Shocking Blue). Een stellig ja tegen dit trio " Gekruld Haags"  Anderhalf uur blootstaan aan een overdosis Haagse nostalgie en "wat we missen in Den Haag" heeft me zeker geen slecht gedaan. Dit trio staat garant voor een echte Haagse douche.